Arrêt Nº283140 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/01/2023

Judgment Date13 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283140
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X Pagina 1
nr. 283 140 van 13 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaten ANDRIEN D. & LAURENT F.
Mont Saint-Martin 22
4000 LIÈGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 6 oktober 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
2 september 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 november 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
16 december 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. DIGNEF.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat J. PAQUOT loco advocaten
D. ANDRIEN en F. LAURENT en van attaché H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De bestreden beslissing luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, (…), verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, van origine Pashtoun te zijn en het soennitisch
geloof te belijden. U bent geboren in het dorp Barkandai in het district Dara-i-Pech van de Afghaanse
provincie Kunar. U kent uw geboortedatum niet, maar verklaart 22 jaar oud te zijn. U bent tot en met de
derde graad naar school geweest, maar moest op dertienjarige leeftijd stoppen omwille van de mentale
problemen die uw moeder kreeg. Omdat uw vader elke dag in de weer was als taxichauffeur kreeg u de
RvV X Pagina 2
verantwoordelijkheid om uw moeder te helpen met allerlei taken in het huishouden. Andere jobs of
bezigheden hebt u nooit gehad.
Op een gegeven moment werd u door enkele leden van de taliban – in opdracht van talibanleider Qader
– gevraagd om hun wapens met behulp van uw ezel tot boven op de berg te vervoeren. U voerde deze
nachtelijke opdracht uit en ging daarna terug naar huis.
Twee maanden later werd Hedayat, een zoon van talibanleider Qader door de overheid gearresteerd.
Enkele maanden na de arrestatie van Hedayat deden dezelfde taliban opnieuw beroep op u en bracht u
hun goederen een tweede keer naar de bergen. Op dat moment werd u meteen ook door hen
gewaarschuwd. Ze vertelden u om in geen geval contact te hebben met de overheid. Hierdoor mocht u
van hen niet in de buurt van de Sarband stroom in Kandagal komen, en al zeker niet in de buurt van de
checkpoint. Een straf zou volgen indien u hen niet gehoorzaamde.
Twee à drie maanden nadat u de wapens die tweede keer vervoerd had werd een andere zoon van de
talibanleider Qader, met name Mahmad, neergeschoten met een drone.
Toen, twee maanden na de dood van Mahmad, op een dag echter bleek dat de medicatie van uw moeder
op was, en er ook in het dorp geen voorraad meer was, was u genoodzaakt om uit te wijken naar
Kandagal, hetgeen u verboden was door de taliban. U werd toen onderweg tegengehouden aan een
checkpoint en gecontroleerd. Iemand moet u daar hebben gezien, en de taliban daar van op de hoogte
hebben gebracht, want toen ze u een derde keer vroegen om wapens te vervoeren, zijn ze u bij aank omst
op de berg beginnen te beschuldigen van banden te hebben met de overheid. Volgens hen was u
verantwoordelijk voor wat er met de zonen van Qader was gebeurd. U werd toen twee dagen lang door
hen geslagen en ondervraagd maar kon met de hulp van een mededogend talibanlid ontsnappen. Toen
u thuis kwam, werd u de volgende dag via een smokkelaar naar Nimroz gebracht om van daar het land
te verlaten.
Drie jaar geleden, tweeënhalve maand voor de kleine Eid (i.e., midden maart 2019), bent u via Pakistan,
Iran, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië en Frankrijk naar België gereisd. Op 03 december 2020
diende u er een verzoek om internationale bescherming in.
Na uw vertrek kwamen de taliban nog verschillende keren langs bij uw thuis. Ze sloegen uw familie. Na
de machtsovername door de taliban in augustus 2021 werd de gearresteerde zoon van Qader vrijgelaten
en die heeft uw broers nadien nog twee tot drie keer ontvoerd om hen uit wraak te mishandelen en
vervolgens weer vrij te laten.
Mocht u terugkeren naar Afghanistan, dan vreest u gedood te worden door de taliban omdat ze u aanzien
als een spion van de vorige regering en omdat ze u ervan beschuldigen de arrestatie van Hedayat en de
dood van Mahmad veroorzaakt te hebben.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u volgende documenten neer: uw taskara
(Afghaans identiteitsbewijs), een kopie van het duplicaat van uw taskara, een schoolrapport, de taskara
van uw vader, uw vaders rijbewijs en de enveloppe waarmee deze verzonden werden door uw vader.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen. Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader
van onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd
worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na uw persoonlijk onderhoud op het Commissariaat-generaal (CGVS) kan niet worden besloten
tot het bestaan van een gegronde vrees voor vervolging zoals bedoeld in de
Vluchtelingenconventie van Genève en/of een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals
bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming.
Wat betreft uw vrees voor vervolging, verklaart u in essentie dat u niet naar Afghanistan kan terugkeren
omdat u vreest vervolgd te worden door de taliban nadat ze u ervan beschuldigden banden te hebben
met de overheid en omdat ze u ervan beschuldigden de arrestatie van Hedayat en de dood van Mahmad,
RvV X Pagina 3
allebei zonen van talibanleider Qader, op uw geweten te hebben. Er dient echter te worden vastgesteld
dat uw asielrelaas gekenmerkt wordt door verscheidene doorslaggevende ongeloofwaardigheden en
onwaarschijnlijkheden, alsook kunnen enkele markante tegenstrijdigheden en incoherenties worden
opgemerkt, waardoor het CGVS geen geloof kan hechten aan de door u naar voren geschoven
asielmotieven en voorgewende vrees.
Er dient aangehaald te worden dat uw algemene geloofwaardigheid al in ernstige mate ondermijnd
wordt door uw verklaringen over uw beweerde leeftijd.
Om te beginnen dient te worden opgemerkt dat u bij aankomst in België verklaarde minderjarig te zijn.
Immers, overeenkomstig de beslissing die u werd betekend door de dienst Voogdij op 15 december 2020
in verband met de medische tests tot vaststelling van uw leeftijd overeenkomstig artikel 3§2, 2° en
artikelen 6 - 8 van Titel XIII, hoofdstuk 6 “Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen” van de
Wet van 24 december 2002, zoals laatst gewijzigd bij wet van 12 mei 2014, en die aantoont dat u ouder
bent dan 18 jaar - waarbij u op 15/12/2020 een leeftijd werd toegekend van 28,5 jaar met een
standaarddeviatie van 2,5 jaar - kan u niet worden beschouwd als minderjarige. Na confrontatie met de
beslissing van de dienst Voogdij op uw persoonlijk onderhoud op het CGVS gaf u aan de beslissing te
respecteren, maar bleef u volhouden 22 jaar oud te zijn (CGVS, p. 5). Beide versies van uw taskara
bevestigen echter uw meerderjarigheid en maken namelijk melding van een leeftijd van 13 jaar op 21
Sawr 1391 (Afghaanse kalender, komt overeen met 20 april 2012 volgens de Gregoriaanse kalender),
waardoor u bij aankomst in België volgens uw taskara 21 jaar oud was. Bovendien bleek dat u reeds bij
uw aankomst in België op de hoogte was van uw meerderjarigheid maar dat u zich op advies van enkele
jongens als minderjarig liet registreren (CGVS, p. 5, 17). Overigens verklaarde u dat er zich op de
achterkant van uw taskara een sticker bevond die werd gebruikt om uw stem te k unnen uitbrengen tijdens
de verkiezingen in Afghanistan (CGVS, p. 17). Hoewel u aangeeft niet te zijn gaan stemmen, bevestigt u
wel dat deze stickers enkel aan volwassenen in Afghani stan werden uitgedeeld, om vervolgens hun stem
te kunnen uitbrengen. Hiermee bevestigt u ook dat u reeds in Afghanistan als volwassene werd behandeld
(CGVS, p. 17). Uit het feit dat u bij uw asielaanvraag bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) verklaarde
16 jaar te zijn, en zich dus op zijn minst 10 jaar jonger voordeed dan u in werkelijkheid was, blijkt dat u
heeft getracht de Belgische asielinstanties op intentionele wijze te misleiden. Het spreekt voor zich dat
een correct zicht op de leeftijd essentieel is om te kunnen inschatten welke kennis van u mag verwacht
worden en in welke omstandigheden u in Afghanistan geleefd zou hebben. Er komt naar voren dat u in
wezen reeds geruime tijd als meerderjarige man in Afghanistan hebt geleefd. Men kan zich bijgevolg ook
vragen stellen bij uw verklaring als zou u in Afghanistan geen andere bezigheden gehad hebben dan uw
moeder te helpen in het huishouden (CGVS, p.7). Voorgaande vaststellingen tasten niet enkel de
algemene geloofwaardigheid van uw verklaringen op ernstige wijze aan, maar betekenen ook dat er –
gezien de leeftijdsvaststellingen - kan getwijfeld worden aan de authenticiteit van de door u neergelegde
taskara’s.
Verder mag het ten stelligste verbazen dat u bij de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een andere
versie van de feiten in Afghanistan gaf. Bij de DVZ verklaarde u immers dat u door de taliban op een
gegeven moment verplicht werd wapens naar de berg te brengen, u werd toen twee dagen vastgehouden
op de berg waarna u vrijgelaten werd. U besloot Afghanistan 1 dag later te verlaten aa ngezien u meende
dat u enerzijds problemen kon krijgen met de toenmalige overheid omdat u wapens voor de taliban
vervoerd had en anderzijds problemen met de taliban indien u hun wapens niet [meer] zou vervoeren,
niks meer, niks minder (DVZ, vragenlijst CGVS, vraag 5). Tijdens het persoonlijk onderhoud op het C GVS
stelt u de feiten echter totaal anders voor. Uit uw verklaringen op het CGVS komt naar voren dat de tali ban
u binnen een tijdspanne van een tiental maanden niet een keer maar drie keer wapens lieten vervoeren
naar hun berg ; dat ze u ervan beschuldigden een overheidsspion te zijn ; dat ze u ervan beschuldigden
de arrestatie van Hedayat en de dood van Mahmad, allebei zonen van taliban leider Qader, op uw
geweten te hebben en dat ze u vervolgens twee dagen mishandeld hebben en ondervraagd waarna u kon
ontsnappen met de hulp van een barmhartige talib (CGVS, p.10-11). Bij de DVZ repte u echter geen
enkel woord over het feit dat u door de taliban werd bestempeld als overheidsspion noch over het
feit dat u beschuldigd werd van de dood van Mahmad en de arrestatie van Hedayat. Wanneer u op
het CGVS met deze tegenstrijdigheden wordt geconfronteerd, zegt u dat u op de DVZ hetzelfde verhaal
had kunnen vertellen, maar dat er van u verwacht werd enkel de ‘kleine dingen’ te vermelden en het
overige te houden voor het grote interview (CGVS, p. 3, 11). Deze verklaring kan allesbehalve
bovenvermelde tegenstrijdigheden uitwissen, noch weet dit enige verschoning te bieden. Indien u
daadwerkelijk door de taliban ervan werd verdacht een overheidsspion te zijn, die mede daardoor de
arrestatie van de ene zoon en de dood van een andere zoon van een talibanleider veroorzaakte, en u
hierom een vrees kende, kon redelijkerwijze van u verwacht worden dat u deze zaken van in den beginne
had vermeld bij de DVZ, het betreffen immers essentiële elementen die de kern van uw asielrelaas op het

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT