Décision judiciaire de Raad van State, 1 juin 2021

Date de Résolution 1 juin 2021
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 250.753 van 1 juni 2021 in de zaak A. 224.711/X-17.184

In zake : de NV ANTWERP GATEWAY bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Frank Judo en Laure Proost kantoor houdend te 1000 Brussel Keizerslaan 3 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de VLAAMSE GEMEENSCHAP bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Patrick Devers kantoor houdend te 9000 Gent Kouter 71-72 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 7 maart 2018, strekt tot de nietigverklaring van “het besluit van 16 januari 2018 van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie waarbij het beroep dat namens de nv Antwerp Gateway werd ingesteld tegen de beslissing van 21 november 2017 van het Havenbedrijf Antwerpen ontvankelijk en ongegrond wordt beschouwd”.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij arrest nr. 248.877 van 16 november 2020 is het debat heropend.

    De verwerende partij en de verzoekende partij hebben een laatste memorie ingediend.

    X-17.184-1/14

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 30 april 2021.

    Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Frank Judo, die verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Patrick Devers, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Met een aangetekende brief van 3 november 2017 richt de verzoekende partij, verwijzend naar de openbaarheid van bestuur, een volgend verzoek aan het Havenbedrijf Antwerpen:

    “Betreft: Volumeverplichting NV PSA DGD Deurganckdok

    Geachte heer, Geachte mevrouw,

    Wij verwijzen naar de wegname van concessie-oppervlakte aan de oostelijke zijde van het Deurganckdok (‘Area B’) uit de concessieovereenkomst in hoofde van NV Antwerp Gateway, en de toewijzing daarvan aan NV PSA DGD zoals bepaald in de concessieovereenkomst d.d. 12.05.2014.

    Inmiddels hebben wij tot onze verbazing moeten vaststellen dat het gebruik van zowel de ligplaats als van de concessieoppervlakte zelf ondermaats is. Zulks lieten wij ook officieel vaststellen door de deurwaarder.

    In dat verband informeren wij met onderhavig schrijven naar de naleving door NV PSA DGD van de voorwaarde onder bepaling P§1 van de concessieovereenkomst d.d. 12.05.2014 als volgt: * Wat zijn de door NV PSA DGD op de concessies aan het Deurganckdok behandelde volumes voor 2016? * Werden de tonnageverplichtingen in hoofde van NV PSA DGD, zijnde de verplichtingen bepaald in de concessie voor de westzijde van het Deurganckdok en de verplichting zoals vastgelegd voor de concessie aan de oostzijde van het Deurganckdok (cfr. Bepaling P.§1.

    X-17.184-2/14

    Concessieovereenkomst 12.05.2014 - 544.526 maritieme TEU per jaar) voor 2016 nageleefd? * Indien voornoemde tonnageverplichtingen niet werden nageleefd, welke reden werd hiertoe door NV PSA DGD ingeroepen (cfr. Bepaling P.2§. Concessieovereenkomst 12.05.2014)?

    Wij nemen aan dat deze gegevens betreffende 2016 inmiddels voorhanden zijn, alsook dat wij gelet op de openbaarheid van bestuur de gevraagde informatie eerstdaags mogen ontvangen.”

    3.2. Met een e-mail van 21 november 2017 weigert het Havenbedrijf Antwerpen de openbaarmaking van de gevraagde gegevens:

    “De door u gevraagde documenten kunnen niet openbaar gemaakt worden De niet-openbaarmaking wordt gemotiveerd op basis van de volgende uitzonderingsgronden, zoals voorzien in het Openbaarheidsdecreet art 14, 4° de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid een eerlijk proces te verkrijgen.”

    3.3. Met een schrijven van 6 december 2017 stelt de verzoekende partij bij de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie (hierna: de beroepsinstantie) een administratief beroep in tegen de voormelde weigeringsbeslissing van 21 november 2017.

    3.4. Op 16 januari 2018 beslist de beroepsinstantie dat het beroep ontvankelijk is, maar ongegrond. Dat is de bestreden beslissing, die wat de gegrondheid van het beroep betreft, luidt:

    “Overwegende dat overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het openbaarheidsdecreet het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten;

    Overwegende dat de openbaarmaking slechts geweigerd kan worden, mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 15 van voormeld decreet; Overwegende dat beroeper in zijn oorspronkelijke aanvraag verzocht om afschrift van volgende bestuursdocumenten: ‘- De documenten met betrekking tot de behandelde volumes door de nv PSA DGD in het jaar 2016 op de concessies aan het Deurganckdok; - De documenten waaruit blijkt dat de separate tonnageverplichtingen aan de oost- en westzijde van het Deurganckdok, zoals opgelegd door de

    X-17.184-3/14

    concessieovereenkomst van 12 mei 2014, in hoofde van de nv PSA DGD voor het jaar 2016 werden nageleefd; - In voorkomend geval, de documenten waaruit blijkt om welke redenen de nv PSA DGD de voormelde tonnageverplichtingen niet behaalde’; Overwegende dat het [Havenbedrijf Antwerpen (HA)] weigert afschrift te verlenen en hiervoor verwijst naar artikel 14, 4° van het openbaarheidsdecreet;

    Overwegende dat de beroepsinstantie, om met kennis van zaken te kunnen oordelen, bij mailbericht dd. 7 december 2017, het HA om toelichting heeft aangeschreven;

    Overwegende dat het HA bij mails van 13 en 15 december 2017 de beroepsinstantie heeft geïnformeerd, doch de gevraagde bestuursdocumenten niet heeft overgemaakt; dat het HA opnieuw naar artikel 14, 4° van het openbaarheidsdecreet verwijst en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT