1 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, ter uitvoering van de tax-shift

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, A en D vervangen bij de wet van 22 december 2003 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 januari 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 februari 2016;

Gelet op het advies nr. 1.977 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 3 maart 2016;

Gelet op het advies nr. 59.160/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 juni 2013, wordt vervangen als volgt :

Bovendien worden 4 170 werknemers van de diensten van de gemeenschappen beschouwd als vallende onder de toepassing van dit besluit, omdat zij bevoegd zijn voor jeugdbescherming, voor kinderopvang of voor sport en cultuur. Die werknemers worden geacht te voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 2. De verdeling van deze 4.170 werknemers gebeurt als volgt :

1° 1 711 van de Vlaamse Gemeenschap;

2° 2 375 van de Franse Gemeenschap;

3° 84 van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 2. In artikel 2, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. In § 2/1 worden de woorden "- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017" en de woorden "- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019" geschrapt.

  2. Er wordt een paragraaf 2/2. ingevoegd, luidende :

    § 2/2. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in § 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met :

    - 48,41 euro vanaf 1 april 2016;

    - 69,84 euro vanaf 1 januari 2018;

    - 87,22 euro vanaf 1 januari 2019;

    - 108,65 euro vanaf 1 januari 2020.

    Het vorige lid is niet van toepassing op de werkgevers bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, d en e.

    In afwijking van het eerste lid, wordt voor het fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2° van de wet van 29 juni 1981 de vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in § 2, eerste lid, per werknemer en per trimester vermeerderd met :

    - 45,70 euro vanaf 1 april 2016;

    - 65,44 euro vanaf 1 januari 2018;

    -...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT