Arrêt Nº273272 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 24/05/2022

Judgment Date24 mai 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number273272
RvV X - Pagina 1
nr. 273 272 van 24 mei 2022
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat J. DE LIEN
Broederminstraat 38
2018 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Kosovaarse nationaliteit te zijn, op 21 februari 2022
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 19 januari 2022 tot
weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 10 maart 2022 met refertenummer
X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 6 april 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 13 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken S. DE MUYLDER.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KALIN, die loco advocaat J. DE LIEN verschijnt voor de
verzoekende partij en van advocaat L. ASSELMAN, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT
verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Op 20 juli 2021 dient verzoekende partij een aanvraag tot verblijf in de hoedanigheid van familielid
van een Unieburger in.
1.2. Op 19 januari 2022 wordt beslist tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om
het grondgebied te verlaten. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
BESLISSING TOT WEIGERING VAN VERBLIJF VAN MEER DAN DRIE MAANDEN MET BEVEL OM
HET GRONDGEBIED TE VERLATEN
RvV X - Pagina 2
In uitvoering van artikel 52, §4, 5de lid gelezen in combinatie met artikel 58 of 69ter van het koninklijk
besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, wordt de aanvraag van een verblijfskaart van een familielid van een
burger van de Unie, die op 20.07.2021 werd ingediend door:
Naam: H. (..) Voorna(a)m(en): l. (..) Nationaliteit: Kosovo
Geboortedatum: X Geboorteplaats: Shushice R.R.: xxxxxxxxxxx
Verblijvende te: (..)
om de volgende reden geweigerd:
De betrokkene voldoet niet aan de vereiste voorwaarden om te genieten van het recht op verblijf van meer
dan drie maanden in de hoedanigheid van familielid van een burger van de Unie of van een ander familielid
van een burger van de Unie.
Betrokkene vroeg op 20.07.2021 gezinshereniging aan met zijn schoonzus F. G. (..) (RR: xxxxxxxxxxx),
van Hongaarse nationaliteit, met rijksregisternummer xxxxxxxxx.
Betrokkene vroeg de gezinshereniging aan op basis van artikel 47/1, 2° van de wet van 15.12.1980: ' de
niet in artikel 40bis, §2, bedoelde familieleden die, in het land van herkomst, ten laste zijn of deel uitmaken
van het gezin van de burger van de Unie;…’
Artikel 47/3, §2 van de wet van 15.12.1980 stelt dat 'de andere familieleden bedoeld in artikel 47/1, 2°,
moeten bewijzen dat zij ten laste zijn van de burger van de Unie die zij willen begeleiden of bij wie zij zich
willen voegen of dat zij deel uitmaken van zijn gezin. De documenten die aantonen dat het andere
familielid ten laste is of deel uitmaakt van het gezin van de burger van de Unie moet uitgaan van de
bevoegde overheden van het land van oorsprong of van herkomst. Bij ontstentenis hiervan, kan het feit
ten laste te zijn of deel uit te maken van het gezin van de burger van de Unie bewezen worden met elk
passen middel’.
Ter staving van bovenstaande voorwaarden van artikel 47/3, §2 van de wet van 15.12.1980 werden
volgende documenten voorgelegd:
* Reispaspoort Kosovo geldig tot 17.05.2027 met nummer P00960018 afgeleverd door MPB/MUP/MIA
op 18.05.2017.
* Geboorteakte H. F. (..) (partner referentiepersoon)
* Verklaring wettelijke samenwoning referentiepersoon
* 9 bewijzen van overmaken van geld via Western Union van de partner van de referentiepersoon
gericht aan M. H. (..), de vader van betrokkene. Deze bewijzen zijn dus niet gericht aan betrokkene, maar
aan diens vader. Er werd dus niet bewezen dat betrokkene wel degelijk afhankelijk was van de financiële
ondersteuning van de referentiepersoon om in zijn levensonderhoud te voorzien. De stortingsbewijzen
kunnen dan ook niet aanvaard worden als bewijs van financiële steun.
* Bewijs van de Republiek Kosovo Regering, Ministerie van Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening,
Kosovaars Kadastraal Agentschap, Gemeente Istog, Nr. Protocol: 1319/2021 dd 28.09.2021 op naam van
betrokkene waaruit blijkt dat hij geen onroerend eigendom bezit in dit kadaster. Dit document spreekt
enkel over de gemeente Istog, wat niet wil zeggen dat betrokkene niet kon beschikken over eventuele
eigendommen in andere delen of gemeenten van Kosovo. Het kan dan ook niet aanvaard worden als
afdoende bewijs van onvermogen.
* Een attest van de Belastingen van de Republiek Kosovo Regering, Ministerie van Financiën,
Administratie van de Belastingen van Kosovo dd 28.09.2021 op naam van betrokkene waaruit blijkt dat
de administratie van de Belastingen van Kosovo over geen gegevens beschikt op naam van betrokkene.
Voor zover betrokkene en de referentiepersoon wensen aan te tonen dat betrokkene voorafgaand aan de
huidige aanvraag gezinshereniging en reeds van in het land van herkomst deel uitmaakte van het gezin
van de referentiepersoon, dient opgemerkt te worden dat hieromtrent geen documenten werden
voorgelegd
Voor zover betrokkene en de referentiepersoon wensen aan te tonen dat betrokkene voorafgaand aan de
huidige aanvraag gezinshereniging en reeds van in het land van herkomst ten laste was van de
referentiepersoon, dient opgemerkt te worden dat betrokkene niet afdoende heeft aangetoond dat hij
onvermogend was in zijn land van herkomst of origine, er niet werd aangetoond dat hij voorafgaand aan
de aanvraag en reeds van in het land van herkomst of origine effectief ten laste was van de
referentiepersoon, er niet blijkt dat betrokkene en de referentiepersoon niet ten laste vielen/vallen van de
Belgische staat, en dat er niet werd aangetoond dat de referentiepersoon beschikt over voldoende
bestaansmiddelen om betrokkene ten laste te nemen.
Het gegeven dat betrokkene op heden op het adres van de referentiepersoon gedomicilieerd is, doet geen
afbreuk aan bovenstaande vaststellingen. Immers, louter het gegeven dat betrokkene op het adres van
de referentiepersoon gedomicilieerd was/is, heeft niet automatisch tot gevolg dat hij ook ten laste was/is
van de referentiepersoon. Immers, de voorwaarde van het ten laste zijn dient op een actieve wijze te
worden aangetoond en valt niet impliciet af te leiden uit het feit dat men onder hetzelfde dak woont (arrest

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT