Jugement/arrêt, Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2024-02-08

JurisdictionBélgica
Judgment Date08 février 2024
ECLIECLI:BE:GHCC:2024:ARR.019
Link to Original Sourcehttps://juportal.be/content/ECLI:BE:GHCC:2024:ARR.019
Docket Number19/2024
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof),Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage),Verfassungsgerichtshof (Schiedshof)
Grondwettelijk Hof Arrest nr. 19/2024 van 8 februari 2024 Rolnummer : 7960 In zake : de prejudiciële vraag over artikel L1123-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, zoals gewijzigd bij artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 7 september 2017 « tot wijziging van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en Decentralisatie voor wat betreft de verklaringen van apparentering of hergroepering », gesteld door de Raad van State Het Grondwettelijk Hof samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt, K. Jadin en M. Plovie, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul wijst na beraad het volgende arrest I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 256.059 van 17 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 maart 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Behandelt artikel L1123-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie, in zoverre het een uitgesloten of ontslagnemend gemeenteraadslid van een politieke fractie gelijkstelt met de andere raadsleden van diezelfde fractie, die niet ontslagnemend, noch uitgesloten zijn, terwijl hetzelfde Wetboek doorslaggevende gevolgen verbindt aan het feit dat een gemeenteraadslid tot een politieke fractie behoort, twee wezenlijk verschillende situaties op gelijke wijze en schendt het daardoor de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». Memories zijn ingediend door : - Hasan Aydin, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Lejeune en Mr. S. Matray, advocaten bij de balie Luik-Hoei; 2 - de stad Verviers, vertegenwoordigd door haar gemeentecollege, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Sohier, advocaat bij de balie te Brussel; - de Waalse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. S. Depré en Mr. M. Chomé, advocaten bij de balie te Brussel; - de Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. B. Martel en Mr. K. Caluwaert, advocaten bij de balie te Brussel. De Vlaamse Regering heeft ook een memorie van antwoord ingediend. Bij beschikking van 6 december 2023 heeft het Hof, na de rechters-verslaggevers M. Plovie en W. Verrijdt te hebben gehoord, beslist dat de zaak in staat van wijzen was, dat geen terechtzitting zou worden gehouden, tenzij een partij binnen zeven dagen na ontvangst van de kennisgeving van die beschikking een verzoek om te worden gehoord, zou hebben ingediend, en dat, behoudens zulk een verzoek, de debatten na die termijn zouden worden gesloten en de zaak in beraad zou worden genomen. Aangezien geen enkel verzoek tot terechtzitting werd ingediend, is de zaak in beraad genomen. De bepalingen van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof met betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast. II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil Tegen het gemeentecollege van de stad Verviers werd een collectieve constructieve motie van wantrouwen ingediend. In die motie, die door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 9 juli 2021, wordt Muriel Targnion voorgedragen als burgemeester, om reden dat zij « het raadslid met de Belgische nationaliteit [is] dat de meeste voorkeurstemmen heeft verkregen op de lijst met de meeste stemmen onder de politieke fracties die betrokken zijn bij het meerderheidspact » (artikel L1123-4, § 1, van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, hierna : het WPDD). Hasan Aydin, die de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) van Verviers was en op wie de motie van wantrouwen als lid van het gemeentecollege betrekking had, verzoekt de Raad van State om dat besluit alsook het besluit van de gemeenteraad van 30 juli 2021 waarbij de nieuwe leden van het OCMW van Verviers worden aangewezen, te schorsen en nietig te verklaren. Hasan Aydin voert met name aan dat, aangezien Muriel Targnion van haar politieke fractie werd uitgesloten, zij niet voldoet aan de vereiste voorwaarden om burgemeester te zijn. Bij zijn arrest nr. 252.283 van 1 december 2021, waarbij de vordering tot schorsing werd verworpen, is de Raad van State van oordeel dat het betrokken middel niet ernstig is aangezien het, om te kunnen deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen en te worden verkozen, niet noodzakelijk is tot een politieke fractie te behoren en aangezien de legitimiteit van een lokaal verkozene erin bestaat dat hij door een meerderheid van de burgers van zijn gemeente werd gekozen bij een verkiezing waarbij de regels van de democratie, waaronder het algemeen kiesrecht, in acht werden genomen. De artikelen L1123-4, §§ 1 en 2, en L1123-1, § 1, van het WPDD bevestigen die legitimiteit in zoverre de uitsluiting van een verkozene van zijn politieke partij niet tot gevolg kan hebben dat hij wordt geweerd uit de functies die hij binnen de organen zelf van de gemeente uitoefent. De Raad van State ziet bijgevolg niet in waarom er te dezen een discriminatie zou bestaan tussen de verkozenen die zijn uitgesloten van een politieke partij en de verkozenen die nog steeds zijn aangesloten bij een politieke partij, aangezien het geen verkiesbaarheidsvoorwaarde is te behoren tot een politieke partij. De Raad van State leidt daaruit af dat Muriel Targnion, hoewel zij is uitgesloten van haar politieke fractie, nog steeds behoort tot de lijst die de meeste 3 stemmen heeft behaald bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen en dat zij wel degelijk voldoet aan de voorwaarden om het ambt van burgemeester te bekleden. In het kader van het onderzoek van het beroep tot nietigverklaring en op vraag van de verzoekende partij legt de Raad van State het Hof de hiervoor weergegeven prejudiciële vraag voor. III. In rechte -A- A.1. Hasan Aydin beweert niet dat het vereist is tot een politieke fractie te behoren om als gemeenteraadslid te worden verkozen. De overweging van de Raad van State in het arrest nr. 252.283 van 1 december 2021, waarbij de vordering tot schorsing werd verworpen, is dan ook niet pertinent. Hasan Aydin voert aan dat de in het geding zijnde bepaling personen die zich in niet-vergelijkbare situaties bevinden, op identieke wijze behandelt. Muriel Targnion heeft haar verkiezingsscore gedeeltelijk te danken aan het feit dat zij lijsttrekster van de Parti Socialiste was. Er bestaat dus een wezenlijk verschil tussen het lid dat is uitgesloten van een politieke fractie en het lid dat niet ervan is uitgesloten. De decreetgever is niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT