Arrêt Nº273279 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 24/05/2022

Judgment Date24 mai 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number273279
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 273 279 van 24 mei 2022
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat B. BRIJS
Moskoustraat 2
1060 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Franse nationaliteit te zijn, op 8 maart 2022 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 7 februari 2022 tot intrekking van
verblijf.
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 14 maart 2022 met refertenummer
X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 6 april 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 13 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken S. DE MUYLDER.
Gehoord de opmerkingen van advocaat B. BRIJS, die verschijnt voor de verzoekende partij en van
advocaat L. RAUX, die loco advocaat A. DE WILDE verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Op 12 maart 2004 dient de verzoekende partij in Antwerpen een aanvraag tot vestiging in als arbeider.
Zij legt daartoe een Franse identiteitskaart voor alsook een arbeidsovereenkomst.
1.2. Op 14 januari 2008 wordt de dienst Opsporingen van de dienst vreemdelingenzaken door de
stadsdienst ingelicht van het feit dat een collega-werknemer van verzoekende partij een verklaring heeft
afgelegd dat verzoekende partij niet de Franse maar de Marokkaanse nationaliteit zou hebben en dat de
Franse identiteitskaart gekocht zou zijn geweest voor 200 euro. Uit de weerslag van het telefoongesprek
tussen de dienst vreemdelingenzaken en de stadsdienst naar aanleiding van deze inlichting blijkt dat de
lokale recherche Antwerpen dient gecontacteerd te worden die het dossier verder zal opvolgen.
RvV X - Pagina 2
1.3. Op 3 oktober 2020 wordt de verzoekende partij die die dag met een vlucht vanuit Marokko terugkeert
naar België door de grenspolitie op de luchthaven van Gosselies tegengehouden en wordt haar een
beslissing tot terugdrijving gegeven omdat zij niet in bezit blijkt van de juiste binnenkomstdocumenten. Zij
heeft immers enkel haar Belgische verblijfskaart en Marokkaans paspoort voorgelegd terwijl zij als Franse
onderdaan die in België verblijfsrecht heeft verkregen ook in bezit moet zijn van haar Frans paspoort.
Diezelfde dag wordt zij ook van haar vrijheid beroofd met het oog op haar terugdrijving.
1.4. Uit de verklaringen van de verzoekende partij van 3 oktober 2020 blijkt dat zij het Arabisch, het Frans
en het Nederlands beheerst, dat zij geen ziekte heeft, dat zij in België of de Europese Unie een vrouw en
broer heeft en dat zij geen redenen heeft waarom zij niet zou kunnen terugkeren naar Marokko. Verder
blijkt uit het rapport van de grenspolitie dat verzoekende partij verklaarde naar Marokko te zijn gegaan
omdat haar broer ernstig ziek is en dat zij geen Frans identiteitsdocument meer in haar bezit heeft.
1.5. Op 5 oktober 2020 neemt de dienst vreemdelingenzaken contact op met de Franse autoriteiten met
de vraag of verzoekende partij wel de Franse nationaliteit heeft. Er wordt daarbij gewezen op de Franse
identiteitskaart (kopie die nog in het administratief dossier zat) en de verklaring van de collega-werknemer
zoals vermeld onder punt 1.2..
1.6. Op 6 oktober 2020 antwoorden de Franse autoriteiten dat de gedane opzoekingen niet toelaten vast
te stellen dat verzoekende partij de Franse nationaliteit heeft. Er worden geen gegevens inzake
verzoekende partij teruggevonden in de nationale registers. Geen enkele identiteitskaart met het nummer
zoals vermeld op de gebruikte identiteitskaart werd afgeleverd.
1.7. Op 17 oktober 2020 weigert de verzoekende partij terug gedreven te worden naar Marokko.
1.8. Op 19 oktober 2020 wordt het verzoek tot invrijheidstelling door de Raadkamer van Charleroi
verworpen. Het beroep hiertegen wordt verworpen door de Kamer van Inbeschuldigingstelling van Namen
op 3 november 2020.
1.9. Op 23 oktober 2020 weigert verzoekende partij andermaal de terugdrijving naar Marokko. Gelet op
de geweigerde covid-test wordt de terugdrijving voorzien op 19 december 2020 geannuleerd. Op 9
februari 2021 wordt een nieuwe terugdrijving ingepland. Op 6 februari 2021 weigert de verzoekende partij
evenwel opnieuw een covid-test.
1.10. Op 15 februari 2021 dient de verzoekende partij andermaal een verzoekschrift tot invrijheidstelling
in.
1.11. Op 17 februari 2021 vraagt de dienst grenscontrole of het verblijfsrecht van verzoekende partij kan
worden ingetrokken.
1.12. Op 22 februari 2021 beveelt de Raadkamer van Brussel de invrijheidstelling van verzoekende partij.
Op 10 maart 2021 wordt het beroep hiertegen verworpen door de Kamer van Inbes chuldigingstelling.
Verzoekende partij wordt vrijgesteld met een bevel om het grondgebied te verlaten.
1.13. Op 11 maart 2021 wordt beslist de frauduleus verkregen Belgische verblijfskaart in te trekken.
1.14. Op 24 augustus 2021 blijkt uit het analyserapport van de centrale directie van de technische en
wetenschappelijke politie dat de Franse identiteitskaart waarvan verzoekende partij zich bediende
inderdaad vals is.
1.15. Op 10 september 2021 richt de dienst vreemdelingenzaken een schrijven tot verzoekende partij
waarin haar meegedeeld wordt dat haar verblijfsrecht wordt onderzocht in het kader van een
fraudeonderzoek op grond van artikel 74/20, §§ 2 en 3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de
vreemdelingenwet). Verzoekende partij wordt uitgenodigd alle nuttige documenten en elementen over te
maken. Dit schrijven wordt aangetekend verstuurd naar het adres van verzoekende partij op 14 september
2021. Uit de gegevens van de post blijkt dat de post op 15 september 2021 een bericht heeft achtergelaten
doch dat de verzoekende partij de aangetekende zending niet heeft afgehaald.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT