Décision judiciaire de Raad van State, 6 octobre 2014
| Date de Résolution | 6 octobre 2014 |
| Juridiction | Nietigverklaring |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
IXe KAMER
A R R E S T
nr. 228.658 van 6 oktober 2014 in de zaak A. 208.666/IX-7989
In zake: Jean DEWIT die woonplaats kiest te 1853 Strombeek-Bever J. Van Elewyckstraat 92 bus 5
tegen:
de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Patrik De Maeyer kantoor houdend te 1160 Brussel Tedescolaan 7 bij wie woonplaats wordt gekozen
-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep
1. Het beroep, ingesteld op 20 april 2013, strekt tot de nietigverklaring van de koninklijke besluiten van 29 januari 2013 waarbij Jan Vermeir, Guido Schueremans, Dirk Molderez, Ronald De Lille, Sylvie Graffe en Anke Renard met ingang van 27 maart 2012 opnieuw worden benoemd in de klasse A3 (weddeschaal A31) met de titel van adviseur bij de Federale Overheidsdienst (hierna: FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, in het Nederlandse taalkader.
II. Verloop van de rechtspleging
2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.
IX-7989-1/27
Auditeur Melissa Celis heeft een verslag opgesteld.
De verzoekende partij en de verwerende partij hebben een laatste memorie ingediend.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 22 september 2014.
Staatsraad Bert Thys heeft verslag uitgebracht.
De verzoekende partij en advocaat Emmanuel Jacubowitz, die loco advocaat Patrik De Maeyer verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.
Auditeur Melissa Celis heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1. Op 31 oktober 2006 en op 6, 18 en 19 december 2007 verklaart de minister van Buitenlandse Zaken in het totaal vijftien betrekkingen van adviseur (weddeschaal A31) vacant, die bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te begeven zijn door bevordering naar een hogere klasse (klasse A3).
Bij dienstorder nr. 2008/09 van 30 mei 2008 worden deze vijftien betrekkingen ter kennis gebracht van de belanghebbende ambtenaren. De
IX-7989-2/27
betrekkingen zijn gesitueerd bij de diensten van de voorzitter van het directiecomité (drie betrekkingen), de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (één betrekking), de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking (vier betrekkingen), de directie-generaal Bilaterale Zaken (één betrekking), de directie-generaal Consulaire Zaken (drie betrekkingen), de stafdirectie Personeel en Organisatie (één betrekking), de stafdirectie Informatie- en Communicatietechnologie (één betrekking) en de directie Protocol (één betrekking).
3.2. Verzoeker, die vast benoemd attaché is bij de voornoemde FOD, stelt zich kandidaat voor vier van de voormelde betrekkingen, namelijk voor deze bij: - de directie-generaal Consulaire Zaken, directie Noodbijstand en Gerechtelijke
Zaken C1, dienst Bijstand aan Belgen C1.1 (vakrichting Juridische Normen en Geschillen); - de directie-generaal Consulaire Zaken, directie Visa C4 (vakrichting
Internationale Relaties): eerste en tweede betrekking; - de directie Protocol, dienst Adel en Ridderorden P4 (vakrichting
Communicatie en Informatie).
3.3.1. Op 9 oktober 2008 onderzoekt het directiecomité van de voornoemde FOD de kandidaturen voor de vijftien voormelde betrekkingen.
Het directiecomité stelt vooreerst vast dat alle kandidaturen ontvankelijk zijn. Vervolgens overloopt het directiecomité de loopbaan en het curriculum vitae van de kandidaten. Ten slotte onderzoekt en vergelijkt het directiecomité de kandidaten per te begeven betrekking in functie van de daarvoor vereiste kwaliteiten.
3.3.2. Wat betrekking C1.1 betreft, wordt over verzoeker het volgende gesteld:
IX-7989-3/27
“De heer Jean Dewit werkt momenteel bij de Directie-generaal Consulaire Zaken, C0.0 (Secretariaat en Algemene Zaken). Voordien werkte hij gedurende vijftien jaar bij de Directie Internationale Juridische Bijstand. Hij heeft dus een zekere kennis inzake deze materie maar deze is niet meer actueel, te meer daar hij werd toegewezen bij een andere dienst waarvan het functieprofiel buiten de sfeer van bijstand aan Belgen in het buitenland ligt.”
De stemming over de volgorde waarin de kandidaten zullen worden voorgesteld, heeft als resultaat dat T. S. als eerste wordt gerangschikt en verzoeker als vijftiende.
3.3.3. Wat de eerste betrekking C4 betreft, wordt over verzoeker het volgende gesteld:
“De heer Jean Dewit werkt momenteel bij de Directie-generaal Consulaire Zaken, C0.0 (Secretariaat en Algemene Zaken). Voordien werkte hij gedurende vijftien jaar bij de Directie Internationale Juridische Bijstand. Hij heeft weinig of geen actuele kennis en ervaring verworven op het vlak van paspoorten- en visaproblematiek in het algemeen en de Schengenverdragen in het bijzonder.”
De stemming over de volgorde waarin de kandidaten zullen worden voorgesteld, heeft als resultaat dat Anke Renard als eerste wordt gerangschikt en verzoeker als achttiende.
3.3.4. Wat de tweede betrekking C4 betreft, wordt door het directiecomité vastgesteld dat:
“de kandidaten voor deze functie, ofwel niet de noodzakelijke juridische basis hebben, ofwel niet beschikken over een recente achtergrond, in de nochtans vereiste materie inzake toegang tot het grondgebied en vestiging, ofwel onvoldoende vertrouwd zijn met het bijzonder politiek en wetgevend functioneren in dit gevoelig domein. Derhalve is het Directiecomité van oordeel dat geen enkele geschikte kandidaat nuttig kan worden voorgedragen voor deze functie en het bijgevolg niet zinvol is over te gaan tot een vergelijking en rangschikking der kandidaten. Deze laatsten behouden hun recht individuele bezwaarschriften in te dienen.”
IX-7989-4/27
3.3.5. Wat de betrekking P4 betreft, wordt over verzoeker het volgende gesteld:
“De heer Jean Dewit werkt bij de Directie-generaal Consulaire Zaken. In 1981 werkte hij als adjunct van het diensthoofd bij de dienst Nationale Orden en in 1982 was hij één jaar verbonden aan de dienst Adel. Ofschoon zijn ervaring van deze jaren dateert, heeft hij een perfecte kennis van de werking van beide diensten. Hij is op de hoogte van de besluiten en reglementen en de aanpassingen ervan, die de instelling en de werking regelen van beide consultatieve commissies inzake adel. Hij heeft zowel theoretische als praktische kennis van adelsrecht en van de regels inzake het verkrijgen van een adellijke titel. Hij heeft ook een degelijke kennis van de reglementering en de procedures die verband houden met de nationale orden. Zijn toenmalige diensthoofd betrok hem nauw bij het ontwerp van blazoenen en bij de voorbereiding en het onderzoek van persoonlijke dossiers. Uit persoonlijke interesse blijft hij de laatste ontwikkelingen in deze materie op de voet volgen.”
De stemming over de volgorde waarin de kandidaten zullen worden voorgesteld, heeft als resultaat dat P. D. W. als eerste wordt gerangschikt en verzoeker als tweede.
3.4. Verzoeker dient tegen de voorstellen van het directiecomité geen bezwaarschrift in. Andere kandidaten doen dat wel, maar na onderzoek daarvan behoudt het directiecomité op 15 mei 2009 de initiële rangschikkingen.
3.5. Met een nota van 30 juni 2009 legt de voorzitter van het directiecomité het benoemingsdossier voor aan de minister van Buitenlandse Zaken.
3.6. Bij koninklijke besluiten van 12 juli 2009 worden Jan Vermeir, Guido Schueremans, Dirk Molderez, Ronald De Lille, Sylvie Graffe en Anke Renard met ingang van 1 november 2008 benoemd in de klasse A3 met de titel van adviseur bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, in het Nederlandse taalkader.
IX-7989-5/27
Bij de arresten nr. 218.641 en nr. 218.642 van 27 maart 2012 vernietigt de Raad van State de koninklijke besluiten van 12 juli 2009 waarbij de voornoemde personen werden benoemd, omwille van een schending van de bestuurstaalwetgeving, namelijk wegens de miskenning van het na te streven taalevenwicht op de tweede trap van de hiërarchie overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 juli 2006 ‘tot vaststelling van de taalkaders van het hoofdbestuur van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking’.
3.7. Met een nota van januari 2013 legt de voorzitter van het directiecomité het benoemingsdossier opnieuw aan de minister voor. Hij vermeldt dat het onderzoek van de kandidaturen, de vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten en de rangschikking die eerder door het directiecomité werden uitgevoerd of gemaakt, hun volledige rechtsgeldigheid behouden en dat op dit ogenblik het taalevenwicht op de tweede trap van de hiërarchie toelaat om over te gaan tot de benoeming van onder meer Jan Vermeir, Guido Schueremans, Dirk Molderez, Ronald De Lille, Sylvie Graffe en Anke Renard.
3.8. Bij koninklijke besluiten van 29 januari 2013 worden Jan Vermeir, Guido Schueremans, Dirk Molderez, Ronald De Lille, Sylvie Graffe en Anke Renard met ingang van 27 maart 2012 opnieuw benoemd in de klasse A3 (weddeschaal A31) met de titel van adviseur bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, in het Nederlandse taalkader.
Dit zijn de bestreden besluiten.
IX-7989-6/27
IV. Ontvankelijkheid van het beroep
Exceptie
4. De verwerende partij werpt in haar memorie van antwoord een exceptie van onontvankelijkheid van het beroep op, die gesteund is op het ontbreken van het rechtens vereiste belang in hoofde van verzoeker.
Zij betoogt dat verzoeker niet het...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI