Arrêt Nº197710 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 16/01/2018

Judgment Date16 janvier 2018
CourtIIe KAMER
Judgement Number197710
Procedure TypeAnnulation
RvV X Pagina 1
nr. 197 710 van 16 januari 2018
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat H. DOTREPPE
Kroonlaan 207
1050 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
en Administratieve Vereenvoudiging.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van onbepaalde nationaliteit te zijn, op 19 oktober 2017
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve
Vereenvoudiging van 19 september 2017 tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te
verlaten (bijlage 26quater), aan de verzoekende partij ter kennis gebracht op 19 september 2017.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 14 november 2017, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
20 december 2017.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. DE SMET.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. HAEGEMAN, die loco advocaat H. DOTREPPE verschijnt
voor de verzoekende partij en van advocaat L. BRACKE, die loco advocaat C. DECORDIER verschijnt
voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Verzoeker die verklaart van Palestijnse afkomst te zijn, komt op 7 juli 2017 België binnen en dient op 17
juli 2017 een asielaanvraag in.
Op 3 augustus 2017 wordt verzoeker gehoord.
Uit een raadpleging van de visa-databank blijkt dat verzoeker een visum type C had verkregen van de
Spaanse autoriteiten, geldig voor de periode van 21 september 2015 tot 3 januari 2016.
RvV X Pagina 2
Op 10 augustus 2017 verzoeken de Belgische autoriteiten Spanje om verzoeker over te nemen op
grond van artikel 12, 4 van de Verordening 604/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van
26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat
verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een
onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de
Dublin-III-Verordening).
Op 10 augustus 2017 verzoeken de Belgische autoriteiten Duitsland om verzoeker over te nemen op
grond van artikel 13, 1 van de Dublin-III-Verordening.
Op 14 augustus 2017 stemmen de Spaanse autoriteiten in met de overname van verzoeker.
Op 15 augustus 2017 weigeren de Duitse autoriteiten de overname van verzoeker.
Op 25 augustus 2017 richt de advocaat van verzoeker een e-mail tot de Dienst Vreemdelingenzaken
met de vraag om de asielaanvraag in België te behandelen.
Op 19 september 2017 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris de beslissing tot weigering van
verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater). Dit is de bestreden beslissing:
BESLISSING TOT WEIGERING VAN VERBLIJF MET BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE
VERLATEN
In uitvoering van artikel 71/3, § 3, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt aan de heer /
mevrouw, die verklaart te heten:
naam : A. voornaam : M. Z N geboortedatum : (…)1992 geboorteplaats : Haiel
nationaliteit : van Palestijnse oorsprong (niet-erkend)
die een asielaanvraag heeft ingediend, het verblijf in het Rijk geweigerd.
REDEN VAN DE BESLISSING :
België is niet verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag die aan Spanje toekomt, met
toepassing van artikel 51/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van artikel 12(4) van
Verordening (EU) 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013.
De betrokkene vroeg op 17.07.2017 asiel in België. Wat zijn reis- of identiteitsdocumenten betreft, legde
de betrokkene zijn paspoort en identiteitskaart voor.
Vingerafdrukkenonderzoek toonde aan dat de vingerafdrukken van de betrokkene op 03.02.2017 in
Duitsland geregistreerd werden wegens illegale binnenkomst in de luchthaven van Frankfurt-Main.
Bovendien bleek uit raadpleging van de visa-databank dat de betrokkene een Schengen-visum Type-C
aanvroeg bij de Spaanse consulaire diensten in Jeruzalem (Israël) en dat dit visum afgeleverd werd op
28.11.2016, geldig van 05.01.2017 tot 19.04.2017.
De betrokkene, van Palestijnse oorsprong, werd gehoord op 03.08.2017 en verklaarde dat hij Palestina
op 31.07.2017 verliet om met de bus naar Egypte te reizen om dezelfde dag met het vliegtuig naar
Duitsland te reizen. Zoals vermeld, werden de vingerafdrukken van de betrokkene op 03.02.2017
geregistreerd wegens illegale binnenkomst. De betrokkene verklaarde dat hij op 03.02.2017 met het
vliegtuig naar Engeland reisde om na 10 uur met het vliegtuig naar Portugal door te reizen om er op
04.02.2017 aan te komen. Hij verklaarde ongeveer 5 maanden in Porto te hebben verbleven samen met
een meisje afkomstig uit Servië. Hij gaf aan vervolgens met het vliegtuig op 07.07.2017 naar België te
zijn gereisd. In België diende de betrokkene op 17.07.2017 een asielaanvraag in.
Op 10.08.2017 werd een overnameverzoek gericht aan zowel de Spaanse autoriteiten als de Duitse
autoriteiten. Op 14.08.2017 stemden de Spaanse autoriteiten met toepassing van artikel 12(4) van
Verordening 604/2013 in met de overname van de betrokkene. Op 15.08.2017 weigerden de Duitse
autoriteiten de overname van de betrokkene, omdat volgens hun gegevens de betrokkene Duitsland op
legale wijze binnenkwam, in het bezit van een visum uitgereikt door de Spaanse autoriteiten.
Tijdens het verhoor werd aan de betrokkene gevraagd vanwege welke specifieke reden(en) hij besloot
asiel te vragen in België en of hij met betrekking tot omstandigheden van opvang of van behandeling
redenen heeft, die volgens hem verzet tegen een overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat zouden
rechtvaardigen. De betrokkene gaf aan dat hij voor België koos omdat dit het enige land is dat de
problemen van de Palestijnen begrijpt, de mensenrechten respecteert en het middelpunt van Europa is.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT