Arrêt Nº299031 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 20/12/2023
| Judgment Date | 20 décembre 2023 |
| Procedure Type | Annulation |
| Judgement Number | 299031 |
| Court | Conseil du Contentieux des Etrangers (France) |
RvV X - Pagina 1
nr. 299 031 van 20 december 2023
in de zaak RvV X / AV/AG
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat P. ROELS
Graanmarkt 17
9300 AALST
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Surinaamse nationaliteit te zijn, op 17 mei 2023 heeft
ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de
staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 21 april 2023 tot weigering van verblijf van meer dan drie
maanden zonder bevel om het grondgebied te verlaten.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking tot vaststelling van het rolrecht van 23 mei 2023 met refertenummer X
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien de synthesememorie.
Gelet op de beschikking van 31 oktober 2023, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 20 november
2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. DENIES.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. HAEGEMAN, die loco advocaat P. ROELS verschijnt voor
verzoekster en van advocaat T. SCHREURS, die loco advocaat A. DE WILDE verschijnt voor verweerder.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Verzoekster komt op 27 juli 2018 het Schengengrondgebied binnen, via de luchthaven van Schiphol,
in het bezit van een visum type C, afgegeven door de Nederlandse diplomatieke autoriteiten in Suriname.
1.2. Verzoekster dient op 16 juli 2020 een aanvraag in tot de afgifte van een verblijfskaart van een familielid
van een burger van de Unie, in de zin van artikel 47/1, 1° van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna:
de Vreemdelingenwet). De referentiepersoon is haar Nederlandse feitelijke partner, K.R.
RvV X - Pagina 2
1.3. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 2 december 2020 een
beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.
1.4. Verzoekster dient op 17 december 2020 een tweede aanvraag in tot de afgifte van een verblijfskaart
van een familielid van een burger van de Unie, in de zin van artikel 47/1, 1° van de Vreemdelingenwet.
De referentiepersoon is haar Nederlandse feitelijke partner, K.R.
1.5. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 21 juni 2021 een beslissing
tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.
1.6. Verzoekster dient op 5 augustus 2021 een derde aanvraag in tot de afgifte van een verblijfskaart van
een familielid van een burger van de Unie, in de zin van artikel 47/1, 1° van de Vreemdelingenwet. De
referentiepersoon is haar Nederlandse feitelijke partner, K.R.
1.7. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 8 december 2021 een
beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.
Tevens op 8 december 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing tot het opleggen van een inreisverbod voor drie jaar. Het door verzoekster tegen deze beslissing
ingediende schorsings- en annulatieberoep wordt door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna:
de Raad) bij arrest met nummer 270 907 van 5 april 2022 verworpen.
1.8. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 17 mei 2022 een beslissing
tot de afgifte van bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding met het oog op verwijdering. Het
door verzoekster ingediende beroep tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt door de
Raad bij arrest met nummer 273 464 van 30 mei 2022 verworpen.
1.9. Op 30 juni 2022 wordt de wettelijke samenwoning tussen verzoekster en dhr. K.R. geregistreerd door
het gemeentebestuur van Brasschaat.
1.10. Verzoekster dient op 15 juli 2022 een aanvraag in tot de afgifte van een verblijfskaart van een
familielid van een burger van de Unie, in de zin van artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2° van de
Vreemdelingenwet.
1.11. De gemachtigde van de burgemeester van de gemeente Brasschaat neemt op 11 augustus 2022
een beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden zonder bevel om het grondgebied te
verlaten, omdat uit de controle van de verblijfplaats blijkt dat verzoekster niet verblijft op het grondgebied
van de gemeente waar zij haar aanvraag heeft ingediend. Het door verzoekster tegen deze beslissing
ingediende schorsings- en annulatieberoep wordt door de Raad bij arrest met nummer 279 941 van 10
november 2022 verworpen.
1.12. Verzoekster dient op 24 oktober 2022 een tweede aanvraag in tot de afgifte van een verblijfskaart
van een familielid van een burger van de Unie, in de zin van artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2° van de
Vreemdelingenwet.
1.13. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 21 april 2023 een
beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden zonder bevel om het grondgebied te
verlaten. Deze beslissing, die de bestreden beslissing uitmaakt, luidt als volgt:
“In uitvoering van artikel 52, §4, 5de lid van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt de aanvraag
voor een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, die op 24.10.2022 werd ingediend
door:
[…]
Nationaliteit: Suriname
[…]
om de volgende reden geweigerd:
De betrokkene voldoet niet aan de vereiste voorwaarden om te genieten van het recht op verblijf van meer
dan drie maanden in de hoedanigheid van familielid van een burger van de Unie of van ander familielid
van een burger van de Unie.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI