Arrêt Nº276757 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/08/2022

Judgment Date31 août 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number276757
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
RvV X - Pagina 1
nr.
276 757
van
31
augustus
2022
in de zaak RvV X / XI
In zake:
X
ten kantore van advocaat C.
DETHIER
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE XIeKAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Iraanse nationaliteit te zijn, op 1 april 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de adjunct-commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 28 februari 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 23 mei 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 17 juni 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken S. VAN CAMP.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat E. VANDERHAEGEN loco
advocaat C. DETHIER, en van attaché I. SNEYERS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die volgens zijn verklaringen België is binnengekomen op 20 april 2021, diende op 22
april 2021 een verzoek om internationale bescherming in.
1.2. Op 28 februari 2022 nam de adjunct-commissaris-generaal de beslissing tot weigering van de
vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing, die verzoeker
bij aangetekende brief van 28 februari 2022 ter kennis werd gebracht, is de bestreden beslissing die luidt
als volgt:
“Asielaanvraag: 22/04/2021
Overdracht CGVS: 27/05/2021
RvV X - Pagina 2
U werd op 6 augustus 2021 van 9u10 tot 12u55 en op 29 september 2021 van 14u20 tot 18u05 gehoord
op de zetel van het Commissariaat-generaal, bijgestaan door een tolk die het Farsi machtig is. Uw
advocate, meester Colombe Dethier, woonde beide persoonlijke onderhouden bij.
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen heeft u de Iraanse nationaliteit en bent u afkomstig uit Astaneh-ye Ashfrafiyeh
(Iran). Op 27 dey 1378 (Iraanse tijdrekening, komt overeen met 17 januari 2000 volgens de westerse
kalender) huwde u met N.H. (O.V. (...)). U werkte in Iran gedurende zeven jaar als scheepsingenieur bij
het nationale scheepvaartbedrijf IRSL. In september 2018 werd u door uw schoonvader geïntroduceerd
bij het bedrijf M.D.K. Nadat u ongeveer een maand voor dat bedrijf werkte, kwam u te weten dat het een
dochteronderneming was van een ander bedrijf, dat eigendom was van de geestelijke leider van Iran, Ali
Khamenei. U ontdekte dat de kapitein van het schip waarop u werkte, de heer B., samenwerkte met vijf
mensen uit het hoofdkantoor van het bedrijf om op illegale wijze vrachten te vervoeren. Bij uw volgende
opdracht voor het bedrijf, in het jaar 2020, moest u helpen om een schip te repareren dat vast was komen
te zitten op het eiland Lavan (Perzische golf van Iran). Na vijf dagen op het schip vertelde de buitenlandse
bemanning u dat de eigenaars van het schip, het bedrijf E.S.L., samenwerkte met de Sepah (Iraanse
inlichtingendienst). Na de reparatie voer het schip verder naar Dubai, waar jullie gedurende 20 tot 25
dagen zouden aanmeren. In die periode werd Qasem Suleimani vermoord. Uit vrees voor oorlog werd
aan het schip gevraagd om naar de haven van Sharjah (Verenigde Arabische Emiraten) te gaan. Daar
kwam het havenpersoneel te weten dat het schip was volgeladen in Iran, terwijl op de boorddocumenten
was geschreven dat het schip uit Basra (Irak) kwam. Er ontstond een conflict tussen Sepah en E.S.L.,
waardoor het schip onder arrest gelegd werd. U spendeerde vervolgens tien en een halve maand op het
schip in Dubai. U kreeg tijdens deze periode geen visum en dus ook geen toes temming om uit te stappen
en aan land te gaan. Tijdens die periode reisde uw echtgenote met een studentenvisum naar België in
het kader van haar doctoraatsstudie. U bezorgde haar het geld dat zij nodig had om zich in België in te
schrijven aan de universiteit. Toen u uiteindelijk in oktober 2020 alsnog toestemming verkreeg om de boot
in Dubai te verlaten, besloot u om samen met uw zoon en echtgenote naar België te verhuizen. Als
zeevaarder kon u immers werken gedurende zes maanden per jaar en de overige zes maanden in België
doorbrengen. In azar 1399 (december 2020) vroeg u een internationaal paspoort aan. Op 15 december
2020 had u een afspraak bij de Belgische ambassade in Teheran voor het regelen van een visum voor
gezinshereniging. Aan het begin van 2021 kreeg u telefoon van uw schoonvader. Hij probeerde u te
overtuigen om een nieuwe opdracht voor het bedrijf aan te nemen in Yemen en hij vertelde u dat u
binnenkort zou gecontacteerd worden door de heer B. U zei dat u ziek was omdat u geen rol meer wilde
spelen in de illegale praktijken waarin uw schoonvader verwikkeld was. Op 3 of 4 farvardin 1400 (22 of 23
maart 2021) nam uw echtgenote contact met u op en drong ze erop aan dat u de opdracht van uw
schoonvader zou aanvaarden, wat u weigerde. Op 11 farvardin 1400 (31 maart 2021) kwam uw
echtgenote zelf vanuit België naar Iran om u te overtuigen. U deed alsof ze hierin geslaagd was, waarna
uw echtgenote op 23 farvardin 1400 (12 april 2021) samen met uw zoon terugkeerde naar België. Het
was op dat moment uw bedoeling om uw verlopen reisdocumenten te verlengen en ongeveer een maand
later eveneens naar België te reizen. Twee dagen na het vertrek van uw echtgenote nam kapitein B.
telefonisch contact met u op met de boodschap dat hij zou langskomen, wat hij de volgende dag ook deed.
Hij en twee andere heren vertelden u dat ze uw hulp nodig hadden om wapens naar Yemen te vervoeren.
U zou voor vier maanden werk een bedrag van honderdduizend dollar overhandigd krijgen. Ze beloofden
ook om uw reisdocumenten in orde te brengen. Omdat u zich geïntimideerd voelde, deed u alsof u
instemde met hun voorstel. Een dag later belde u een vriend die in Engeland woont. Die vriend regelde
een vliegtuigticket voor u naar België. Op 20 april 2021 vloog u vanuit Teheran via Turkije naar België. In
Turkije belde u met uw echtgenote om te zeggen dat u niet van plan was de opdracht voor het bedrijf uit
te voeren. Uw echtgenote drong er op aan dat u het toch zou doen omdat haar vader anders
gezichtsverlies zou lijden en omdat de financiële voorwaarden heel gunstig waren. Toen u in België naar
de woning ging die uw echtgenote had gehuurd, belde ze de politie en werd u opgepakt. Ongeveer 25
dagen later kreeg u bericht dat er een Iraans schip was onderschept dat wapens vervoerde. U weet het
niet zeker maar u vermoedt dat het gaat om het schip waarvoor de heer B. u wilde rekruteren. Op 15
khordad 1400 (5 juni 2021) vertelde uw moeder u dat de Iraanse autoriteiten bij u thuis waren langs
geweest en dat uw vader en uw broer waren meegenomen voor ondervraging. De vertegenwoordigers
van de autoriteiten vroegen aan uw familieleden waar u was en vertelden uw vader dat u als spion voor
de Mossad werkte omdat u de route onthuld had waarlangs de wapens gesmokkeld werden. Twintig
dagen later probeerde u een tweede keer met uw echtgenote te spreken aan haar woning in België,
waarna zij opnieuw de politie belde. U kwam te weten dat uw schoonvader met een volmacht van uw
echtgenote al uw bezittingen in Iran in beslag had laten nemen.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT