Décision judiciaire de Raad van State, 12 juin 2017

Date de Résolution12 juin 2017
JuridictionCassatie
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 238.474 van 12 juni 2017 in de zaak A. 216.816/XIV-36.701

In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Ronald Fonteyn kantoor houdend te 1000 Brussel Florencestraat 13 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Carmenta Decordier kantoor houdend te 9041 Gent-Oostakker Harlekijnstraat9 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het cassatieberoep

  1. Het cassatieberoep, ingesteld op 30 augustus 2015, strekt tot de cassatie van het arrest nr. 150.155 van 29 juli 2015 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Het cassatieberoep is toelaatbaar verklaard bij beschikking nr. 11.591 van 28 oktober 2015.

    De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoekster heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    XIV-36.701-1/10

    Eerste auditeur Marijke Sterck heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 november 2006 ‘tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State’.

    Verzoekster heeft een verzoek tot voortzetting van de procedure ten einde te worden gehoord ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 14 december 2016.

    Staatsraad Carlo Adams heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Rafaël Jespers, die loco advocaat Ronald Fonteyn verschijnt voor verzoekster, en advocaat Tine Bricout, die loco advocaat Carmenta Decordierverschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Marijke Sterck heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

  3. Verzoekster dient op 2 september 2014 een aanvraag in voor het verkrijgen van een verblijfskaart als familielid van een burger van de Unie, met name als bloedverwant in neergaande lijn van een Nederlandse onderdaan.

    Op 17 februari 2015 neemt de staatssecretaris voor Asiel en Migratie in hoofde van verzoekster een beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten.

    XIV-36.701-2/10

    Verzoekster stelt op 3 maart 2015 tegen die beslissing een beroep tot nietigverklaring in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verwerpt het beroep tot nietigverklaring tegen de beslissing van 17 februari 2015 met een arrest van 29 juli 2015. Dit is het bestreden arrest.

    IV. Onderzoek van de middelen

    A. Eerste middel

    Uiteenzetting van het middel

  4. Verzoekster werpt in een eerste middel, dat zij “van openbare orde” noemt, de schending op van artikel 159 van de Grondwet, van de artikelen 41 en 51 van het Handvest van de grondrechten van Europese Unie, van het recht van verdediging en het recht op tegenspraak en van het beginsel “audi et alteram partem”.

    Verzoekster vraagt de cassatie van het bestreden arrest omdat de eerste rechter niet ambtshalve heeft opgeworpen dat verzoekster niet in haar verweer was gehoord alvorens de aanvankelijk bestreden beslissing werd genomen. De eerste rechter had moeten onderzoeken of die schending van het hoorrecht haar de mogelijkheid heeft ontnomen haar verweer in die mate te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT