Décision judiciaire de Raad van State, 23 mars 2017
Date de Résolution | 23 mars 2017 |
Juridiction | Schorsing |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER
A R R E S T
nr. 237.750 van 23 maart 2017 in de zaak A. 220.731/VII-39.834.
In zake : Chris VAN GESTEL bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Kris Lens kantoor houdend te 2800 Mechelen Grote Nieuwedijkstraat 417 bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jan Bergé en Kristien Vanderheiden kantoor houdend te 3000 Leuven Naamsestraat 165 bij wie woonplaats wordt gekozen
--------------------------------------------------------------------------------------------------
I. Voorwerp van de vordering
1. De vordering, ingesteld op 15 november 2016, strekt tot de
schorsing van de tenuitvoerlegging van het besluit van de Vlaamse minister van
Omgeving, Natuur en Landbouw van 19 september 2016 waarbij het beroep tegen
de beslissing van de toezichthouder van het Agentschap voor Natuur en Bos van
3 juni 2016, houdende het opleggen van bestuurlijke maatregelen, ongegrond
wordt verklaard.
II. Verloop van de rechtspleging
2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.
Eerste auditeur Ronny Vercruyssen heeft een verslag opgesteld.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft
plaatsgevonden op 2 februari 2017.
Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Evert Vervaet, die loco advocaat Kris Lens verschijnt
voor verzoeker, en advocaat Jan Bergé, die verschijnt voor de verwerende partij,
zijn gehoord.
Eerste auditeur Ronny Vercruyssen heeft een met dit arrest
eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der
talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1. Verzoeker is eigenaar en/of beheerder van een aantal percelen
grond gelegen aan de Cassenbroek te Bonheiden. Het betreft de percelen die
kadastraal bekend staan als Bonheiden, afdeling 1, sectie C, nrs. 47K, 48L, 48M,
48G en 47F.
De betrokken percelen liggen in het VEN-gebied “Dijlevallei
tussen Boortmeerbeek en Mechelen”. Tevens maken deze percelen, luidens het
ministerieel besluit van 1 augustus 1988, deel uit van het beschermd landschap
“het Cassenbroek”, waardoor zij onder de gelding van het vroegere
landschapsdecreet en het huidige onroerenderfgoeddecreet vallen.
3.2. In het verleden werden verscheidene kapmachtigingen verleend.
Volgens verzoeker is er in één van deze kapmachtigingen, meer bepaald de
kapmachtiging van 10 april 2001, een materiële fout geslopen bij de vermelding
van de betrokken percelen.
3.3. Naar aanleiding van de tweede bosinventarisatie in het Vlaamse
Gewest, laat verzoeker aan het Agentschap voor Natuur en Bos weten dat het
perceel 48L, eerder een “tuin/bos” is en niet in aanmerking komt voor de
inventarisatie. Het betrokken perceel wordt uit de inventarisatie geweerd.
3.4. Met een brief van 20 mei 2015 vraagt het Agentschap voor
Natuur en Bos om de machtigingen en stedenbouwkundige vergunningen tot
ontbossing voor te leggen. Op grond van een vergelijking van diverse luchtfoto‟s,
heeft het agentschap vellingen vastgesteld zonder van de nodige toestemmingen
kennis te hebben. Via zijn raadsman deelt verzoeker op 1 juli 2015 de verkregen
toestemmingen mee.
3.5. Op 24 mei 2016 vindt een plaatsbezoek plaats. Van dit
plaatsbezoek wordt op 1 juni 2016 proces-verbaal opgemaakt.
3.6. Op 3 juni 2016 legt de toezichthoudende ambtenaar van het
Agentschap voor Natuur en Bos aan verzoeker de volgende bestuurlijke
maatregelen op:
“Alle uitheemse aanplantingen: bomen/ struiken en planten dienen verwijderd te worden op plaatsen waar ontbost en kaalgekapt werd. De beboste oppervlakte herstellen aan de hand van de luchtfoto van 1990. Het bos dient hersteld te worden naar de oorspronkelijke oppervlakte.
Dit door het aanplanten van standplaats geschikt inheems plantgoed zoals bijvoorbeeld;
- Zomereik (in groepen van minstens 500m²) - Zwarte Els (niet in de groepen van de zomereik) - Lijsterbes, spork, hazelaar... in een plantverband van 2 meter op 2,5 meter.
Alle planten dienen van een erkende en professionele boomkwekerij te komen, de aankoopfactuur dient hier als bewijs. De aan te planten jonge
boompjes en struiken betreft „driejarig bosplantsoen‟ met minimumafmetingen tussen 80 cm en 150 cm.
Indien meer dan 10% van het aangeplante bosgoed afsterft dient in het eerstvolgende plantseizoen te worden ingeboet met zomereik, zwarte els, lijsterbes, sport en/of hazelaar. Waar nodig dient het bosgoed te worden vrijgesteld. Indien nodig wordt dit inboeten herhaald in de daaropvolgende plantseizoenen. In ieder geval is de beheerder er toe gehouden cfr. de plaatsbeschrijving 120 are bos op boven genoemde locatie tot volle wasdom te brengen.
Het is de bedoeling dat de kruid- en struiklaag van het bos zich ook ten volle kan ontwikkelen. Het onderhouden (maaien) van de ruimte tussen de nieuwe aanplantingen is verboden. Het bos dient de mogelijkheid te krijgen zich verder natuurlijk te ontwikkelen.
De heraanplantingen moeten verricht worden tijdens de periode van het eerstvolgende plantseizoen dat zich situeert tussen 15 december 2016 en 31 maart 2017. Voorafgaand dienen alle uitheemse aanplantingen/tuinaanleg verwijderd [te] worden. Van Gestel Christiaan dient het Agentschap voor Natuur en Bos vóór 31 maart 2017 op de hoogte brengen van het uitgevoerde herstel zodat een controlebezoek kan worden uitgevoerd. Bovendien is hij ertoe gehouden vóór 1 september 2016 een herstelvoorstel/beplantingsvoorstel (met aanduiding van waar de groepen Zomereik en Zwarte Els aangeplant zullen worden) aan het Agentschap voor Natuur en Bos over te maken”.
Het herstel van het bos dient te worden uitgevoerd vóór 31 maart
2017.
3.7. Tegen deze beslissing stelt verzoeker beroep in bij de bevoegde
Vlaamse minister. Hij vraagt om gehoord te worden. Ingevolge dit verzoek wordt
op 12 juli 2016 een hoorzitting georganiseerd.
3.8. In het advies van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade
en Crisisbeheer van 24 augustus 2016 wordt voorgesteld om het beroep als
ongegrond af te wijzen.
3.9. Verzoeker dient op 7 september 2016 een antwoordnota in op
voormeld advies.
3.10. Met het thans bestreden besluit van 19 september 2016 verklaart
de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw het beroep van
verzoeker ongegrond en bevestigt zij de opgelegde bestuurlijke maatregelen.
Deze beslissing is als volgt gemotiveerd:
“Overwegende dat de verwerende partij het aanvankelijk proces-verbaal met nummer ME.63M.H2.110023/16 van 1 juni 2016 lastens de beroepsindiener opstelde wegens schending van:
- artikels 81, 90, 90bis, 93 en 96 van het bosdecreet van 16 juni 1990
(Bosdecreet); - artikels 13, 14 en 25 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet); - artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurbesluit), - artikel 4.2.1 VCRO;
Overwegende dat voormelde schendingen werden vastgesteld op de percelen kadastraal gekend als Bonheiden, afdeling 1, sectie C, nrs. 47L, 47K, 48L 48M, 48G en 47F, in eigendom van de beroepsindiener; dat deze percelen volgens het gewestplan zijn gelegen in landschappelijk waardevol bosgebied; dat het geheel van de percelen eveneens gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en de Grote Eenheid Natuur (GEN): De Dijlevallei tussen Boortmeerbeek en Mechelen;
Overwegende dat de bestreden beslissing ten aanzien van de beroepsindiener werd genomen op basis van volgende vaststellingen uit bovenvermeld proces-verbaal:
„Op 24/05/2016 om 13.15 uur gaan we ter plaatse vaststellingen verrichten, dit in het gezelschap van Frans Buysse, medewerker van de afdeling beleid van het Agentschap voor Natuur en Bos, welke meegaat als deskundige voor boom- en plantherkenning. Er werd op voorhand afgesproken met de eigenaar Van Gestel Christiaan, zodat wij de afgesloten terreinen rond de woning kunnen betreden.
We worden ter plaatse ontvangen door Van Gestel Christiaan, samen met zijn raadsman. We melden hem nogmaals de reden van ons bezoek, namelijk het nagaan van de afgeleverde vergunningen/kapmachtigingen op de verschillende percelen en het vaststellen van eventuele overtredingen.
We maken een rondgang op de verschillende percelen en komen tot volgende vaststellingen:
Perceel 47L: Langs de rand van perceel 48L werd een aanzienlijke dunning uitgevoerd (eveneens zichtbaar op de luchtfoto‟s in bijlage), dit zonder te beschikken over een kapmachtiging. Het is voor ons echter
onmogelijk uit te maken hoeveel er exact gedund werd. Dit perceel betreft nog steeds volledig bos en kan zich natuurlijk herstellen.
Perceel 47K: het perceel waar de woning staat. Op dit perceel werd ontbost zonder vergunning. Het aanvankelijke bos op het perceel werd gekapt en het terrein rondom de woning kreeg een nieuwe bestemming, namelijk tuin. De nieuwe bomen en planten op dit perceel betreffen voornamelijk uitheemse/aangeplante soorten. Alleen een deel oude eiken langsheen de rand van de toegangsweg bleven behouden.
Perceel 48L: dit perceel werd volledig ontbost zonder vergunning. De open plek welke vroeger ongeveer 29 are bedroeg werd uitgebreid tot het volledige perceel. Er werd een kaalkap uitgevoerd, de grond werd bewerkt en het bos werd vervangen door gras en tuinaanplantingen van uitheemse soorten bomen en struiken. Volgens Van Gestel Christiaan is dit ook de plek waar de 21 Canadapopulieren stonden, waarvan sprake in de besluit houdende toestemming van 2001. De populieren werden gekapt en in plaats hiervan staan nu twee rijden (uitheemse) rode beuk (Fagus sylvatica „Atropunicea‟).
Perceel 48M: ook dit perceel werd volledig ontbost zonder vergunning en aangeplant als tuin met uitheemse soorten.
Perceel 48G: De voorwaarden van de afgeleverde vergunning werden niet nageleefd: er...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI