Arrêt Nº274434 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 21/06/2022

Judgment Date21 juin 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number274434
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 274 434 van 21 juni 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat J. WALDMANN
Rue Jondry 2A
4000 LIEGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Iraakse nationaliteit te zijn, op 4 februari 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
20 januari 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 10 mei 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 14 juni 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken I. FLORIO.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KALIN, die loco advocaat J. WALDMANN verschijnt voor de
verzoekende partij, en van attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart de Iraakse nationaliteit te hebben en België als minderjarige vergezeld van
zijn ouders te zijn binnengekomen op 7 juni 2015, dient op 9 juni 2015 een eerste verzoek om
internationale bescherming in. Op 30 november 2017 neemt de commissaris-generaal voor vluchtelingen
en staatlozen (hierna: de commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus
en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna:
de Raad) weigert bij arrest nr. X van 20 september 2018 de vluchtelingenstatus en de subsidiaire
beschermingsstatus.
RvV X - Pagina 2
1.2. Op 15 januari 2019 dient verzoeker een tweede verzoek om internationale bescherming in. Op 17
september 2019 weigert de commissaris-generaal dit verzoeker in overweging te nemen. Verzoeker dient
geen beroep in tegen voormelde beslissing.
1.3. Inzake het door verzoeker op 10 oktober 2019 ingediende derde verzoek om internationale
bescherming wordt door de Dienst Vreemdelingenzaken (hierna: de DVZ) op 10 december 2019 een
beslissing tot afstand genomen (technische weigering).
1.4. De door verzoeker op 24 december 2019 en op 29 december 2020 ingediende vierde en vijfde
verzoek om internationale bescherming worden door de commissaris-generaal respectievelijk op 4 mei
2020 en 18 februari 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker dient geen beroep in tegen voormelde
beslissingen.
1.5. De DVZ verklaart het zesde verzoek om internationale bescherming, ingediend op 6 april 2021, niet-
ontvankelijk op 8 juni 2021 daar verzoeker geen gevolg gaf aan de oproeping voor zijn interview. Hij
diende geen beroep in tegen die beslissing.
1.6. Op 3 november 2021 dient verzoeker een zevende verzoek om internationale bescherming in. Op 20
januari 2022 verklaart de commissaris-generaal dit volgend verzoek niet-ontvankelijk. Dit is de bestreden
beslissing, die aangetekend wordt verstuurd op 24 januari 2022 en die luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen heeft u de Iraakse nationaliteit en bent u op X 2000 geboren in X, Centraal-Irak.
U bent een soennitische moslim van Arabische origine. U verliet Fallujah omwille van de inval van
Islamitische Staat (IS) op 4 januari 2014. Het hoofd van uw stam sloot zich aan bij IS en wilde dat de rest
van de stam dit ook deed. Uw oom en neef bleven achter in Fallujah en werden vermoord door IS. U en
uw familie vertrokken via Bezebis naar Bagdad. Jullie konden een huis huren van een collega van uw
vader in de wijk Al Yarmouk. Uw vader ging aan de slag als docent aan de universiteit en uw moeder als
leerkracht in een middelbare school. U en uw broers gingen er naar school. Rond februari 2014 maakte
u een incident mee met een agent.
De man wilde weten hoe u en uw vriend heetten. Opeens haalde hij uit met een mes en kreeg u een kras
op uw arm. U weet niet waarom die man u aansprak of waarom hij naar u uithaalde met een mes. U
vertelde het incident niet aan uw ouders. Op een dag wandelde u langs de hoofdstraat naar huis. U werd
tegengehouden door een agent en meegenomen naar een kamertje waar hij u sloeg. U weet niet waarom
hij dit deed. Er was geen aanleiding en de agent zei niets tegen u. U werd een tijdje later weer vrij gelaten.
Uw broer A. vertrok na een paar maanden verblijf in Bagdad naar Oostenrijk. Een aantal mensen van de
Jumaili-stam werden in verschillende sjiitische wijken vermoord. Op een dag besliste uw vader dat jullie
moesten vertrekken uit Bagdad. U wist niet waarom. Uw vader vreesde dat u problemen zou ondervinden
omwille van uw voornaam ‘B.’, aangezien deze naam refereert naar een voorname ‘a.’ in de soennitische
geloofstraditie. U verliet Bagdad op 17 mei 2015, samen met uw ouders en uw broers, in de laadbak van
een vrachtwagen, richting Erbil, Noord-Irak. U verbleef twee dagen in Erbil. U reisde vervolgens samen
met uw broer Z.A.A.A.J. (OV X en CG X) naar Turkije. De reis zette zich verder via Griekenland naar
België. U kwam aan in België op 7 juni 2015 en u verzocht op 9 juni 2015 een eerste maal om
internationale bescherming. U was op dat moment nog minderjarig. Uw ouders en uw broer M. keerden
na twee maanden terug naar Bagdad. Uw ouders hervatten hun werk en uw broer M. ging er terug naar
de middelbare school.
Ter staving van uw eerste verzoek legde u volgende originele documenten neer: een identiteitskaart, een
leerlingenkaart, een toelating om deel te nemen aan de examens en de werkbadges van uw vader. U legt
ook een kopie neer van de documenten van uw broer A. van Oostenrijk, de identiteitskaarten en het
nationaliteitsbewijzen van uw moeder en uw vader, een uittreksel van de leerkrachtengroep in verband
met uw moeder, een huwelijksakte, een verdeelakte van een erfenis, een cijferlijst van uw moeder haar
studies, een document van de onderwijsinstantie (Bagdad) in verband met uw broer Z., een
eigendomsakte, een document van een stuk grond op naam van uw moeder, een overplaatsing van uw
vader van het ministerie van onderwijs naar het ministerie van hoger onderwijs, een promotie van uw
vader tot docent, een attest in verband met het masterdiploma van uw vader, de omslag van het
manuscript van uw vader, een administratief bevel waarin uw vader tot doctorandus gepromoveerd wordt,
de eerste pagina van uw paspoort en dat van Z., een ziekenhuisattest van Z., een studentenkaart van
Z.en een kentekenbewijs van de auto van uw vader.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT