Décision judiciaire de Raad van State, 20 mai 2022

Date de Résolution20 mai 2022
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 253.826 van 20 mei 2022 in de zaken A.231.595/X-17.786 (I)

A.231.962/X-17.812 (II)

In zake : 1. Geert VANDEWEYER 2. de BVBA SOOY bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Chris Schijns, Dieter Torfs en Jef Goffings kantoor houdend te 3600 Genk Grotestraat 122 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de PROVINCIE LIMBURG

Tussenkomende partijen:

(I. + II.)

SCANIA CV AKTIEBOLAG bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Inke Dedecker kantoor houdend te 3500 Hasselt Spoorwegstraat 105 bij wie woonplaats wordt gekozen (II.) de GEMEENTE OUDSBERGEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Olivier Vandenhoudt kantoor houdend te 3583 Paal Paalsesteenweg 133 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 20 augustus 2020, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van 27 mei 2020 tot “intrekking van het provincieraadsbesluit dd. 16.10.2019 waarbij het ontwerp van onteigeningsplan betreffende de onteigening ten algemene nutte van een aantal (delen van) percelen binnen deelplan 1 van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

    X-17.786-1/25

    ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v. Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ te Oudsbergen voorlopig werd vastgesteld” (zaak sub I).

    Het beroep, ingesteld op 5 oktober 2020, strekt tot de nietigverklaring van de “beslissing van de provincieraad van de provincie Limburg dd. 27.05.2020 tot – enerzijds – definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v. Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ te Oudsbergen en – anderzijds – tot intrekking van het provincieraadsbesluit dd. 16.10.2019 waarbij het ontwerp van onteigeningsplan betreffende de onteigening ten algemene nutte van een aantal (delen van) percelen binnen deelplan 1 van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v. Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ te Oudsbergen voorlopig werd vastgesteld” (zaak sub II).

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    De vennootschap naar Zweeds recht Scania CV Aktiebolag heeft in beide zaken een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomsten zijn toegestaan bij beschikkingen van 7 december 2020 en 8 maart 2021. De tussenkomende partij heeft in beide zaken een memorie ingediend.

    De gemeente Oudsbergen heeft in de zaak sub II een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 8 maart 2021. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een verslag opgesteld.

    X-17.786-2/25

    De verzoekende partijen, Scania CV Aktiebolag (in de zaken sub I en II) en de gemeente Oudsbergen (in de zaak sub II) hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 22 april 2022.

    Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

    Geert Vandeweyer en advocaat Chris Schijns, die verschijnen voor de verzoekende partijen, advocaat Inke Dedecker, die verschijnt voor Scania CV Aktiebolag en advocaat Kilian Stulens, die loco advocaat Olivier Vandenhoudt verschijnt voor de gemeente Oudsbergen, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Samenvoeging

    3. De zaken A.231.595/X-17.786 en A. 231.962/X-17.812 zijn dermate samenhangend dat het past ze samen te voegen.

    IV. Feiten

    4.1. De provincie Limburg beoogt met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v. Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ (het PRUP), volgens de toelichtingsnota bij dit plan:

    X-17.786-3/25

    “de uitbreiding mogelijk te maken van de bestaande bedrijfssites en -activiteiten van de bedrijven ‘Scania Parts Logistics’ en ‘Weltjens Transport nv’ die gelegen zijn op het industrieterrein ‘Opglabbeek’. Op deze manier moeten de bedrijven in de toekomst zo goed mogelijk blijven functioneren. Hierbij wordt gestreefd naar een maximaal efficiënt ruimtegebruik en worden enkele ruimtelijke randvoorwaarden en inrichtingsprincipes vooropgesteld in functie van het nastreven van kwalitatieve en duurzame bedrijfssites (bv. groenbuffer, ruimte voorzien voor water, compact ruimtegebruik,...).

    Voor het bedrijf Weltjens Transport nv werd in januari 2018 een gunstig (voorwaardelijk) planologisch attest afgeleverd, die de provinciale overheid ertoe verbindt binnen een termijn van één jaar een startnota van een RUP op te maken.

    Het bedrijf Scania Parts Logictics heeft op korte termijn nood aan uitbreiding die binnen het industriegebied gerealiseerd kan worden. Doch op middellange termijn heeft het bedrijf nood aan een grotere uitbreiding die de grenzen van het industriegebied overschrijdt. De kortetermijnbehoefte is in zekere mate gekoppeld aan de middellange termijn behoefte. Het bedrijf wil de investering op kort[e] termijn enkel maken als ook de uitbreiding op middellange termijn mogelijk is.

    Ten noorden van het huidige industriegebied is vandaag herbevestigd agrarisch gebied (HAG) gelegen. De uitbreiding van de bedrijven zal dus ten koste gaan van dit HAG. Doch het is de doelstelling van de provincie om het verlies aan HAG te compenseren, in de mate van het mogelijke door planologische herbestemming. Het RUP bestaat daarom uit twee deelplannen:

    - Deelplan 1 ‘Uitbreiding bedrijven Scania Parts Logistics en Weltjens Transport NV’ (noordelijke uitbreiding bedrijventerrein Opglabbeek) - Deelplan 2: ‘Compensatiegebied aansnijding herbevestigd agrarisch gebied’ (enkele landbouwpercelen ten westen van de N76 die herbestemd worden van natuurgebied naar landbouwgebied).”

    4.2. Eerste verzoeker stelt eigenaar te zijn van de percelen met nrs. 7B914/d1, 7B914/h en 7B914/e11, gelegen binnen het deelplan 1 van het plangebied van het PRUP en binnen het voorlopig vastgestelde onteigeningsplan (innames 3, 4 en 6). Met de tweede verzoekende partij wenst hij deze gronden te ontginnen.

    4.3. Op 16 oktober 2019 stelt de provincieraad van de provincie Limburg het ontwerp van het PRUP voorlopig vast.

    4.4. Tijdens het openbaar onderzoek, dat van 8 november 2019 tot en met 6 januari 2020 over het ontwerp-PRUP wordt georganiseerd, worden negen

    X-17.786-4/25

    adviezen uitgebracht en vier ontvankelijke bezwaren ingediend, waaronder een

    bezwaar van de verzoekende partijen.

    Zij voeren er in aan dat het voor hen onbegrijpelijk en onaanvaardbaar is dat het “ontginningsverhaal”, dat reeds in 2002 een aanvang kende, zonder meer terzijde wordt geschoven en dat resoluut gekozen wordt voor de uitbreiding van het bedrijf Scania Parts Logistics. Tevens betwisten de verzoekende partijen de wettigheid van het voorlopig onteigeningsbesluit wegens gebrek aan algemeen belang en onteigeningsnoodzaak. Zij stellen ook een beroep te willen doen op de mogelijkheid tot “zelfrealisatie” van hun percelen.

    4.5. In zitting van 4 maart 2020 bespreekt de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (hierna: de Procoro) de bezwaren.

    4.6. Er wordt een plan-milieueffectrapport (plan-MER) opgemaakt, waarover het Team Milieueffectrapportage van de Vlaamse overheid met een brief van 1 april 2020 oordeelt dat de kwaliteit ervan goed is.

    4.7. In zitting van 27 mei 2020 beslist de provincieraad van de provincie Limburg het PRUP:

    “Artikel 1

    Het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ wordt definitief vastgesteld.

    Artikel 2 Het bovenvermelde provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, bestaande uit een toelichtingsnota, de grafische plannen (2 deelplannen), de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften en met inbegrip van de milieueffectbeoordeling en het advies van de Procoro - inclusief het register van ingediende adviezen, opmerkingen en bezwaren-, maakt integrerend deel uit van dit besluit.

    Artikel 3 Het provincieraadsbesluit van 16 oktober 2019 houdende het voorlopig onteigeningsbesluit betreffende de onteigening ten algemene nutte van een aantal (delen van) percelen gelegen binnen deelplan 1 van het ontwerp van PRUP ‘Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Opglabbeek t.h.v. Scania Parts Logistics en Weltjens Transport nv’ wordt ingetrokken.

    De POM Limburg zal, in toepassing van art. 6 §1 POM-decreet, als onteigenende instantie de onteigeningsprocedure integraal hernemen.

    X-17.786-5/25

    […]”

    De voormelde beslissing van de provincieraad van de provincie Limburg van 27 mei 2020 maakt het voorwerp uit van het beroep in de zaak sub II. Het artikel 3 van diezelfde beslissing is de bestreden beslissing in de zaak sub I.

    4.8. In de provincieraadsbeslissing van 27 mei 2020 wordt de intrekking van het voorlopig onteigeningsbesluit als volgt gemotiveerd:

    “Overwegende dat bij provincieraadsbesluit van 16 oktober 2019 ook een voorlopig onteigeningsbesluit werd genomen voor de onteigening ten algemene nutte van een aantal (delen van)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT