Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2022-12-20

JurisdictionBélgica
Judgment Date20 décembre 2022
ECLIECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221220.2N.14
Link to Original Sourcehttps://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221220.2N.14
CourtHof van Cassatie van België
Docket NumberP.22.1251.N
Nr. P.22.1251.N F A L’A burgerlijke partij eiser met als raadsman mr. Omar Souidi, advocaat bij de balie Antwerpen tegen N M, beklaagde, verweerster. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 8 september 2022. De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Bart De Smet heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van het cassatieberoep 1. Volgens artikel 416 Wetboek van Strafvordering kan een partij slechts cassatieberoep instellen indien zij daartoe hoedanigheid heeft. De eiser heeft als burgerlijke partij geen hoedanigheid om cassatieberoep aan te tekenen tegen de beslissing op de strafvordering. De omstandigheid dat de beslissing op de strafvordering een probatiemaatregel omvat bestaande in een contactverbod voor de verweerster ten opzichte van de eiser doet daaraan geen afbreuk. In zoverre ook gericht tegen de beslissing op de strafvordering, is het cassatieberoep bij gebrek aan hoedanigheid niet ontvankelijk. Eerste middel 2. Het middel dat is gericht tegen de aan de verweerster opgelegde straf en dus tegen een beslissing waartegen eisers cassatieberoep niet ontvankelijk is, behoeft geen antwoord. Tweede middel 3. Het middel voert schending aan van de artikelen 1382 en 1383 oud Burgerlijk Wetboek en miskenning van de het algemeen rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit en het algemeen rechtsbeginsel dat niemand voordeel mag halen uit een opzettelijke fout: het arrest had de verweerster moeten veroordelen tot een volledige vergoeding van eisers schade; het stelt een opzettelijke fout bij de verweerster vast en bij de eiser louter een onvoorzichtigheid of een nalatigheid en zeker geen opzettelijke fout; aldus haalt de verweerster een voordeel uit haar opzettelijk begane fout. 4. Uit de artikelen 1382 en 1383 oud Burgerlijk Wetboek volgt dat wanneer schade wordt veroorzaakt door de samenlopende fouten van een dader en een slachtoffer, de dader in de regel niet kan worden veroordeeld tot de volledige vergoeding van de schade. 5. Het algemeen rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit staat eraan in de weg dat bedrog of oneerlijkheid de dader een voordeel verschaft. Het sluit dan ook uit dat de dader van een opzettelijk misdrijf aanspraak kan maken op een verdeling van aansprakelijkheid omwille van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT