Arrêt Nº 39/2009. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2009-03-11

Date11 mars 2009
Docket NumberF-20090311-1
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
B.60. Overeenkomstig de bestreden artikelen 29 en 44 kan het Centrum in rechte optreden in de geschillen waartoe
de Algemene Antidiscriminatiewet aanleiding kan geven, met uitzondering van geschillen die betrekking hebben op
discriminatie op grond van taal, waarvoor de Koning het bevoegde orgaan aanwijst.
Daarnaast kunnen ook de volgende verenigingen en organisaties in rechte optreden in de rechtsgeschillen waartoe
de toepassing van de bestreden wetten aanleiding kan geven, wanneer afbreuk wordt gedaan aan de statutaire
opdrachten die ze zich tot doel hebben gesteld : (1) elke instelling van openbaar nut en elke vereniging die op de dag
van de feiten ten minste drie jaar rechtspersoonlijkheid bezit en zich statutair tot doel stelt de rechten van de mens te
verdedigen of discriminatie te bestrijden; (2) de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties, bedoeld bij
artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
(3) de representatieve vakorganisaties in de zin van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen
tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; (4) de representatieve vakorganisaties in het aangewezen
orgaan van vakbondsoverleg voor de administraties, diensten of instellingen waarop de wet van 19 december 1974
tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel niet van toepassing is;
(5) de representatieve organisaties van de zelfstandigen (artikel 30 van de Algemene Antidiscriminatiewet).
Wanneer het voormelde Centrum of een van de belangenverenigingen voor het bevoegde rechtscollege feiten
aanvoeren die het bestaan van een discriminatie op een van de in de bestreden wet vermelde gronden kunnen doen
vermoeden, dient de verweerder te bewijzen dat er geen discriminatie is geweest (artikel 28, §1, van de Algemene
Antidiscriminatiewet).
B.61. Het verschil in behandeling dat uit de bestreden artikelen 29, 30 en 44 voortvloeit, berust op een objectief
criterium, namelijk de bijzondere aard van de betwistingen waarin het optreden in rechte mogelijk is; bovendien heeft
de wetgever rekening kunnen houden met de bijzondere ervaring van de organisaties en verenigingen die zijn
gemachtigd om in rechte op te treden.
Hun vordering is evenwel slechts ontvankelijk als zij bewijzen dat zij handelen met instemming van het slachtoffer
van de wetsovertreding of van de discriminatie (artikel 31 van de AlgemeneAntidiscriminatiewet). Bovendien moet het
slachtoffer wiens instemming door de vereniging wordt overgelegd, eveneens een rechtmatig en persoonlijk belang
hebben.
Onder meer rekening houdend met de bepalingen van de EG-richtlijnen die dat type van collectieve vorderingen
aanmoedigen (o.m. artikel 7, lid 2, van de richtlijn 2000/43/EG en artikel 9, lid 2, van de richtlijn 2000/78/EG),
is de maatregel, ook wat de burgerlijke vordering in strafprocedures betreft, niet zonder redelijke verantwoording.
B.62. Het zesde middel is niet gegrond.
Om die redenen,
het Hof,
onder voorbehoud van de interpretaties vermeld in B.16, B.21.4, B.25.4 en B.26.4, verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 11 maart 2009.
De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
COUR CONSTITUTIONNELLE
[2009/201209]F. 2009 1272
Extrait de larrêtn°39/2009 du 11 mars 2009
Numéro du rôle : 4311
En cause : le recours en annulation de la loi du 10 mai 2007 tendant àlutter contre certaines formes de
discrimination, introduit par Jurgen Ceder et autres.
La Cour constitutionnelle,
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot,
L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, assistéedugreffier
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt,
après en avoir délibéré, rend larrêt suivant :
I. Objet du recours et procédure
Par requête adresséeàla Cour par lettre recommandéeàla poste le 11 octobre 2007 et parvenue au greffe
le 12 octobre 2007, un recours en annulation de la loi du 10 mai 2007 tendant àlutter contre certaines formes de
discrimination (publiéeauMoniteur belge du 30 mai 2007, deuxième édition) a étéintroduit par Jurgen Ceder,
demeurant à1700 Dilbeek, Prieeldreef 1a, Frank Vanhecke, demeurant à8310 Assebroek, J. Van Belleghemstraat 1,
Gerolf Annemans, demeurant à2050 Anvers, Blanceoerlaan 175, Filip Dewinter, demeurant à2180 Ekeren,
Klaverveldenlaan 1, et Joris Van Hauthem, demeurant à1750 Lennik, Scheestraat 21.
(...)
II. En droit
(...)
Quant àl’étendue du recours
B.1.1. La Cour peut uniquement annuler les dispositions législatives explicitement attaquées contre lesquelles des
moyens sont invoqués et, le cas échéant, les dispositions qui ne sont pas attaquées, mais qui sont indissociablement liées
aux dispositions qui doivent être annulées.
B.1.2. En lespèce, les moyens sont uniquement dirigés contre les articles 10, 13, 14, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 29, 30,
43 et 44 de la loi du 10 mai 2007 tendant àlutter contre certaines formes de discrimination (ci-après : la loi générale
anti-discrimination). Par conséquent, lexamen du recours en annulation est limitéàces dispositions et àcelles qui leur
seraient indissociablement liées.
Quant àla recevabilitédu recours
B.2.1. Le Conseil des ministres conteste lintérêt des parties requérantes en ce quelles agiraient au nom dun parti
politique. En effet, elles ne fourniraient pas la preuve quelles représentent valablement ce parti.
B.2.2. En vue d’étayer leur intérêt, les parties requérantes font valoir que les dispositions attaquées limiteraient la
libertédexpression dont elles doivent pouvoir disposer en tant que membres, respectivement, du Parlement amand,
de la Chambre des représentants, du Sénat et du Parlement européen. Elles ne prétendent pas intervenir au nom dun
parti politique.
27085
MONITEUR BELGE 09.04.2009 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT