Arrêt Nº281222 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/11/2022
| Judgment Date | 30 novembre 2022 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
| Judgement Number | 281222 |
| Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 281 222 van 30 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat O. TODTS
Henri Jasparlaan 128
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 4 juli 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
17 juni 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat O. TODTS, die verschijnt voor de verzoekende partij en van
attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 2003.
1.2. De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 11 april 2019. Op 12 april 2019
dient de verzoekende partij een eerste verzoek om internationale bescherming in. Op 23 april 2020 neemt
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de commissaris-generaal) een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus. Tegen
voormelde beslissing dient de verzoekende partij beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
(hierna: de Raad). Bij ’s Raads arrest van 18 december 2020 met nummer 246 522 wordt de verzoekende
partij niet als vluchteling erkend en wordt de subsidiaire beschermingsstatus aan de verzoekende partij
geweigerd.
RvV X - Pagina 2
1.3. Op 19 april 2021 dient de verzoekende partij een tweede verzoek om internationale bescherming in.
Op 1 juli 2021 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot niet-ontvankelijk verzoek. De
verzoekende partij dient geen beroep in tegen deze beslissing.
1.4. Op 18 augustus 2021 dient de verzoekende partij een derde verzoek om internationale bescherming
in. Op 17 juni 2022 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot niet-ontvankelijk verzoek. Deze
beslissing, die de verzoekende partij bij aangetekende brief van 20 juni 2022 ter kennis wordt gebracht,
is de bestreden beslissing:
“A. Feitenrelaas
U, [S. Y.], verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, een Pashtoun van etnische origine en een
soennitische moslim van religie te zijn. U bent in het jaar 2003 geboren in het dorp Jaw Dara, dat in het
district Haska Meyna of Deh Bala ligt, in de provincie Nangarhar. U heeft vijf zussen en twee broers. U
bent niet naar school gegaan in Afghanistan, wel ging u zo’n drie tot vier jaar naar de ‘madrassa’
(koranschool). Uw moedertaal is het Pashtou.
Uw vader werkte voor het districtshuis. Omwille van zijn werk werd hij bedreigd door de taliban. Ze wilden
dat hij met zijn job zou stoppen. Hij gaf hier geen gevolg aan. Op een bepaald moment, u was toen zo’n
acht à negen jaar oud, kwam uw vader om door een landmijn. Dit was het werk van de taliban. Na zijn
dood kwamen de taliban naar uw huis. Ze vroegen uw moeder dat u hen zou vervoegen. Uw moeder
weigerde dat. Hierna ging u niet meer naar de madrassa. Zo’n acht tot twaalf maanden na de dood van
uw vader stuurde uw moeder u naar uw oom. Daar woonde u zo’n anderhalf tot t wee jaar. In deze periode
werd uw oom benaderd en werd hij gevraagd waar u was. Omdat uw oom vond dat u het leven van zijn
kinderen in gevaar bracht, verhuisde u naar het huis van een vriend van uw oom, in S hega. Daar woonde
u vier jaar. In deze periode vonden er geen incidenten plaats. U vertrok rond november 2018 uit
Afghanistan. Na uw vertrek werd uw moeder thuis opgezocht en werd er gevraagd waar u was. Ze zei dat
ze niet wist waar u was, waarop ze werd geslagen.
U kwam op 11 april 2019 België binnen en diende de daaropvolgende dag een eerste verzoek om
internationale bescherming in. U stelde niet te kunnen terugkeren naar Afghanistan omdat u de taliban
vreesde. U stelde dat de taliban u wilden rekruteren. Vijf tot zeven maanden voor uw persoonlijk
onderhoud op het CGVS was er brand in uw ouderlijk huis. U dacht dat de documenten van uw vader in
deze brand vernietigd zijn geweest. Op 18 oktober 2019 was er tijdens het vrijdagsgebed in de moskee
van uw dorp een aanslag. Maar liefst 62 personen kwamen hierbij om het leven en er waren meer dan 30
gewonden. Na deze aanslag had u geen contact meer met uw familie.
Bij de Dienst Vreemdelingenzaken legde u uw ‘taskara’ (Afghaans identiteitsbewijs) neer en die van uw
vader, samen met een enveloppe die werd verstuurd vanuit Kabul.
Na het persoonlijk onderhoud ontving het CGVS per mail volgende documenten: een foto van uw
overleden vader, een persartikel over de aanslag op uw vader, een (onleesbare) stemkaart van uw vader,
een deel van een artikel over het incident waarbij uw vader omkwam, een (onduidelijke) foto van uw vader
op zijn werk, een foto van brokstukken van een wagen, een overlijdensakte van uw vader, een
opleidingscertificaat van uw vader, een verkiezingsaffiche van uw vader als kandidaat van de provinciale
raad van Nangarhar, twee documenten uitgaande van het Directoraat-generaal van Tewerkstelling
aangaande selectieprocedures waaraan uw vader deelnam, een document opgesteld door de directeur
van het bevolkingsregister van Nangarhar m.b.t. de dood van uw vader tijdens de uitvoering van zijn ambt,
een document uitgaande van het Directoraat- generaal van Tewerkstelling aan het bevolki ngsregister van
Nangarhar over de goedkeuring van het ontslag van uw vader na zijn overlijden, een document opgesteld
door de deputé van de provinciale gouverneur t.a.v. het Ministerie van Binnenlandse Zaken aangaande
een aanvraag van de pensioenrechten van uw vader door zijn erfgenamen, een werkdocument van uw
vader over financiële vergoedingen opgesteld na zijn dood, een document gericht aan de rechtbank van
Haska Meyna over de dood van uw vader opgesteld door de personeelsdienst van politiekantoor van
Haska Meyna, een document waarin vragen worden gesteld aan de dorsouderen van Jaw Dara, een
document gericht aan de districtshuis over de mogelijkheid om schadevergoeding te krijgen na de dood
van uw vader, formulier voor assistentie aan martelaars en gewonden van zelfmoord of bomaanslagen,
twee documenten aangaande de betaling van hulp aan de erfgenamen van de martelaren, waarbij in het
laatste document uw vader bij naam wordt genoemd, een documenten waarin het overlijden van uw vader
wordt bevestigd én een werkplan van het jaar 1381 van het Directoraat van ‘Life Statistics’ met een
evaluatieformulier van uw vader en job-omschrijving.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) nam op 23 juli 2020 een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus
omdat u verzaakte aan uw plicht tot medewerking. Zo bleek u geen eerlijk zicht te geven op uw
verblijfplaatsen vóór uw vertrek uit Afghanistan en de huidige en vroegere verblijfplaatsen van uw familie.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI