Arrêt Nº258959 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 03/08/2021

Judgment Date03 août 2021
CourtVIIIe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number258959
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 258 959 van 3 augustus 2021
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat D. VANDENBROUCKE & H.
BOURRY
Steenakker 28
8940 WERVIK
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIIE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 14 december 2020
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 24 november 2020 tot
weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 juni 2021, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. MAES.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KIW AKANA, die loco advocaat D. VANDENBROUCKE & H.
BOURRY verschijnt voor de verzoekende partij en van advocaat M. DUBOIS, die verschijnt voor de
verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Verzoeker verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, geboren te B. op […]1999.
Op 28 juli 2020 diende verzoeker een verzoek om internationale bescherming in bij de Dienst
Vreemdelingenzaken.
Uit dactyloscopisch onderzoek bleek dat verzoekers vingerafdrukken overeenstemmen met
vingerafdrukken die reeds in Roemenië en Oostenrijk waren genomen, respectievelijk op 27 maart 2020
en op 4 juni 2020.
RvV X - Pagina 2
Op 9 november 2020 werd verzoeker gehoord door de Dienst Vreemdelingenzaken, in het kader van de
Verordening 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de
criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een
verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij
een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (hierna verkort de Dublin III Verordening).
Op 16 september 2020 werd een terugnameverzoek gericht aan de Roemeense en Oostenrijkse
autoriteiten.
Voormeld terugnameverzoek werd geweigerd door de Roemeense en Oostenrijkse autoriteiten, maar de
gemachtigde stuurde een verzoek tot herziening aan de Oostenrijkse instanties. De Oostenrijkse
autoriteiten stemden op 8 oktober 2020 uitdrukkelijk in met de terugname van verzoeker, op grond van
artikel 18.1.b van de Dublin III-verordening.
Op 24 november 2020 nam de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing, houdende de weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage
26quater).
Dit is de bestreden beslissing, waarvan de motivering luidt als volgt
In uitvoering van artikel 51/5, § 4, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt aan de heer,
die verklaart te heten:
naam: O.
voornaam: M.
geboortedatum: […]1999
geboorteplaats: B.
nationaliteit: Afghanistan
die een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, het verblijf in het Rijk geweigerd.
REDEN VAN DE BESLISSING :
België is niet verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming dat
aan Oostenrijk toekomt, met toepassing van artikel 51/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van
artikel 18 § 1 b van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (EU) nr. 604/2013 van 26
juni 2013.
De heer O. M., verder de betrokkene genoemd, die beweert van Afghaanse nationaliteit te zijn vroeg op
16.07.2020 online een afspraak aan bij onze diensten met de bedoeling een verzoek om internationale
bescherming in te dienen. Hij ontving van ons een uitnodiging om zijn verzoek in te dienen op
28.07.2020. Hij diende effectief zijn verzoek in op 28.07.2020. De betrokkene kon op dat moment geen
identiteitsdocumenten voorleggen.
De betrokkene verklaarde aanvankelijk geboren te zijn op […]2004 in D., Afghanistan en dus minderjarig
te zijn. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) uitte echter zijn twijfel omtrent de leeftijd van de
betrokkene. Op 27.08.2020 liet de dienst Voogdij een medisch onderzoek uitvoeren in het Universitair
Ziekenhuis Sint-Rafael (KU Leuven), waarbij de conclusie als volgt luidt: “Analyse van deze gegevens
geeft mijn inziens aan dat O. M. op datum van 27.08.2020 een leeftijd heeft van 21,5 jaar met een
standaarddeviatie van 2 jaar een goede schatting is”. De geboortedatum van de betrokkene werd
aangepast naar 01.01.1999.
Onderzoek van de vingerafdrukken leidde tot verschillende treffers in het kader van Eurodac,
vastgesteld ten gevolge van de vergelijking van de vingerafdrukken van de verzoeker met de krachtens
artikel 9 van de Verordening 603/2013 verzamelde vingerafdrukken. Deze treffers tonen aan dat de
betrokkene reeds een verzoek tot internationale bescherming indiende in Roemenië op 27.03.2020 en in
Oostenrijk op 04.06.2020.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT