Décision judiciaire de Raad van State, 8 mai 2018

Date de Résolution 8 mai 2018
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 241.415 van 8 mei 2018 in de zaak A. 216.898/VII-39.470.

In zake : 1. Patrick VAN ROEY 2. Danny RÖDER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jürgen De Staercke kantoor houdend te 9550 Hillegem Dries 77 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

de DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD VAN

OOST-VLAANDEREN

Tussenkomende partij :

Maarten MICHIELS wonende te 9400 Ninove Holstraat 2 alwaar woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 26 oktober 2015, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 27 augustus 2015 waarbij het beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de stad Geraardsbergen van 9 maart 2015, houdende het verlenen van de milieuvergunning aan Maarten Michiels voor het exploiteren van een schapenhouderij, gelegen aan de Boekevijverstraat te Geraardsbergen, niet wordt ingewilligd en de verleende milieuvergunning wordt bevestigd met aanpassing.

    VII-39.470-1/17

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij arresten nr. 232.247 van 17 september 2015, nr. 234.625 van 3 mei 2016 en nr. 236.710 van 9 december 2016 werden de vorderingen tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de bestreden beslissing verworpen.

    De verzoekers hebben een verzoekschrift tot voortzetting van de rechtspleging ingediend.

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord en de verzoekers hebben een memorie van wederantwoord ingediend.

    De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een verslag opgesteld.

    De verwerende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verzoekers hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 19 april 2018.

    Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Gregory Verhelst, die loco advocaat Jürgen De Staercke verschijnt voor de verzoekers, is gehoord.

    Eerste auditeur-afdelingshoofd Peter Provoost heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    VII-39.470-2/17

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Op 28 november 2014 dient de tussenkomende partij een milieuvergunningsaanvraag in voor de exploitatie van een schapenhouderij met 400 stalplaatsen, gelegen aan de Boekevijverstraat te Geraardsbergen, op het perceel kadastraal bekend onder afdeling 12, sectie B, nr. 0659A.

    De stalplaatsen worden gepland in een nieuw te bouwen stal op het nog niet bebouwd perceel. De schapenstal zal een oppervlakte hebben van 1.206 m², met een kroonlijsthoogte van 3,2 meter en een nokhoogte van 8,5 meter.

    De woningen en percelen van de verzoekers palen aan het perceel waarop de milieuvergunning betrekking heeft.

    3.2. Tijdens het openbaar onderzoek worden vier bezwaarschriften ingediend.

    3.3. Bij beslissing van 9 maart 2015 verleent het college van burgemeester en schepenen van de stad Geraardsbergen aan de tussenkomende partij de milieuvergunning voor hogervermelde inrichting, met dien verstande dat het onderdeel grondwaterwinning wordt geweigerd.

    3.4. Tegen dit besluit stellen onder meer de verzoekers bestuurlijk beroep in bij de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen.

    3.5. In het kader van de beroepsprocedure worden volgende adviezen uitgebracht:

    VII-39.470-3/17

    - de afdeling Milieuvergunningen adviseert gunstig; - de Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer, adviseert ongunstig voor een grondwaterwinning uit een boorput van 20 meter diep, en gunstig voor een grondwaterwinning uit een boorput van maximum 13 meter diep mits bijzondere voorwaarden; - de provinciale milieudeskundige adviseert ongunstig en stelt voor de beroepen beslissing op te heffen, overwegende:

    “- de ligging in een ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’, een bestemming waarmee de inrichting planologisch bestaanbaar is;

    - dat de exploitant een vergunning wenst te bekomen voor 400 stalplaatsen voor schapen en aanhorigheden; de stalplaatsen worden voorzien in een nieuw te bouwen stal op een onbebouwd perceel;

    - dat het college van burgemeester en schepenen op 9 maart 2015 de vergunning verleende; dat voorliggend beroep werd ingediend door derden tegen deze beslissing;

    - dat tijdens het openbaar onderzoek in eerste aanleg 4 bezwaarschriften werden ingediend; dat de appellanten ook tot de bezwaarvoerders behoren; de argumenten van de bezwaarschriften en het beroepschrift zijn deels gegrond en deels ongegrond; dat de gegronde bezwaren m.b.t. de potentiële en regelmatige wateroverlast in de omgeving terechte bekommernissen zijn;

    - gelet op de argumenten van de provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar in het kader van de beroepsprocedure van de overeenkomstig afgeleverde stedenbouwkundige vergunning (college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2015);

    - dat volgens de milieudeskundige bodemprojecten (PCM) dit gebied gekend is als een knelpunt op het vlak van erosie; de hoger gelegen akkers en de geprospecteerde locatie (weiland) betreffen hoog en medium erosiegevoelige percelen; de hoger gelegen akkers stromen naar dit weiland toe; dit weiland heeft een positief effect op erosie; vanuit erosiestandpunt is het niet goed als dit weiland zou verdwijnen;

    - dat het overstromingsrisico in de omgeving een reëel probleem vormt en dit de exploitatie kan hypothekeren m.b.t. overstroming van de stal en mestopslagplaats; dat deze risico’s ook risico’s inhouden voor de omliggende natuurwaarden en aanwezige bebouwing;

    - dat een mer-screeningsnota werd toegevoegd aan het aanvraagdossier en dat kan gesteld worden dat geen MER moet worden opgemaakt;

    - dat geen passende beoordeling moet worden voorzien; - dat de pluim van het verzurend en verroestend effect net niet overlapt met bestaand habitat en met zoekzones waar habitats in de toekomst voorzien worden; de voorkeur van het Agentschap gaat uit naar het alternatief om de stal op hetzelfde perceel, op de westelijke grens, dichter bij de bestaande bebouwing te voorzien; het Agentschap voor Natuur en Bos geeft daarom een gunstig advies op voorwaarde dat de stal op alternatieve locatie, verder van het habitatrichtlijngebied wordt ingeplant;

    VII-39.470-4/17

    - dat de beroepsargumenten gegrond zijn m.b.t. planologische verenigbaarheid met de onmiddellijke omgeving, en de overstromingsrisico’s voor de omgeving;”

    - de Provinciale Milieuvergunningscommissie adviseert gunstig en stelt voor de beroepen beslissing te bevestigen (met uitzondering van de voorwaarde die stelt dat vrachtverkeer van maximum 3,5 ton is toegestaan), overwegende:

    “- de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT