Arrêt Nº297572 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 23/11/2023

Judgment Date23 novembre 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number297572
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 297 572 van 23 november 2023
in de zaak RvV X / IV
Inzake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat B. LOOS
Rotterdamstraat 53
2060 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Somalische nationaliteit te zijn, op 05 juli 2023 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de staatloz en van
31 mei 2023 tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 20 september 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
10 oktober 2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. DENIES.
Gehoord de opmerkingen van advocaat B . DHONDT, die loco advocaat B. LOOS vers chijnt voor de
verzoekende partij, en van attaché I. SNEYERS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker verklaart de Somalische nationaliteit te hebben en te zijn geboren op X 2002.
1.2. Verzoeker dient op 13 augustus 2021 een verzoek om internationale bescherming in.
1.3. Verzoeker wordt op 28 januari 2023 en op 13 april 2023 gehoord op het Commissariaat-generaal
voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
1.4. De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de commissaris -generaal)
neemt op 31 mei 2023 een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing, die de bestreden beslissing uitmaakt, luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaart de Somalische nationaliteit te bezitten en tot de Ashraf-clan te behoren. U stelt geboren te zijn
op 13 februari 2004 in Jeerow gelegen in het district Qoryooley in de provincie Lower Shabelle waar u
woonde tot aan uw vertrek naar Europa.
Uw dorp stond sinds 2008 onder de controle van Al-Shabaab. U ging dagelijks naar de Koranschool waar
u, samen met uw oudere halfbroer en drie andere jongeren, eind augustus 2020, benaderd werd door Al-
Shabaab met de vraag om jullie bij hen aan te sluiten. Julie werden dagelijks verwacht aan de moskee bij
aanvang van het Maghrebgebed waar ze jullie trachtten te overtuigen toe te treden tot Al-Shabaab. Op
11 september 2020 kwam de emir bij jullie langs en wist hij jullie te vertellen dat jullie nu officieel lid waren
van Al-Shabaab en dat jullie binnenkort op training z ouden vertrekken. U ging naar huis en bracht uw
moeder hiervan op de hoogte. Uw moeder ging niet ak koord met de eis van Al-Shaba ab en ze verbood
zowel u als uw broer om deel te nemen aan de training. Toen jullie niet kwamen opdagen op de training
kwamen er leden van Al-Shabaab naar jullie huis en werden u en uw broer gearresteerd. Uw halfbroer
verzette zich tegen de arrestatie en werd om het leven gebracht. U werd meegenom en en opgesloten in
een hut gedu rende 11 dagen. Op een dag, na het eerste gebed van de dag, hoorde u een explosie en
zag u hoe uw medegevangenen takken uit de grond begonnen te hal en en op deze manier konden
ontsnappen. U volgde hun voorbeeld en kon ook op deze manier ontsnappen. U vluchtte naar het huis
van uw oom waarna u meteen het dorp verliet en naar Qoryooley ging. Daarnaast verklaart u in het
verleden ook te zijn lastig gevallen geweest omwille van de clan waartoe u behoo rt. U verliet Somalië in
oktober 2020. Uw oom financierde uw reis. U reisde via Turkije, Griekenland, Albanië, Kosovo, Servië,
Bosnië en Kroatië naar Slovenië waar u een verzoek om internationale bescherming indiende. Nog voor
u een beslissing ontving aangaande uw verzoek verliet u Slovenië. U reisde via Italië en een onbekend
land naar België. U kwam aan in België op 12 augustus 2021 en diende op 13 augustus 2021 een verzoek
om internationale bescherming in. Na een leeftijdstest werd uw geboortedatum aangepast naar 1 januari
2002.
U legde geen documenten voor ter staving van uw verzoek.
Bij terugkeer vreest u gedood te worden door Al-Shabaab en problemen te krijgen omwille van de clan
waartoe u behoort.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient te worden opgemerkt dat u doorh een uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat u een
persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel risico op
het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt.
Op een verzoeker rust de verplichtin g om van bij aanvang van de procedure zijn volle medewerking te
verlenen bij het verschaffen van informatie over zijn verzoek om internationale bescherming, waarbij het
aan hem is om de nodige feiten en relevante elementen aan te brengen bij de Commissaris-generaal,
zodat deze kan beslissen over het verzoek om internationale bescherming. De medewerkingsplicht vereist
dus van u dat u correcte verklaringen aflegt en waar mogelijk documenten voorlegt met betrekking tot uw
identiteit, uw nationaliteit, de landen en plaatsen van eerder verblijf, eerdere asielv erzoeken, reisroutes
en reisdocumenten. Niettegenstaande u bij de aanvang van uw persoonlijk onderhoud uitdrukkelijk
gewezen werd op de medewerkingsplicht die op uw schouders rust (zie notities CGVS I, p. 3; CGVS II, p.
3), blijkt uit het geheel van de door u afgelegde verklaringen en de door u voorgelegde stukken duidelijk
dat u niet heeft voldaan aan deze plicht tot medewerking.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT