Arrêt Nº218756 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/03/2019

Judgment Date25 mars 2019
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number218756
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
218 756
van
25 maart
2019
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
.
MICHOLT
Maria van Bourgondiëlaan 7 B
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 23 november 2018
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 24 oktober 2018.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 4 december 2018 met
refertenummer X.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 15 januari 2019 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
18 februari 2019.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken D. DE BRUYN.
Gehoord de opmerkingen van verzoeker en zijn advocaat M. MISSEGHERS loco advocaat S. MICHOLT
en van attaché M. SOMMEN, die verschijnt voor verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, komt volgens zijn verklaringen op
28 juli 2011 België binnen zonder enig identiteitsdocument en verzoekt op 29 juli 2011 om internationale
bescherming. Op 30 april 2013 beslist de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
(hierna: de commissaris-generaal) tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Bij arrest nr. 112 833 van 25 oktober 2013 weigert de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad) eveneens de vluchtelingenstatus en de subsidiaire
beschermingsstatus aan verzoeker.
RvV X - Pagina 2
1.2. Op 26 mei 2014 verzoekt verzoeker een tweede keer om internationale bescherming. Omdat
verzoeker geen gevolg gaf aan de oproeping om zich aan te bieden, wordt op 24 juni 2014 de afstand
van zijn asielaanvraag vastgesteld.
1.3. Op 14 april 2016 verzoekt verzoeker een derde keer om internationale bescherming. Nadat het
verzoek op 18 mei 2016 in overweging wordt genomen, beslist de commissaris-generaal op
24 oktober 2018 tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus. Dit is de thans bestreden beslissing, die op dezelfde dag aan verzoeker
aangetekend wordt verzonden.
Deze beslissing luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, A. K. R.K.(…), heeft de Afghaanse nationaliteit en bent Pashtou van origine. U bent geboren in het
dorp Gharak gelegen in het district Sayed Karam, dat op zijn beurt is gelegen in de provincie Paktya. U
ging tien jaar naar school en spreekt Pashtou, Dari, Engels en een beetje Nederlands. In het jaar 2010
huwde u met uw vrouw B. (...).
U ontvluchtte Afghanistan in april 2010 en kwam aan in België op 28 juli 2011 waar u de volgende dag
op 29 juli 2011 asiel aanvroeg. U verklaarde toen het volgende:
Uw huidige problemen vinden hun oorsprong in uw deelname aan de Afghaanse burgeroorlog begin
jaren negentig. U was toen achttien à negentien jaar en werd lid van Hezb-e-Islami. In die hoedanigheid
vocht u, samen met uw vader en uw oom, tegen onder andere Jamiaat-e-Islami en Ittihad-e-Islami. Toen
de taliban aan de macht kwam en Hezb-e-Islami zich aan hen overgaf kon uw vader ontsnappen naar
Iran. Toen u probeerde te ontsnappen aan de taliban werd u echter gewond. De taliban liet u door
bemiddeling van enkele leden van Hezb-e-Islami, die ondertussen overgestapt waren naar de taliban,
vrij om uw wonden te verzorgen. De leden die voor uw welzijn bemiddeld hadden, stonden waarborg
voor uw terugkeer naar de taliban. Nadat uw wonden verzorgd waren, sloot u zich terug aan bij de
taliban. U ging mee naar het front in het noorden van Afghanistan. In 1998 keerde uw vader terug uit
Iran om samen aan uw zijde te vechten met de taliban. Hij sloot zich aan bij het front in het district
Bagram. Rond 2001 werd u samen met uw vader gevangen genomen in de stad Kunduz en
getransporteerd naar de gevangenis in Shiberghan. U werd twee jaar lang vastgehouden maar kon via
een Turkmeense bewaker een boodschap uitsturen naar Mullah J. (…) die vroeger bij Hezb-e-Islami
had gezeten. Via deze persoon werd u vrijgelaten en kon u terug naar uw geboortedorp.
Na een maand en twintig dagen liep uw vader in een hinderlaag. U verklaarde niet te weten wie de
hinderlaag heeft uitgevoerd of waarom ze uw vader viseerden. Twee maanden later werd u beschoten
op de terugweg van de moskee door onbekenden. U ontvluchtte Afghanistan naar het Verenigd
Koninkrijk en diende een asielaanvraag in op 16 juni 2004. Uw aanvraag werd echter geweigerd en op
16 augustus 2006 werd u naar Afghanistan gerepatrieerd. U was nog aan het vliegen toen een
immigratie officier u meldde dat u ten onrechte werd gerepatrieerd. Aangekomen in Kaboel moest u
naar Pakistan gaan om uw visum te regelen. Nadat u het visum had gekregen kon u terug naar het
Verenigd Koninkrijk om uw asielaanvraag opnieuw op te volgen. Voor dat alle papieren in orde waren,
moest u echter nog een drietal weken in uw geboortedorp verblijven bij uw oude moeder. U verklaarde
die periode niet te zijn buitengekomen uit vrees. In oktober 2006 keerde u dan terug naar het Verenigd
Koninkrijk.
Op 3 maart 2010 werd u opnieuw gerepatrieerd naar Afghanistan. U had geen andere keuze dan naar
uw geboortedorp terug te keren. Buiten het dorp, waar enkel verwanten van u wonen, wist niemand dat
u terug in het land was. U wou dit zo houden uit vrees voor de taliban die bij het aanhoren van uw
aanwezigheid u zouden willen rekruteren omwille van uw mujahedeen-verleden en uit vrees voor uw
politieke tegenstanders uit het verleden. Behalve een bezoek aan de begraafplaats bleef u omwille van
deze reden thuis.
Een maand na uw terugkeerkeer huwde u met B. (...). U gaf een feest voor alle dorpelingen. U vermoedt
dat er onder de dorpelingen informanten van de taliban waren want twee weken na het huwelijk kwam
Mullah A. (...) langs. Hij vroeg u om een groep taliban-leden te leiden net zoals u in het verleden gedaan
had. U bedankte voor de eer en deelde mee dat uw mujahedeen-periode voorbij was. Mullah A. (...)
bracht deze boodschap over aan zijn commandant. Een week na het bezoek van Mullah A. (...) kreeg u
een brief van de taliban om u opnieuw aan te moedigen deel te nemen aan de strijd. Ze vroegen u om
hen op te zoeken zodat jullie persoonlijk konden spreken. U vermoedde dat ze u niet meer naar huis

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT