Arrêt Nº259452 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 20/08/2021

Judgment Date20 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259452
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
259
452
van
20 augustus
2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
VAN LAER
Lange Van Ruusbroecstraat 76-78
2018 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 7 januari 2021 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
22 december 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 30 april 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 9 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat K. VAN DEN BROECK loco
advocaat M. VAN LAER en van attaché M. SOMMEN, die verschijnt voor de verwerende partij.)
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij die volgens haar verklaringen België binnenkwam in 2015, dient op 17
december 2015 een eerste verzoek om internationale bescherming in. Op 23 november 2017 neemt de
commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de commissaris-generaal) een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
Tegen deze beslissing dient de verzoekende partij beroep in bij de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. Bij arrest van 30 april 2019 met nummer X erkent de Raad de verzoekende
partij niet als vluchteling en wordt eveneens de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus
geweigerd.
1.2. Bij aangetekend schrijven van 19 maart 2019 dient de verzoekende partij een aanvraag in om, met
toepassing van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de
RvV X - Pagina 2
Vreemdelingenwet), tot een verblijf in het Rijk te worden gemachtigd. Op 28 juni 2019 neemt de
gemachtigde van de minister bevoegd voor asiel en migratie de beslissing waarbij de aanvraag om, op
medische gronden, tot een verblijf in het Rijk te worden gemachtigd ongegrond wordt verklaard. De
verzoekende partij vordert de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring van deze
beslissing bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Bij arrest van 18 november 2019 met nummer
228 836 verwerpt de Raad het beroep tot nietigverklaring en de vordering tot schorsing.
1.3. Op 1 augustus 2019 dient de verzoekende partij een tweede verzoek om internationale
bescherming in. Op 30 januari 2020 neemt de commissaris-generaal een beslissing “niet-ontvankelijk
verzoek (volgend verzoek)”.
1.4. Op 19 oktober 2020 dient de verzoekende partij een derde verzoek om internationale bescherming
in. Op 27 november 2020 wordt deze aanvraag aan de commissaris-generaal overgemaakt. Op 22
december 2020 neemt de commissaris-generaal een beslissing “niet-ontvankelijk verzoek (volgend
verzoek)”. Dit is de bestreden beslissing, als volgt gemotiveerd:
A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en tot de etnische groep van de Pashtunen te behoren.
U bent geboren in het dorp Malem Mahmad Jan of ook Wardak genoemd (district Chahar Dara,
provincie Kunduz) en leefde hier van uw geboorte tot uw vertrek uit Afghanistan in 2006. U woonde hier
samen met uw ouders, drie broers en jongere zus. Uw broer S. werkt sinds 2015 bij het Afghan National
Army (ANA). De rest van uw familie verblijft nog steeds in jullie huis in Chahar Dara.
U diende op 17 december 2015 een eerste asielaanvraag in België in. U verklaarde dat met de val van
de taliban in 2001 veel talibs naar Chahar Dara gevlucht zijn. Ze kwamen ook naar uw dorp en uw huis
waar ze, net zoals ze dit in andere huizen deden, bescherming zochten. Omdat ze gewapend waren
was uw familie bang en liet uw vader het toe dat ze binnen kwamen. Ze overnachtten een nacht in uw
huis. De volgende morgen kwamen de veiligheidstroepen naar uw dorp. Uw vader hoorde lawaai en
ging hierop naar buiten. Iemand genaamd Kuduz Chahar Dara of Kuduz Chepa kende uw vader en
vroeg hem of de taliban naar jullie dorp waren gekomen en of er zich enige talibs in uw huis bevonden.
Uw vader bevestigde aan deze persoon dat er zich inderdaad talibs in uw huis bevonden waarop deze
personen gearresteerd werden. In de moskee van het dorp volgde een aankondiging van de
veiligheidstroepen. Ze zeiden dat iedereen die onderdak biedt aan talibanleden deze personen moet
buitengooien en dat ze anders zelf zouden moeten vluchten omdat het dorp gebombardeerd zou
worden. Na deze aankondiging verstopte uw moeder jullie allemaal in een soort kelder in uw huis. Na
een aantal uren kwamen jullie weer buiten en zagen jullie dat de situatie weer kalm was. U noch uw
familie heeft tot 2006 andere problemen ondervonden in uw dorp. Rond 2006 zag u dat er mensen ’s
nachts naar uw dorp kwamen maar niemand wist echter wie deze mensen waren. Ongeveer 8 à 9
maanden voor uw vertrek uit Afghanistan kwam er op een dag iemand op uw deur kloppen. Uw broer
ging buiten om te zien wie het was. Jullie hoorden geschreeuw en discussie waarop ook uw vader naar
buiten ging. Toen uw vader buiten kwam zag hij echter niemand, ook uw broer was verdwenen. Uw
broer M. is in 2006 verdwenen en sindsdien hebben jullie niets meer vernomen over hem. Uw vader, die
lange tijd naar uw broer heeft gezocht maar hem niet heeft teruggevonden, gaf zichzelf de schuld van
de verdwijning van uw broer en is zes maanden na dit incident overleden aan een hartinfarct. Ongeveer
45 dagen na het overlijden van uw vader heeft u Afghanistan verlaten.
U heeft er ongeveer 5 à 5,5 maanden over gedaan om van Afghanistan tot Griekenland te reizen. In
2009 heeft u een asielaanvraag ingediend in Griekenland (uw vingerafdrukken werden er genomen op 5
mei 2009) maar u kreeg nooit de kans om een interview af te leggen en heeft dus ook nooit een
beslissing ontvangen in verband met deze asielaanvraag. U werd er ook slecht behandeld en er was
veel vreemdelingenhaat.
In november 2015 heeft u uiteindelijk Griekenland verlaten en reisde u verder tot België. U diende hier
op 17 december 2015 een asielaanvraag in. U verklaarde dat u niet kan terugkeren naar Afghanistan
omdat u vreesde dat u wegens uw lang verblijf in Europa als ongelovige aanzien zou worden en
vermoord zou worden door de taliban. Ter staving van uw asielrelaas legde u volgende documenten
neer: een verblijfskaart dat u in Griekenland heeft verkregen, een ziekteverzekering verkregen in
Griekenland, een bankrekeningboekje dat u in Griekenland heeft verkregen, uw identiteitsbewijs dat u in
Griekenland heeft verkregen, een formulier waarop uw uitnodiging voor een interview bij het Greek
Council for Refugees (GCR) genoteerd staat, een formulier van het GCR waarop uw dossiernummer

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT