Arrêt Nº250009 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/02/2021
| Judgment Date | 25 février 2021 |
| Judgement Number | 250009 |
| Procedure Type | Annulation |
RvV X - Pagina 1 van 17
nr. 250 009 van 25 februari 2021
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaten N. COHEN en L. DIAGRE
Kolenmarkt 83
1000 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, thans de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie
DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN, IXde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, op 4 oktober 2019
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezond-heid, en van Asiel
en Migratie van 24 september 2019 tot het opleggen van maatregelen in toepassing van artikel 7, vierde
lid van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 8 oktober 2020, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 30 oktober
2020.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. WIJNANTS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat O. TODTS, die loco advocaten N. COHEN en L. DIAGRE
verschijnt voor de verzoekende partij en van advocaat T. SCHREURS, die loco advocaat E.
MATTERNE verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Verzoekende partij, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, komt samen met haar familie op
vijfjarige leeftijd naar België. Zij wordt gemachtigd tot een verblijf van onbeperkte duur.
Op 30 mei 2000 legt verzoekende partij een nationaliteitsverklaring af op grond van artikel 12bis, § 1, 3°
van het (toen geldend) Wetboek van de Belgische Nationaliteit.
RvV X - Pagina 2 van 17
Verzoekende partij verwerft op 17 oktober 2000 de Belgische nationaliteit. Vanaf dan heeft zij de
dubbele nationaliteit.
Op 21 juni 2007 wordt verzoekende partij door de Zwitserse federale strafrechtbank veroordeeld tot een
gevangenisstraf van zes maanden (met uitstel) wegens het verspreiden van jihadistische propaganda.
Bij arrest van het hof van beroep te Brussel van 1 december 2010 wordt verzoekende partij veroordeeld
tot een gevangenisstraf van acht jaar wegens deelname aan activiteiten van een terroristische
groepering, als leider.
Op 8 december 2016 wordt verzoekende partij vrijgesteld.
Bij arrest van 30 november 2017 verklaart het hof van beroep te Brussel verzoekende partij vervallen
van de Belgische nationaliteit.
Op 16 januari 2018 deelt de advocaat van verzoekende partij aan de Dienst Vreemdelingenzaken
(hierna: de DVZ) mee dat zijn cliënte een verzoek om internationale bescherming (hierna: VIB) wenst in
te dienen.
De DVZ antwoordt op 21 februari 2018 dat verzoekende partij nog steeds de Belgische nationaliteit bezit
en dat geen VIB kan worden geregistreerd zolang de overschrijving van de vervallenverklaring van de
Belgische nationaliteit in het Rijksregister niet is gebeurd.
Op 23 mei 2018 dient verzoekende partij een verzoekschrift in bij het Europees Hof voor de Rechten
van de Mens (hierna: het EHRM) met betrekking tot het arrest van het hof van beroep van 30 november
2017 inzake de vervallenverklaring van haar nationaliteit.
Op 12 juli 2018 wordt het beschikkend gedeelte van het arrest van 30 november 2017 inzake de
vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit van verzoekende partij door de ambtenaar van de
burgerlijke stand overgeschreven conform artikel 23, § 8 van het Wetboek van de Belgische
Nationaliteit.
Op 16 juli 2018 wordt deze vervallenverklaring overgeschreven in het Rijksregister.
Op 11 oktober 2018 maakt verzoekende partij het voorwerp uit van een politiecontrole. Haar Belgische
identiteitskaart wordt ingetrokken en nadat zij is gehoord, neemt de gemachtigde van de destijds
bevoegde staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging (hierna: de
gemachtigde) de beslissing tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding
met het oog op verwijdering (bijlage 13septies).
Eveneens op 11 oktober 2018 neemt de gemachtigde de beslissing tot het opleggen van een inreis-
verbod voor de duur van vijftien jaar (bijlage 13sexies). Verzoekende partij vecht deze beslissing aan
met een beroep dat bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad) is gekend onder het
rolnummer 225 584.
Een dag later, op 12 oktober 2018, dient verzoekende partij in het gesloten centrum te Brugge een VIB
in.
Op 22 oktober 2018 wordt het VIB overgemaakt aan het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen
en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op diezelfde dag, 22 oktober 2018, dient verzoekende partij een vordering in tot schorsing bij uiterst
dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de thans bestreden beslissing. Deze vordering
wordt door de Raad verworpen bij arrest nr. 211 832 van 30 oktober 2018, op grond van het niet vervuld
zijn van de voorwaarde van de uiterst dringende noodzakelijkheid, gelet op het hangende VIB.
Op 6 november 2018 wordt verzoekende partij gehoord door een protection officer van het CGVS.
Op 12 december 2018 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) een beslissing over het VIB: verzoekende partij wordt op grond van de
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI