Arrêt Nº251740 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 26/03/2021

Judgment Date26 mars 2021
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number251740
Procedure TypePlein contentieux
RvV X en RvV X - Pagina 1
nr.
251 740
van
26
maa
rt
2021
in de zaken RvV X / IV en RvV X / IV
In zake:
1.
2. X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat A.
LOOBUYCK
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien de verzoekschriften die X en X die verklaren van Salvadoraanse nationaliteit te zijn, op
2 december 2020 hebben ingediend tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 29 oktober 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikkingen van 19 februari 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
16 maart 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken K. POLLET.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat M. KIWAKANA loco advocaat
A. LOOBUYCK en van attaché C. CORNELIS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoekers, die verklaren de Salvadoraanse nationaliteit te bezitten, dienen een verzoek om
internationale bescherming in op 28 mei 2019.
1.2. Op 15 januari en 18 augustus 2020 wordt eerste verzoeker gehoord door het Commissariaat-
generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (hierna ‘het CGVS’), bijgestaan door een tolk die het
Spaans machtig is en in aanwezigheid van zijn advocaat. Op 25 september 2020 wordt tweede
verzoekster gehoord door het CGVS bijgestaan door een tolk die het Spaans machtig is en in
aanwezigheid van haar advocaat.
RvV X en RvV X - Pagina 2
1.3. Op 29 oktober 2020 neemt de commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
(hierna ‘de commissaris-generaal’) de bestreden beslissingen tot weigering van de vluchtelingenstatus
en van de subsidiaire beschermingsstatus.
De bestreden beslissing t.a.v. V.F.M.A., eerste verzoeker, luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen heeft u de El Salvadoraanse nationaliteit en bent u geboren op 17 december
1980 in San Salvador. U was niet politiek actief in El Salvador en kende nooit problemen met uw
autoriteiten. U groeide op in Ciudad Delgado en verhuisde na uw studies, rond het jaar 2002, naar de
kolonie Villa Real in Cuscatancingo. U trouwde in 2015 met D. C. C. D. V. (O.V. 8.854.978) die samen
met u een verzoek om internationale bescherming in België indiende. Zij woonde bij u in Villa Real sinds
2012. Nadat u problemen kreeg in Villa Real in 2014 woonde u van oktober tot december van dat jaar
achtereenvolgens voor een korte tijd bij een tante in Santa Anita, bij uw moeder in Ciudad Delgado en
bij een tante in de kolonie Via Torro in Ciudad Delgado, totdat u op 23 december 2014 verhuisde naar
de kolonie Acolhuatan om u er blijvend te vestigen.
U werkte, na een opleiding van ongeveer anderhalf jaar, van 2006 tot 2019 bij de politie. U werkte de
eerste drie jaar bij de afdeling Openbare Veiligheid in Apopa. Daarna werkte u zes jaar voor de afdeling
Onderzoeken in verschillende gemeenten in Apopa. De laatste vier jaar werkte u op het hoofdkwartier in
San Salvador op de afdeling Statistieken. U behield heel uw carrière de rang van agent. In uw eerste
functie ging u de straat op om te patrouilleren en bescherming te bieden bij zaken zoals huiselijk
geweld, ziekentransport, arrestaties en bendegeweld. In uw functie bij de afdeling Onderzoeken focuste
uw werk zich op het misdrijf van afpersing, waarbij u zich soms voordeed als slachtoffer om zo de
bendeleden te kunnen vatten. U stelde toen ook profielen op van personen om te overhandigen aan het
parket. Toen u bij de afdeling Statistieken werkte patrouilleerde u nog af en toe maar werkte u vooral op
het hoofdkantoor waar u de statistieken van misdrijven bekeek en doorstuurde op nationaal niveau, en
waar u andere collega’s superviseerde.
U kreeg voor het eerst problemen op 28 maart 2014, toen u in de kolonie Villa Real woonde en twee
bendeleden van de MS13, Chango en Misa, u achtervolgden toen u op weg naar huis was van uw werk.
U bleef staan bij uw buurvrouw om een praatje te slaan en de bendeleden liepen voorbij en pleegden
een telefoontje terwijl ze u aankeken vanop een afstandje. Op 31 maart legde u hierover klacht neer. De
politie wilde dat u nog eens zou terugkomen om een verklaring af te leggen, maar dat deed u niet omdat
u zich toen niet kon vrijmaken. Nadien volgden verschillende incidenten. Zo werd er drie of vier keer met
stenen op het dak van jullie huis gegooid, werd u in het oog gehouden als u terugkwam van uw werk,
riepen ze u scheldwoorden na en werd uw vrouw een keer aangesproken door een bendelid die zei dat
ze van geluk mocht spreken dat ze door mocht.
U verhuisde uiteindelijk in december 2014 onder politiebegeleiding naar de kolonie Acolhuatan, waar u
geen problemen meer kreeg tot u op 1 april 2019 uw neef E. was gaan helpen in een echtelijke kwestie
met zijn ex-partner over het hoederecht van de kinderen. Via de ex-partner, die samen was met een
bendelid, kwamen de bendeleden te weten dat u uw neef had geholpen waardoor u opnieuw bedreigd
werd met kleine incidenten gedurende de maand april. Zo was er een auto die zich vaak parkeerde
tegenover uw woning en foto’s leek te nemen, werd uw vrouw een keer achtervolgd en de pas
afgesneden door een bestelwagen toen ze van de supermarkt kwam, vroeg iemand aan uw broer of u
een politieman was en vroeg de broer van een bendelid aan u of u een politieagent was. Op 29 april,
toen u met uw vrouw en kinderen terug naar huis keerde na een bezoek aan uw tante in Via Torre, werd
u aangesproken door een lid van de bende 18. U zei tegen uw vrouw en kinderen dat zij door moesten
stappen. Het bendelid vroeg aan u of u familie had in de kolonie. Toen u antwoordde van wel, zei het
bendelid dat u het bevel had van de bende dat ze u daar niet meer wilden zien voor het welzijn van uzelf
en uw familie. Daarop ging het bendelid weg en ging u verder naar huis met uw vrouw en kinderen.
Toen u thuis was belde u naar uw oversten maar zij hielpen u niet onmiddellijk. U zette uw vrouw en
kinderen af aan de bushalte en zij gingen naar uw schoonmoeder voor enkele dagen. Daarna ging u
aangifte doen bij het parket. U ging naar uw overste maar die was niet aanwezig. Toen u nadien verlof
nam van uw werk kreeg u geen telefoon terug. Daarom besloot u om het land te verlaten.
Met de hulp van uw tante kocht u op 9 mei de vliegtickets. U reisde op 21 mei 2019 via Panama en
Nederland naar België, waar u de volgende dag toekwam. Op 28 mei 2019 diende u een verzoek om
internationale bescherming in.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT