Arrêt Nº259405 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 16/08/2021

Judgment Date16 août 2021
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259405
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 259 405 van 16 augustus 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat R. AKTEPE
Amerikalei 95
2000 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, op 19 april 2021
heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de
staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 1 februari 2021 tot afgifte van een inreisverbod van drie jaar
(bijlage 13sexies).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 23 april 2021 met refertenummer
X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 9 juni 2021, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 28 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. DE GROOTE.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. HAEGEMAN, die loco advocaat R. AKTEPE verschijnt voor
de verzoekende partij en van advocaat L. BRACKE, die loco advocaat C. DECORDIER & T. BRICOUT
verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Uit een e-mail van de verbindingsofficier van 8 juni 2020 blijkt dat de verzoeker in 2015 naar Nederland
kwam in het kader van gezinshereniging met zijn echtgenote S.B. Later bleek dat mevrouw S.B. een
mentale beperking heeft en dat het om een schijnhuwelijk ging. Het verblijfsrecht van de verzoeker
wordt in Nederland ingetrokken en het beroep tegen deze beslissing wordt in Nederland op 3 april 2020
ongegrond bevonden. Mevrouw S.B. is de stiefdochter van O. F., de zus van de verzoeker.
RvV X - Pagina 2
Op 3 februari 2020 dient de verzoeker een aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid van een
burger van de Unie, in de hoedanigheid van ander familielid ten laste of deel uitmakend van het gezin
van zijn zus O.F., die de Nederlandse nationaliteit heeft.
Op 8 juni 2020 beslist de gemachtigde van de toenmalig bevoegde minister tot de weigering van verblijf
van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 20).
Op 16 juni 2020 dient de verzoeker een tweede aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid
van een burger van de Unie, in de hoedanigheid van ander familielid ten laste of deel uitmakend van
het gezin van zijn zus O.F.
Op 7 oktober 2020 beslist de gemachtigde van de bevoegde staatssecretaris (hierna: de gemachtigde)
tot de weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten
(bijlage 20).
Op 29 oktober 2020 dient de verzoeker een derde aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid
van een burger van de Unie, in de hoedanigheid van ander familielid ten laste of deel uitmakend van
het gezin van zijn zus O.F.
Op 1 februari 2021 beslist de gemachtigde van de bevoegde staatssecretaris tot de weigering van
verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 20). Bij arrest met
nummer 259 398 van 16 augustus 2021 verwerpt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de
Raad) de vordering tot schorsing en het beroep tot nietigverklaring dat tegen deze akte werd ingesteld.
Op 1 februari 2021 wordt de verzoeker tevens een inreisverbod (bijlage 13sexies) voor drie jaar
opgelegd. Dit is de thans bestreden beslissing, deze beslissing is als volgt gemotiveerd:
(…)
INREISVERBOD
Aan de Heer die verklaart te heten
Naam : O. A. (…)
voornaam : I. (…)
geboortedatum : (…).1990
geboorteplaats : D. (…)
nationaliteit : Marokko
In voorkomend geval, alias:
wordt een inreisverbod voor 3 jaar opgelegd voor het volledige Schengengrondgebied.
Wanneer betrokkene evenwel in het bezit is van een geldige verblijfstitel afgeleverd door één van de
lidstaten, dan geldt dit inreisverbod enkel voor het grondgebied van België.
De beslissing tot verwijdering van 01.02.2021 gaat gepaard met dit inreisverbod.(2)
REDEN VAN DE BESLISSING:
Het inreisverbod wordt afgegeven in toepassing van het hierna vermelde artikel van de wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering
van vreemdelingen en op grond van volgende feiten:
Artikel 74/11, §1, tweede lid, de beslissing tot verwijdering gaat gepaard met een inreisverbod omdat:
X 1° voor het vrijwillig vertrek geen enkele termijn is toegestaan en/of;
□ 2° een vroegere beslissing tot verwijdering niet uitgevoerd werd.
Er bestaat een risico op onderduiken:
6° Betrokkene heeft onmiddellijk na de beslissing weigering verblijf en verwijderingsmaatregel een
nieuwe verblijfsaanvraag ingediend.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT