1 JULI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2014.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. M. DE CONINCK

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking

Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013

Minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2013 onder het nummer 118494/CO/126)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders/arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 2. De aanvullende vergoeding bij SWT wordt berekend, geïndexeerd en geherwaardeerd conform de regels vastgelegd in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten.

Art. 3. De aanvullende vergoeding waarvan het aldus bepaalde bedrag lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot 123,50 EUR.

De verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale bruto maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoeding, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen zoals bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006 (na indexering en herwaardering).

De verhoging van de berekende aanvullende vergoeding wordt in voorkomend geval beperkt tot beloop van de toepasselijke inhoudingsgrens.

Art. 4. De minimale aanvullende vergoeding bij SWT zoals bepaald in artikel 3 is van toepassing in het geval van :

- SWT vanaf 58 jaar in het kader van de lange loopbanen, conform de bepalingen van de in dat kader in het Paritair...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT