Arrêt Nº279963 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 10/11/2022

Judgment Date10 novembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number279963
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 279 963 van 10 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat A. SAKHI MIR-BAZ
Broustinlaan 88/1
1083 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 7 juli 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
29 juni 2022 tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 21 september 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
13 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. DENIES.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. MIR-BAZ die verschijnt voor de verzoekende partij, en van
attaché E. VANMECHELEN, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, komt volgens zijn verklaringen op 7
oktober 2018 België binnen zonder enig identiteitsdocument en dient op 9 oktober 2018 een verzoek om
internationale bescherming in. Op 29 mei 2019 beslist de commissaris-generaal voor de vluchtelingen
en de staatlozen (hierna: de commissaris-generaal) tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
1.2. Verzoeker dient op 27 juni 2019 een tweede keer verzoek om internationale bescherming in. Nadat
dit verzoek op 20 september 2019 ontvankelijk wordt verklaard en verzoeker op 21 oktober 2019 op
het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (hierna: CGVS) opnieuw
wordt gehoord, beslist de commissaris-generaal op 27 november 2019 opnieuw tot weigering van
vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Bij arrest met nummer X van 26
RvV X - Pagina 2
augustus 2020 wordt deze beslissing door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad)
bevestigd.
1.3. Verzoeker dient op 29 september 2020 een derde verzoek om internationale bescherming in.
1.4. De commissaris-generaal neemt op 2 maart 2021 een beslissing tot niet-ontvankelijkheid van een
volgend verzoek om internationale bescherming. Deze beslissing wordt bij arrest met nummer X van 27
september 2021 vernietigd.
1.5. De commissaris-generaal neemt op 29 juni 2022 opnieuw een beslissing tot niet-ontvankelijkheid van
een volgend verzoek om internationale bescherming. Deze beslissing, die de bestreden beslissing
uitmaakt, luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te bezitten. U bent van Pashtoense origine.
Eerder verklaarde u dat u afkomstig bent van Khushal Khail (district Tagab, provincie Kapisa). U volgde
enkele jaren koranlessen in de plaatselijke moskee maar bent grotendeels ongeletterd gebleven. U
beweerde minderjarig te zijn. Uw moeder en uw vijf jongere broers verbleven in Qarjanwala (eveneens in
Tagab), zo zei u, bij uw oom R. die daar woont. Een drietal maanden voor uw vertrek uit Afghanistan
zouden vier personen van de taliban u hebben aangesproken. U was op dat moment met uw vee aan de
voet van de berg. De taliban wilden weten wie u was en waar u woonde. Vervolgens zeiden ze dat ze
honger hadden, en dat u hen eten moest brengen. U liep naar huis, liet uw moeder eten klaarmaken en
bracht dit vervolgens naar de taliban. Kort daarna brak een gevecht uit waarbij de taliban werden
aangevallen en onder vuur genomen. U schrok en rende naar huis. Drie dagen later zijn de taliban naar
uw huis gekomen. De taliban meenden dat u hen had verraden en betichtten u van spionage. U had zich
verstopt en de taliban konden u niet vinden. Zij zijn nog enkele keren teruggekomen en hebben dan uw
vader, die zij ook een spion noemden, ontvoerd. Zestien dagen later brachten ze zijn dode lichaam terug.
Al die tijd leefde u ondergedoken bij uw oom. Omdat u niet veilig was voor de taliban en omdat ook uw
oom de taliban vreesde, werd beslist dat u moest vertrekken. U ging naar Nimroz, stak de grens over en
bent vervolgens via Iran, Turkije, Griekenland, Italië en Frankrijk naar België gekomen. Op 9 oktober 2018
ging u zich aanmelden bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en diende u uw verzoek om internationale
bescherming in. Ter staving van uw verklaringen legde u de taskara (Afghaans identiteitsdocument) van
uzelf en van uw vader neer.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) nam op 29 mei 2019 een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
Het CGVS kwam daarbij tot de vaststelling dat aan uw beweerde herkomst uit Tagab niet het minste
geloof kon worden gehecht. U diende geen beroep in.
Zonder België te verlaten diende u op 27 juni 2019 een tweede verzoek om internationale bescherming
in. Dit verzoek werd ontvankelijk verklaard, waarna u op 21 oktober 2019 nogmaals gehoord werd. U
wijzigde uw relaas op tal van punten en verklaarde wat volgt. U bent in Pakistan of Afghanistan geboren,
dat was u niet zeker. U groeide als Afghaans vluchteling op in Gujrat, provincie Punjab in Pakistan. Uw
familie is oorspronkelijk afkomstig van Tagab, Kapisa, zoals u eerder ook had gezegd. U heeft drie oudere
zussen waar u tijdens de eerste asielprocedure geen melding van maakte. Tevens gaf u aan dat u de
jongste van vijf broers bent, en niet de oudste zoals u voordien verklaarde. Uw broers wonen met hun
gezinnen ergens in Pakistan, uw gehuwde zusse verblijven met hun echtgenoten en kinderen in
Jalalabad. De situatie voor Afghanen in Pakistan was erg moeilijk. Jullie werden veelvuldig lastig gevallen
door de politie. Om die reden besliste uw vader drie, vier of vijf jaar geleden met gezin naar Tagab terug
te keren, waar jullie dan de problemen zouden hebben gekend die u aanhaalde bij uw eerste
asielaanvraag. De taliban beschuldigden u van samenwerking met de autoriteiten, vervolgens
ontvoerden en vermoordden zij uw vader. Na een verblijf van vier of vijf maanden in Tagab zou u met uw
moeder naar Gujrat zijn teruggekeerd. U zei dat zij daar nog steeds verbleef. Omdat u de situatie in
Pakistan beu was, bleef u daar maar vijftien tot twintig dagen alvorens het land definitief te verlaten. Ter
staving van uw tweede verzoek legde u volgende documenten neer: de originele PoR (Proof of
Registration) kaarten van u en uw ouders en de enveloppe waarmee deze documenten werden verstuurd.
RvV X - Pagina 3
Het CGVS nam op 28 november 2019 opnieuw een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus
en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Met arrest 240 051 d.d. 26 augustus 2020 nam de
RvV een gelijkaardige beslissing. U diende geen cassatieberoep in.
Zonder naar uw land van herkomst te zijn teruggekeerd, heeft u op 29 september 2020 een derde verzoek
om internationale bescherming ingediend. U zegt deze keer dat u in Khushal Khail (Tagab) geboren bent
maar op jonge leeftijd naar Pakistan verhuisd bent. Uw vader werd lang geleden door de taliban gedood.
Zelf kende u problemen in Pakistan, met name met de politie die u lastig viel. In tegenstelling tot wat u
eerder beweerde, bent u nooit naar Afghanistan teruggekeerd. Mocht u zich in Afghanistan vestigen, dan
zal u daar worden gedood door de taliban die eerder uw vader al hebben vermoord.
Ter staving van uw derde verzoek legt u volgende documenten neer: een huurcontract voor een woning
in Pakistan, elektriciteitsfacturen, medische documenten van uw moeder, een medisch document van uw
zus, twee video’s waarop uw moeder te zien is, twee foto’s waarop u met uw broers en zus te zien bent,
een kopie van de vluchtelingenkaarten van uw broers en zussen, twee enveloppen waarin deze stukken
verstuurd werden.
Op 3 maart 2021 verklaarde het CGVS uw derde verzoek niet-ontvankelijk. U ging tegen deze beslissing
in beroep bij de RvV. Op 27 september 2021 heeft de Raad de beslissing van het CGVS vernietigd en
werd uw dossier naar het CGVS teruggestuurd.
B. Motivering
Wat betreft de beoordeling in toepassing van artikel 48/9 van de Vreemdelingenwet, moet
vooreerst worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal naar aanleiding van uw tweede verzoek om
internationale bescherming géén bijzondere procedurele noden in uw hoofde heeft kunnen vaststellen die
het nemen van bepaalde specifieke steunmaatregelen rechtvaardigen.
Op grond van het geheel van de gegevens die actueel in uw administratief dossier voorhanden zijn, kan
worden vastgesteld dat er zich géén bijkomende elementen aandienen noch door u worden aangereikt
die hier een ander licht op werpen.
Bijgevolg blijft de vorige beoordeling onverkort gelden en kan er in het kader van onderhavige
procedure redelijkerwijze worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden en dat u in de
gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Het CGVS is er zich van bewust dat uw persoonlijk onderhoud bij de DVZ op 8 februari 2021 plaatsvond,
voordat de taliban in augustus 2021 de macht overgenomen heeft, en erkent dat er met de
machtsovername een nieuwe situatie in uw land van herkomst is ontstaan. Er moet worden benadrukt
dat, indien de machtsgreep van de taliban tot gevolg heeft dat uw individuele situatie dermate gewijzigd
is dat u hierdoor een nood aan internationale bescherming heeft, er redelijkerwijze van u kan verwacht
worden dat u zelf zo spoedig mogelijk de relevante elementen ter staving hiervan zou overmaken aan het
CGVS (zie art. 48/6, § 1 Vw. en art. 17, § 3 KB CGVS). Er moet echter worden vastgesteld dat u sinds de
machtsovername geen enkel concreet element heeft meegedeeld. Het CGVS heeft tevens onderzocht of
er, na onderzoek van de nieuwe situatie in Afghanistan en op basis van het geheel van de elementen en
de vaststellingen in uw dossier, indicaties zijn van elementen die een impact zouden hebben op uw
persoonlijke situatie, maar kwam tot de vaststelling dat er geen zulke indicaties in uw hoofde aanwezig
zijn. Mocht dit toch het geval zijn geweest en zouden er dergelijke indicaties zijn geweest, dan zou een
nieuw persoonlijk onderhoud georganiseerd zijn. Uit bovenstaande vaststellingen blijkt echter dat
het CGVS een duidelijk zicht heeft op alle relevante aspecten in het licht van de machtsovername en uw
persoonlijke situatie en profiel en dat er geen indicaties zijn dat in uw geval een bijkomend persoonlijk
onderhoud noodzakelijk moet worden geacht.
Na onderzoek van alle stukken aanwezig in uw administratief dossier, dient voorts vastgesteld te worden
dat uw verzoek niet-ontvankelijk moet verklaard worden.
In overeenstemming met artikel 57/6/2, § 1, eerste lid van de Vreemdelingenwet, onderzoekt
de commissarisgeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in geval van een volgend verzoek bij
voorrang of er nieuwe elementen of feiten aan de orde zijn, of door de verzoeker zijn voorgelegd, die de
kans aanzienlijk groter maken dat de verzoeker voor erkenning als vluchteling in de zin van artikel 48/3 of

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT