Arrêt Nº230654 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 20/12/2019
| Judgment Date | 20 décembre 2019 |
| Court | Conseil du Contentieux des Etrangers (France) |
| Judgement Number | 230654 |
| Procedure Type | Annulation |
RvV X - Pagina 1 van 30
nr. 230 654 van 20 december 2019
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat J. HARDY
Rue des Brasseurs 30
1400 NIVELLES
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie.
DE VOORZITTER VAN DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Russische nationaliteit te zijn, op 6 februari 2019 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissingen van de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel
en Migratie van 7 januari 2019 tot beëindiging van het verblijf, tot afgifte van een bevel om het
grondgebied te verlaten en tot het opleggen van een inreisverbod.
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de beschikking tot vaststelling van het rolrecht van 12 februari 2019 met refertenummer X
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het arrest nr. 222 232 van 3 juni 2019 waarbij de vordering tot schorsing van de beslissing tot
beëindiging van het verblijf en van de beslissing tot het opleggen van een inreisverbod wordt verworpen
en waarbij de beslissing tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten wordt geschorst.
Gezien de vraag tot voortzetting van de procedure die door de verzoekende partij werd ingediend op 4
juni 2019.
Gelet op de beschikking van 23 oktober 2019, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 18 november
2019.
Gehoord het verslag van voorzitter G. DE BOECK.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KIWAKANA, die loco advocaat J. HARDY verschijnt voor de
verzoekende partij en van advocaat L. BRACKE, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT
verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
RvV X - Pagina 2 van 30
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Nadat zijn verzoek om internationale bescherming was afgewezen diende verzoeker, via een op 1
april 2007 gedateerd schrijven, een aanvraag in om, met toepassing van het toenmalig artikel 9, derde
lid van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet), tot een verblijf in het
Rijk te worden gemachtigd.
1.2. Op 4 januari 2010 nam de gemachtigde van de staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid de
beslissing om verzoeker tot een verblijf van onbeperkte duur te machtigen.
1.3. De gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
nam op 7 januari 2019 de beslissingen tot beëindiging van het verblijf, tot afgifte van een bevel om het
grondgebied te verlaten en tot het opleggen van een inreisverbod. Deze beslissingen, die verzoeker op
17 januari 2019 ter kennis werden gebracht, zijn gemotiveerd als volgt:
“Mijnheer
naam : [S.] voornaam : [S.] […] nationaliteit : Russische Federatie ook gekend als:
- [T.V.] […], nationaliteit Russische Federatie
[M.B.], […], nationaliteit Litouwen
werkelijke identiteit: [T.V.] […], nationaliteit Russische Federatie
Krachtens artikel 21, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna Vreemdelingen-
wet), wordt een einde gemaakt aan uw verblijf en wordt u bevolen het grondgebied van België te
verlaten, alsook het grondgebied van de Staten die het Schengenacquis volledig toepassen, tenzij u
beschikt over de documenten die zijn vereist om die Staten binnen te komen, binnen 0 dagen vanaf de
kennisgeving van de beslissing, om de volgende redenen:
Uit het administratief dossier blijkt dat u sinds uw aankomst in België gelogen heeft over uw werkelijke
identiteit. Uit verschillende informaties uit uw administratief dossier blijkt immers dat uw werkelijke
identiteit [T.V.] is. Daarenboven blijkt uit het administratief dossier dat u een gevaar vormt voor de
nationale veiligheid gezien u banden heeft met het radicale Tsjetsjeense milieu en met het Emiraat van
de Kaukasus.
Uit uw administratief dossier blijkt immers het volgende:
Op 09.02.2004 heeft u een asielaanvraag ingediend op naam van [S.S.]. U was in het bezit van een
geboorteakte. Op 29.09.2005 weigerde het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen
(hierna CGVS) u de toekenning van de vluchtelingenstatus. Volgens het CGVS had u een valse
oproepingsbrief voorgelegd. U ging hiertegen in beroep bij de Vaste Beroepscommissie. Deze nam op
09.11.2006 een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
bescherming.
Op 01.04.2007 dient u een aanvraag tot regularisatie in op basis van artikel 9, alinéa 3 van de
Vreemdelingenwet, op naam van [S.S.]. U legde hierbij geen identiteitsdocumenten voor.
Op 28.02.2008 vroeg Frankrijk aan België uw overname in het kader van de Dublinprocedure. U had in
Frankrijk een asielaanvraag ingediend onder de naam [V.T.] […]. U was toen in het bezit van een
rijbewijs, een identiteitsbewijs en een geboorteakte. België ging akkoord met de overname op
10.03.2008. De overname kon echter niet plaatsvinden gezien u gevlucht was.
Op 07.06.2008 en 03.07.2008 stuurde uw advocaat een aanvulling op de aanvraag 9.3, zonder
toevoeging van enig identiteitsdocument.
Op 05.12.2008 heeft u een tweede asielaanvraag ingediend op naam van [S.S.]. U verklaarde dat u
onder de naam [T.V.] […] asiel had aangevraagd in Frankrijk. U legde geen verdere identiteits-
documenten neer die uw identiteit kon bevestigen. Deze aanvraag werd niet in overweging genomen op
11.12.2008.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI