Arrêt Nº287038 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/03/2023

Judgment Date31 mars 2023
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number287038
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 287 038 van 31 maart 2023
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat T. VANDEMEULEBROUCKE
Kongostraat 23
8520 KUURNE
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Guineese nationaliteit te zijn, op 10 november 2022
heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissingen van de gemachtigde van de
staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 15 september 2022 waarbij de aanvraag om machtiging tot
verblijf op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ongegrond wordt verklaard
en van 27 oktober 2022 tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13).
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 14 november 2022 met
refertenummer X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien de synthesememorie.
Gelet op de beschikking van 17 januari 2023, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 10 februari
2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. VERMANDER.
Gehoord de opmerkingen van advocaat C. DEWAELE, die loco advocaat T. VANDEMEULEBROUCKE
verschijnt voor de verzoekende partij, en van advocaat M. DUBOIS, die loco advocaten C. DECORDIER
en T. BRICOUT verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
RvV X - Pagina 2
1.1. Op 14 februari 2010 komt de verzoekende partij, in het bezit van een geldig paspoort voorzien van
een geldig door de Belgische autoriteiten afgeleverd visum lang verblijf (type D), aan in België om haar
moeder te vervoegen.
1.2. Op 17 mei 2010 wordt de verzoekende partij in het bezit gesteld van een elektronische F-kaart.
1.3. Op 14 december 2017 neemt de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve
Vereenvoudiging een beslissing tot beëindiging van verblijf in toepassing van artikel 44bis, §2 van de
wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet). Tegen voormelde beslissing dient de
verzoekende partij een beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad).
1.4. Bij arrest nr. nr. 207 388 van 31 juli 2018 verwerpt de Raad het beroep vermeld in punt 1.3.
1.5. Op 14 september 2018 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris van Asiel en Migratie en
Administratieve Vereenvoudiging een beslissing houdende een bevel om het grondgebied te verlaten
met vasthouding met het oog op verwijdering alsook een beslissing houdende een inreisverbod voor de
duur van tien jaar. Het beroep tegen voormeld inreisverbod wordt op 2 6 maart 2019 door de Raad
verworpen bij arrest nr. 218 903.
1.6. Op 9 november 2018 dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
1.7. Op 5 december 2018 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
1.8. Op 6 december 2018 dient de verzoekende partij een aanvraag in voor een verblijfskaart van een
familielid van een burger van de Unie, in functie van haar Belgische moeder. Aan de verzoekende partij
wordt een bijlage 19ter afgeleverd.
1.9. Op 17 januari 2019 neemt de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
en van Asiel en Migratie een beslissing waarbij de aanvraag houdende de gezinshereniging niet in
overweging wordt genomen en waarbij de bijlage 19ter wordt ingetrokken. Bij arrest nr. 228 964 van 19
november 2019 vernietigt de Raad voormelde beslissing.
1.10. Op 21 januari 2019 dient de verzoekende partij opnieuw een verzoek om internationale
bescherming in.
1.11. Op 22 januari 2019 neemt de commissaris-generaal een beslissing houdende de niet
ontvankelijkheid van het verzoek om internationale bescherming.
1.12. Op 28 april 2020 neemt de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
en van Asiel en Migratie een beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden zonder
bevel om het grondgebied te verlaten, naar aanleiding van de aanvraag vermeld in punt 1.8. Bij arrest
nr. 244 318 van 17 november 2020 vernietigt de Raad voormelde beslissing.
1.13. Op 8 juni 2021 dient de verzoekende partij een aanvraag in om machtiging tot verblijf op grond van
artikel 9bis van de Vreemdelingenwet.
1.14. Op 15 september 2022 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing waarbij de aanvraag vermeld in punt 1.14. ongegrond wordt verklaard. Dit is de eerste
bestreden beslissing waarvan de motieven luiden als volgt.
Onder verwijzing naar de aanvraag om machtiging tot verblijf die op datum van 08.06.2021 werd
ingediend door :
(…)
in toepassing van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij artikel 4 van
de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980, deel ik u mee dat dit
verzoek ontvankelijk is doch ongegrond.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT