Décision judiciaire de Raad van State, 24 mai 2016

Date de Résolution24 mai 2016
JuridictionAndere verzoekschrift
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIVe KAMER

A R R E S T

nr. 234.822 van 24 mei 2016 in de zaak 208.661/XIV-36.186

In zake : Yvôn VERKOYEN wonend te 9940 Evergem Kalestraat 15 alwaar woonplaats wordt gekozen

tegen :

de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten David D’Hooghe, Leopold Schellekens en Ian Arnouts kantoor houdend te 1000 Brussel Loksumstraat 25 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 27 april 2013, strekt tot de herziening van het arrest van de Raad van State nr. 221.740 van 13 december 2012.

II. Verloop van de rechtspleging

2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

Auditeur Marijke Van Limbergen heeft een verslag opgesteld.

Verzoeker heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend.

XIV-36.186-1/15

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 9 december 2015.

Staatsraad Kaat Leus heeft verslag uitgebracht.

Verzoeker, die in persoon verschijnt, en advocaat Ian Arnouts, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Auditeur Marijke Van Limbergen heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3.1. Verzoeker wordt bij koninklijk besluit van 28 april 2011 ambtshalve op pensioen gesteld vanaf 1 januari 2011.

3.2. Met een op 1 juli 2011 ingediend enig verzoekschrift vordert verzoeker de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring van het in punt 3.1. genoemd besluit. Bij arrest nr. 216.359 van 21 november 2011 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het koninklijk besluit van 28 april 2011 verworpen. De feitelijke gegevens van de zaak zijn in dat arrest weergegeven.

3.3. Bij arrest nr. 221.740 van 13 december 2012 stelt de Raad van State de niet-ontvankelijkheid van het beroep tot nietigverklaring vast omdat de verwerende partij slechts over een gebonden bevoegdheid beschikte en de door de verzoeker beoogde vernietiging hem niet het gewenste voordeel kan opleveren. Het voorliggend beroep tot herziening heeft betrekking op dat arrest.

XIV-36.186-2/15

IV. Regelmatigheid van het procedureverloop

Betreffende de aanduiding van de verwerende partij en de vraag van verzoeker om de door haar ingediende memorie van antwoord uit de debatten te weren

4. In het kader van de voorafgaande maatregelen wordt de politiezone LOWAZONE als de verwerende partij aangeduid. Zij dient in het kader van onderhavige procedure tot herziening op 18 juli 2013 een memorie van antwoord in, die op 12 augustus 2013 aan verzoeker wordt betekend.

Met een brief van 11 september 2013 wijst verzoeker de Raad van State er op dat een memorie van antwoord werd ingediend door de lokale politiezone LOWAZONE, terwijl deze niet de verwerende partij is in zijn verzoek tot herziening. Verzoeker stelt verder nog dat de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, de verwerende partij is in deze zaak, aangezien de Belgische Staat ook de verwerende partij was in de procedure die aanleiding heeft gegeven tot het arrest waarvan de herziening wordt gevraagd.

Op 17 september 2013 wordt de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken aangeduid als verwerende partij, aan haar wordt een termijn van zestig dagen toegekend om een memorie van antwoord alsmede het volledig administratief dossier over te maken. De politiezone wordt buiten de zaak gesteld.

5. Verzoeker argumenteert in zijn laatste memorie dat ook de lokale politiezone LOWAZONE, die de steller is van het achtergehouden stuk waarin elke motivatie ontbreekt, buiten schot blijft en zich niet moet verantwoorden of tegenspraak moet bieden voor het flagrant overtreden van de informatieverplichting die op haar rust. Immers het doorslaggevend stuk op grond waarvan hij om herziening vraagt, werd achtergehouden door de lokale politiezone en niet door de Belgische Staat, zodat de lokale politiezone die er de steller van is

XIV-36.186-3/15

en de autoriteit die de beslissing tot oppensioenstelling heeft veroorzaakt, onterecht door de Raad van State buiten de zaak is gesteld. Hij heeft op die wijze nooit de gelegenheid gehad om in het kader van een annulatieberoep die achtergehouden beslissing te bestrijden wat hij zonder twijfel zou hebben gedaan nog vooraleer het koninklijk besluit betreffende zijn (ambtshalve) oppensioenstelling dat er het rechtstreeks gevolg van is, zou verschijnen, waarin hij een ernstige schending van zijn rechten van verdediging ziet. De inquisitoriale procedure en het organiseren van de tegenspraak vereist dat de lokale politiezone in de zaak wordt betrokken als belanghebbende en desgevallend tweede verwerende partij.

Beoordeling

  1. Betreffende de aanduiding van de verwerende partij

6. De rechtspleging voor de Raad van State is van inquisitoriale aard, hetgeen inhoudt dat de organen van de Raad van State de rechtspleging leiden. Dit betekent onder meer dat de Raad van State als de verwerende partij aanduidt degene die voor het vervullen van deze rol het meest geschikt voorkomt. De aanwijzing van de verwerende partij heeft als functie een waarborg te zijn voor de deugdelijkheid van de rechterlijke uitspraak over het aangebrachte wettigheidsgeschil door het organiseren van tegenspraak ten aanzien van de vordering van verzoeker. Het lid van het auditoraat dat belast is met het onderzoek van de zaak en dient te waken over de uitvoering van de aan dat onderzoek voorafgaande maatregelen, zal, indien nodig, de aanduiding van de verwerende partij corrigeren en de correcte instantie als de verwerende partij in de zaak betrekken, zodat meteen de meest geschikte overheidsinstantie in het geding kan worden betrokken. Het is niettemin uiteindelijk de Raad van State...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT