Arrêt Nº296232 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/10/2023

Judgment Date25 octobre 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number296232
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 296 232 van 25 oktober 2023
in de zaak RvV X / IV
Inzake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat D. GEENS
Lange Lozanastraat 24
2018 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Angolese nationaliteit te zijn, op 2 mei 2023 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris -generaal voor de vl uchtelingen en de staatlozen van
20 april 2023.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 4 augustus 2023 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet.
Gelet op het verzoek tot horen van 16 augustus 2023.
Gelet op de beschikking van 4 september 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
21 september 2023.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN l oco advocaat D.
GEENS.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Overeenkomstig artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de
Vreemdelingenwet) werd aan de partij en de grond meegedeel d waarop de kamervoorzitter steunt om te
oordelen dat het beroep door middel van een louter schriftelijke procedure kan verworpen worden. In casu
wordt het volgende gesteld:
1. Verzoekster, die de Angolese nationaliteit heeft, dient beroep in tegen de beslissing van de
commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, getiteld “niet-ontvankelijk verzoek (volgend
verzoek)”, waarbij haar huidig tweede verzoek om internationale bescherming niet-ontvankelijk wordt
verklaard in de zin van artikel 57/6/2, §1, eerste lid van de Vreemdelingenwet.
Blijkens de bestreden beslissing heeft verz oekster naar aanleiding van haar huidig verzoek om
internationale bescherming geen nieuwe el ementen of feiten aangebracht, en beschikt het
Commissariaat-generaal evenmin over dergelijke elementen, die de kans aanzienlijk groter maken dat
verzoekster voor erkenning als vluchteli ng in de zin van artikel 48/3 van de Vreemdelingenwet of voor
subsidiaire bescherming in de zin van artikel 48/4 van diezelfde wet in aanmerking komt.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT