Décision judiciaire de Raad van State, 10 octobre 2016

Date de Résolution10 octobre 2016
JuridictionUDN
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VOORZITTER VAN DE IXe KAMER

ARREST

nr. 236.043 van 10 oktober 2016 in de zaak A. 220.394/IX-8937

In zake: Serge PRINSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Alexander De Becker kantoor houdend te 1200 Brussel Gulledelle 94 bus 8 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE DIENST VOOR

BRANDWEER EN DRINGENDE MEDISCHE HULP bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat François Belleflamme kantoor houdend te 1060 Brussel Zwitserlandstraat 24 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 3 oktober 2016, strekt tot de schor-sing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van “de administratieve rechtshandeling in de dienstnota 2016-199 dd. 29 september 2016 waarin beslist wordt dat de maatregel opgenomen in de dienstnota 2016-140 waarbij verzoeker in dagdienst werd geplaatst op het HC100/112, opdat hij zich zou bezighouden met het aanleren van de nieuwste technieken en de actuele dienstnota’s en procedure, alsook zou instaan voor de calltaking en regulatie D1 en D2 in doublure wordt verlengd tot 31 december 2016”.

  2. Tevens wordt gevorderd “verwerende partij te bevelen ten aanzien [van Serge Prinsen] geen enkele maatregel op te leggen die de opgelegde

    IX-8937-1/12

    maatregel in dienstnota 2016-140 verlengt en evenmin enige maatregel die op een andere wijze tot gevolg heeft dat de in de dienstnota 2016-140 opgelegde maatregel in de tijd [wordt] verlengd, en dit onder verbeurte van een dwangsom van 25.000 euro per dag [...] per overtreding”.

    II. Verloop van de rechtspleging

  3. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 6 oktober 2016 om 14.00 uur.

    Staatsraad Bert Thys heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Alexander De Becker, die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Frank Vandevoorde, die loco advocaat François Belle-flamme verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Iris Verheven heeft een met dit arrest eensluidend ad-vies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    4.1. Verzoeker is statutair personeelslid met de graad van korporaal bij de operationele diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.

    Hij oefent zijn functie uit bij de hulpcentrale 100/112.

    IX-8937-2/12

    Volgens verzoeker is hij “als brandweerman verantwoordelijk voor de werking van de 100/112-centrale”. Hij verduidelijkt:

    “Wanneer er een oproep binnenkomt, is het zijn taak om een interventie te sturen en om de binnengekomen informatie door te briefen aan de officier van de dienst en aan het opgeroepen personeel.”

    De verwerende partij van haar kant stelt in haar nota:

    “Voor alle duidelijkheid, de verantwoordelijkheid interventies te sturen in hoofde van de verzoeker is zeer beperkt en zeer gedeeltelijk. Immers, de noodoproepen worden ontvangen en geanalyseerd door de operatoren 100 – in voorkomend geval burgerpersoneel, geen brandweermannen, maar wel gevormd en getraind. Deze operatoren stellen telkens een fiche op die het adres van de interventie vermeldt en het type gevraagde hulp. Een informaticaprogramma vervolledigt de fiche door een geheel van uit te sturen voertuigen voor te stellen. De taak van de verzoeker bestaat erin de fiche te valideren wanneer het brandweerhulp betreft en aan de voertuigen gestationeerd in de stafkazerne te vragen te vertrekken voor de interventie. Het vertrek van de gestationeerde voertuigen in de 7 voorposten (autopompen, ladders en ambulances) en in de ziekenhuizen (medische teams) wordt gevraagd door de genoemde operatoren 100. Wanneer het een hulp inzake gezondheid betreft (ambulance of medische ploeg) – 85 tot 90% van de gevallen – komt de verzoeker niet tussen, daar waar de vraag tot vertrek wordt gedaan door de operatoren 100.”

    De partijen zijn het erover eens dat verzoeker “normaal gezien 24u/24 toegewezen [is] aan de dienst (er zijn drie opeenvolgende ploegen op een periode van 24u)”.

    4.2. Bij dienstnota 2016-140 van 24 juni 2016 wordt door de officier-dienstchef ad interim en de directeur-generaal ad interim van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp het volgende beslist met betrekking tot verzoeker:

    “Vanaf heden en tot 01 oktober 2016 wordt Kpl. S. Prinsen losgekoppeld van zijn ploeg en in dagdienst (kantooruren) geplaatst op het HC 100/112. Hij zal zich bezighouden met het aanleren van de nieuwste technieken en de actuele dienstnota’s en procedures. Daarnaast zal hij instaan voor de calltaking en regulatie D1 en D2 in doublure.”

    IX-8937-3/12

    Verzoeker vecht deze beslissing aan met een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT