Décision judiciaire de Raad van State, 21 mai 2019

Date de Résolution21 mai 2019
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 244.551 van 21 mei 2019 in de zaak A. 220.359/X-16.742.

In zake : 1. de BVBA VAN SCHELVERGEM 2. Dirk MORIAS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Pieter Jongbloet kantoor houdend te 3010 Leuven Oude Diestsesteenweg 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Philippe Coenraets en Christophe Lépinois kantoor houdend te 1000 Brussel Ter Kamerenlaan 36 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 26 september 2016, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de gemachtigde ambtenaar van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 12 juli 2016 “waarbij aan de gemeente Sint-Agatha-Berchem een stedenbouwkundige vergunning wordt verleend voor de herinrichtingswerken aan het kerkplein gelegen voor de Sint-Agathakerk van de gemeente Sint-Agatha-Berchem en de daarrond liggende straten, m.n. de Kerkstraat, de Dr. Charles Leemansstraat, de Grand-Halleuxstraat en Koning Boudewijnplein”.

X-16.742-1/13

II. Verloop van de rechtspleging

2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een verslag opgesteld.

De verzoekende partijen hebben een laatste memorie ingediend.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 5 april 2019.

Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Joeri Leten, die loco advocaat Pieter Jongbloet verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaat Christophe Lépinois, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Eerste auditeur-afdelingshoofd Ann Van Mingeroet heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3.1. Op 19 mei 2015 dient de gemeente Sint-Agatha-Berchem een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in voor de heraanleg van het plein waarop de Sint-Agathakerk is gelegen en dat gevormd wordt door de Dr. Charles Leemansstraat, de Grand-Halleuxstraat, het Boudewijnplein en de Kerkstraat.

X-16.742-2/13

3.2. Over de aanvraag wordt een openbaar onderzoek georganiseerd van 1 juni 2015 tot en met 30 juni 2015. Er worden zestien individuele bezwaren ingediend, waaronder door verzoekers, één petitie met 1067 handtekeningen en 65 verzoeken om te worden gehoord.

3.3. Op 19 juni 2015 verleent het bestuur Uitrusting en Vervoer een voorwaardelijk gunstig advies over de aanvraag.

3.4. Op 24 oktober 2015 geeft de overlegcommissie een voorwaardelijk gunstig advies.

3.5. Op 12 april 2016 dient de gemeente Sint-Agatha-Berchem nieuwe plannen in.

3.6. Op 12 juli 2016 verleent de gemachtigde ambtenaar de stedenbouwkundige vergunning, op basis van de aangepaste plannen.

Dit is de bestreden beslissing.

IV. Onderzoek van de middelen

A. Eerste middel

Uiteenzetting van het middel

4.1. Verzoekers roepen in een eerste middel de schending in van de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 ‘houdende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen’ (hierna: de formelemotiveringswet).

Zij betogen dat hun bezwaar waarmee zij zich verzetten tegen het groot aantal parkeerplaatsen dat bij de uitvoering van de kwestieuze plannen teloor zal gaan, niet voldoende werd beantwoord. Verzoekers menen dat zij uit het bestreden besluit dienen te kunnen opmaken “waarom de

X-16.742-3/13

vergunningverlenende overheid van oordeel is dat de nood die beroepers hebben aan voldoende parkeerplaatsen op het openbaar domein in de onmiddellijke omgeving van [hun] apotheek niet zou opwegen tegen het doel waarvoor de gemeente tot heraanleg van het plein wenst over te gaan, én waarom dit doel niet met het bewaren van een groter aantal parkeerplaatsen op het openbaar domein zou kunnen verenigd worden”.

De motivering dat de in de bestreden vergunning voorziene beperking van het aantal plaatsen overeenstemt met de richtinggevende bepalingen van het regionaal mobiliteitsplan Iris 2, kan volgens verzoekers niet als een voldoende motivering gelden “nu er niet uit kan opgemaakt worden of de niet-beperking van het aantal parkeerplaatsen, minstens een minder ernstige beperking van het aantal parkeerplaatsen niet even goed in overeenstemming zou zijn met deze richtinggevende bepalingen, en zelfs niet eens aangeeft waarom de vergunningverlenende overheid van mening is dat in deze deze louter richtinggevende bepalingen moeten worden gevolgd”.

De motivering dat de in de initiële aanvraag voorziene beperking van het aantal parkeerplaatsen door de in toepassing van artikel 177/1 van het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening (hierna: BWRO) ingediende plannen met twee eenheden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT