Décision judiciaire de Raad van State, 2 juin 2021

Date de Résolution 2 juin 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 250.762 van 2 juni 2021 in de zaak A. 222.234/VII-39.992

In zake : 1. Luc BULCKE 2. Ria HUYGHEBAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Ignace Hameeuw kantoor houdend te 8800 Roeselare Kaaistraat 56 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

VAN WEST-VLAANDEREN

Tussenkomende partij:

Ronny GALLE bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Tom Malfait en Fien De Corte kantoor houdend te 9000 Gent Kasteellaan 141 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 22 mei 2017, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen van 16 maart 2017 waarbij het beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de stad Diksmuide van 19 oktober 2016, houdende het verlenen van de milieuvergunning aan Ronny Galle voor het exploiteren van een varkensfokkerij, gelegen aan de Alveringemstraat 11 te Oudekapelle, wordt afgewezen en de beroepen beslissing wordt bevestigd.

VII-39.992-1/13

II. Verloop van de rechtspleging

2. Bij arrest nr. 239.373 van 12 oktober 2017 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing verworpen.

De verzoekende partijen hebben een verzoekschrift tot voortzetting van de rechtspleging ingediend.

De verwerende partij heeft een memorie van antwoord en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

Ronny Galle heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 4 december 2017. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

Adjunct-auditeur Benny De Sutter heeft een verslag opgesteld.

De verzoekende partijen hebben een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partij en de tussenkomende partij hebben een laatste memorie ingediend.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 20 mei 2021.

Kamervoorzitter Eric Brewaeys heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Stefanie Phylpo, die loco advocaat Ignace Hameeuw verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaten Tom Malfait en Fien De Corte, die verschijnen voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

Adjunct-auditeur Benny De Sutter heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

VII-39.992-2/13

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3.1. Op 19 juli 2016 dient de tussenkomende partij een milieuvergunningsaanvraag in voor de uitbating van een varkensfokkerij gelegen aan de Alveringemstraat 11 te Diksmuide, op een terrein kadastraal gekend als afd. 11, sectie A, nrs. 146H, 148G en 155V.

Deze percelen behoorden toe aan de vader van de eerste verzoekende partij, die ze bij notariële akte van 5 mei 2014 heeft verkocht aan de tussenkomende partij.

De verzoekende partijen zijn eigenaar van en wonen op het aangrenzend terrein, kadastraal gekend als afd. 11, sectie A, nr. 155M, dat door de percelen van de tussenkomende partij wordt omgeven.

3.2. Er bestaat een betwisting tussen de verzoekende partijen en de tussenkomende partij over het gebruiksrecht met betrekking tot de desbetreffende percelen en opstallen.

De verzoekende partijen betogen dat zij op de betrokken terreinen een landbouwbedrijf exploiteren sinds 1986. Op 1 april 2012 zou de vader van de eerste verzoekende partij “op bedrieglijke wijze” het voormalige exploitatienummer van de verzoekende partijen hebben “overgenomen”, waardoor zij genoodzaakt waren een “nieuwe vergunning” aan te vragen, die zij hebben verkregen bij beslissing van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen van 7 februari 2013. Naar zeggen van de verzoekende partijen werd deze vergunning eerst in gebruik genomen op 1 januari 2015.

VII-39.992-3/13

Volgens de tussenkomende partij werden de gebouwen op de percelen 146H, 148G en 155V tot mei 2010 door de verzoekende partijen gehuurd van de vader van de eerste verzoekende partij, die deze toentertijd in eigendom had. Daarna werden de verzoekende partijen via gerechtelijke weg uitgedreven en zouden zij geen enkel gebruiksrecht meer hebben op die gebouwen. De tussenkomende partij wijst erop dat de verzoekende partijen op eer hebben verklaard nog steeds een gebruiksrecht te hebben op de gronden in eigendom van de vader van de eerste verzoekende partij. Zij zouden “bedrieglijk” hebben beweerd de stallen nog steeds te huren. Vervolgens hebben zij de milieuvergunning van 7 februari 2013 verkregen.

3.3. Bij...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT