1 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de vorming (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de vorming.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 december 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2019

Vorming

(Overeenkomst geregistreerd op 11 februari 2020 onder het nummer 157026/CO/317)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op alle werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende.

HOOFDSTUK II. - Doelstelling

Art. 2. Met de in deze overeenkomst voorziene bepalingen wensen werkgevers en werknemers uitvoering te geven aan de opleidingsdoelstellingen zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de wet wendbaar en werkbaar werk van 5 maart 2017. Daarmee willen de sociale partners de werknemers ook versterken op de algemene arbeidsmarkt.

HOOFDSTUK III. - Principe en toepassingsvoorwaarden

Art. 3. De werkgever voorziet in zijn onderneming jaarlijks in een collectief opleidingsvolume, gelijk aan het aantal voltijdse equivalente werknemers op 31 december van het vorige jaar, vermenigvuldigd met minimaal :

  1. vanaf 1 januari 2018 : 2 opleidingsdagen;

  2. vanaf 1 januari 2019 : 3 opleidingsdagen;

  3. vanaf 1 januari 2021 : 4 opleidingsdagen;

4 ° vanaf 1 januari 2023 : 5 opleidingsdagen.

Art. 4. De werkgever dient dit collectief opleidingsvolume vanaf 1 januari 2018 aan te wenden voor de organisatie van opleidingen zoals bedoeld in artikel 7 voor de werknemers van zijn onderneming, met dien verstande dat elke voltijdse werknemer per periode van 5 jaar over een individueel opleidingskrediet van minstens 10 opleidingsdagen beschikt.

Art. 5. De werkgever streeft ernaar dat de werknemers 40 pct. van hun individueel opleidingskrediet kunnen gebruiken gedurende de eerste twee jaar van de kredietperiode.

Art. 6. Dit individueel krediet is, bij verandering van werkgever, niet overdraagbaar. Telkens een werknemer in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT