Décision judiciaire de Raad van State, 29 janvier 2019

Date de Résolution29 janvier 2019
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 243.534 van 29 januari 2019 in de zaak A. 218.924/XIV-36.987

In zake : Eddy SCHALLIER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Peter Crispyn kantoor houdend te 9030 Mariakerke Mazestraat 16 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken die woonplaats kiest bij de Federale Politie DGR/JUR gevestigd te 1050 Brussel Kroonlaan145A -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 5 april 2016, strekt tot de nietigverklaring van de beslissing van de directeur van de Luchtvaartpolitie van 17 februari 2016 waarbij aan verzoeker de lichte tuchtstraf van de waarschuwing is opgelegd.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoekster heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Eerste auditeur Marijke Van Limbergen heeft een verslag opgesteld.

    XIV-36.987-1/11

    De verwerende partij heeft een verzoek tot voortzetting en een laatste memorie ingediend. Verzoeker heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 7 november 2018.

    Kamervoorzitter Geert Debersaques heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Flore Aerens, die loco advocaat Peter Crispyn verschijnt voor verzoeker, en adviseurs Ruben Goosens en Jana Mouton, die verschijnen voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Melissa Celis heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Verzoeker is hoofdinspecteur van politie bij de Federale politie.

    3.2. Met het inleidend verslag van 7 januari 2016 stelt de directeur van de Luchtvaartpolitie, optredend als de gewone tuchtoverheid, voor om verzoeker de lichte straf van de blaam op te leggen. In dit verslag wordt een uiteenzetting gegeven van de feiten, van de datum van kennisneming ervan, van het vaststaan, de kwalificatie en de toerekening ervan. Tevens bevat het een voorstel tot lichte tuchtstraf, met name de hiervoor reeds aangehaalde tuchtstraf.

    3.3. Verzoeker dient op 31 januari 2016 een verweerschrift in en vraagt om te worden gehoord.

    XIV-36.987-2/11

    Op 12 februari 2016 wordt verzoeker gehoord.

    3.4. De directeur van de Luchtvaartpolitie beslist op 17 februari 2016 om de lichte tuchtstraf van de waarschuwing op te leggen. Die beslissing steunt op de volgende motivering:

    “[…] 5. Vaststaan, kwalificatie en toerekening van de feiten

    Gelet op de feitelijke elementen vervat in het dossier en rekening houdend met het verslag van het voorafgaand onderzoek ten laste en ten ontlaste; 5.1 meen ik dat de feiten vaststaan doordat: - één van de medewerkers van de luchthaven (Mevrouw [V.]) in haar getuigenverhoor heeft bevestigd dat ze u op 31-08-2015 tijdens de afscheidsreceptie van een douaneambtenaar alcohol (Cava) heeft zien drinken;

    - één van uw collega’s (INP [L.P.]) heeft bevestigd dat uw adem naar alcohol rook op het moment dat hij op 31-08-2015 door u geïnterpelleerd werd in de kleedkamer. 5.2 meen ik dat deze feiten u kunnen worden toegerekend: - omdat u als lid van de Fédérale Politie, rekening houdend met uw aantal dienstjaren, heel goed weet dat het gebruik van alcohol tijdens de diensturen niet is toegelaten;

    - omdat de deontologische code van de politiediensten, waarvan u als personeelslid op de hoogte dient te zijn in het artikel 44 duidelijk verwijst naar het verbod van alcohol tijdens de dienst;

    - omdat de permanente nota van de Commissaris-generaal ([…]) duidelijk stelt dat er een nultolerantie van toepassing is voor het gebruik van alcohol voorafgaand aan het werk, tijdens de werktijd en tijdens de pauzes. 5.3 meen ik dat deze feiten het volgend tuchtvergrijp uitmaken; ‘Als Hoofdinspecteur op de luchthaven van Oostende, tijdens de diensturen een glas alcoholische drank te hebben gedronken op een receptie ter gelegenheid van de pensionering van een douanebeambte’ 6. Beslissing

    Gelet op de bepalingen van de wet van 13 mei 1999, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 4, en 37;

    Rekening houdend met de inhoud van uw verweerschrift ([…]) waarvan ik kennis nam op 05-02-2016;

    Rekening houdend met de argumenten die u samen met uw gemandateerd verdediger naar voor hebt gebracht tijdens de hoorzitting op 12-02-2016 en waarvan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT