Arrêt Nº250519 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 08/03/2021

Judgment Date08 mars 2021
CourtIIE KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number250519
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 250 519 van 8 maart 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
1. X
handelend in eigen naam en als wettelijk vertegenwoordigster van haar
minderjarige kinderen X, X en X
2. X
handelend als wettelijk vertegenwoordiger van zijn minderjarige kinderen X,
X en X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat J. HARDY
Rue des Brasseurs 30
1400 NIVELLES
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, thans de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie
DE VOORZITTER VAN DE IIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Georgische nationaliteit te zijn en die handelt in eigen
naam en als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kinderen X, X en X, en X, die verklaart
van Georgische nationaliteit te zijn en die handelt als wettelijk vertegenwoordiger van de voormelde
minderjarige kinderen, op 23 juni 2020 hebben ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en
de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie van 29 mei 2020, tot weigering van verblijf met
bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 1 februari 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT