Décision judiciaire de Raad van State, 22 septembre 2011

Date de Résolution22 septembre 2011
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 215.264 van 22 september 2011 in de zaak A. 195.157/VII-37.635.

In zake : Josephina DE VIL bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Philippe Van Wesemael kantoor houdend te 1050 Brussel Louizalaan 137, bus 1 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jan Bergé kantoor houdend te 3000 Leuven Naamsestraat 165 bij wie woonplaats wordt gekozen

Tussenkomende partij : de NV TECHNICAL CENTER BELGIUM bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Godfried De Smedt kantoor houdend te 9160 Lokeren Roomstraat 40 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 8 januari 2010, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur van 9 november 2009 waarbij het beroep van Josephina De Vil tegen de beslissing van de deputatie van de provincie Antwerpen van 15 december 2005, houdende het verlenen aan de NV Technical Center Belgium van de vergunning voor het exploiteren van een inrichting voor het bouwen en verhandelen van

    VII-37.635-1/32

    tankwagens en containers, gelegen aan de Jozef De Blockstraat 62A-64 te Willebroek, gedeeltelijk gegrond wordt verklaard.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekster heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van 2 maart 2010. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.

    Eerste auditeur Eric Lancksweerdt heeft een verslag opgesteld.

    De verzoekster heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De tussenkomende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 3 maart 2011.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Lien Van Brabant, die loco advocaat Philippe Van Wesemael verschijnt voor de verzoekster, advocaat Jan Bergé, die verschijnt voor de verwerende partij, en advocaat Anne-Marie Laureys, die loco advocaat Godfried De Smedt verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Eric Lancksweerdt heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

    VII-37.635-2/32

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. De NV Technical Center Belgium (hierna : TCB) wil aan de Jozef De Blockstraat 62A-64 te Willebroek (Tisselt) een nieuwe inrichting voor het bouwen en verhandelen van tankwagens en containers exploiteren. De verzoekster woont in de onmiddellijke omgeving.

    Het wordt niet betwist dat de NV TCB reeds eind 2003 een aanvraag voor deze inrichting heeft ingediend die op bepaalde onderdelen, onder meer qua capaciteit, evenwel verschilde. De deputatie van de provincie Antwerpen heeft op 15 juli 2004 de gevraagde milieuvergunning verleend, doch na beroep van de verzoekster heeft de bevoegde Vlaamse minister op 18 januari 2005 een weigeringsbeslissing genomen. Tegen dit ministerieel weigeringsbesluit heeft de NV TCB een annulatieberoep ingesteld, maar op 12 september 2005 werd afstand gedaan van het geding. Deze afstand werd ingewilligd met het arrest nr. 157.788 van 20 april 2006.

    3.2. Intussen heeft de NV TCB op 10 juni 2005 een nieuwe vergunningsaanvraag ingediend.

    3.3. Op 15 december 2005 verleent de deputatie van de provincie Antwerpen de gevraagde vergunning, behoudens wat betreft de opslag van 2.000 liter oxiderende gassen. De vergunning wordt afhankelijk gesteld van de naleving van een aantal bijzondere exploitatievoorwaarden.

    3.4. Tegen voormeld besluit stelt het echtpaar Peeters-De Vil op 6 februari 2006 beroep in bij de Vlaamse regering. De beroepsindieners doen onder meer het volgende gelden :

    VII-37.635-3/32

    "Hierbij ons herhaald beroep volgens artikel 51 Vlarem tegen de vergunning uitgereikt door de B.D. op 15.12.2005 :

    - volgens de aanvraag zou het gaan om het perceel 5° afdeling, Sie A nrs

    342/s²-342t² en 342r²; bij controle blijkt het te gaan om één enkel perceel Sie A nr 342x²; - dit perceel 342x² is volgens het gewestplan Mechelen vastgelegd bij KB 5.08.1976 gelegen in gebieden bestemd voor milieubelastende industrie voor de helft of 30 meter, de andere helft van dit perceel (op de breedte van het perceel 344 n²) is daarentegen gelegen in voorschrift 1.0 'woongebieden'. Hier is ten andere met vergunning door de vorige eigenaars Verhoeven twee appartementen gebouwd; (zie copie gewestplan sch.1.10000) - het bewuste perceel is dus voor de helft gelegen in woongebied tot op een diepte van 50 meter gemeten uit de straat, daar achter is de bestemming voorschrift 4.1 agrarische zone; - de helft van de gebouwen ligt in woongebied deels in agrarisch gebied volgens het gewestplan, er zijn geen vergunningen hiervoor bekend zodat het hier gaat om bouwmisdrijven, zelfs niet om zonevreemde constructies; - om al de voorgaande redenen kan de vergunning niet uitgereikt worden omdat de activiteiten strijdig zijn met de voorschriften van het gewest(plan) Mechelen; (...)".

    3.5. Met een besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van 7 juli 2006 wordt het bestuurlijk beroep van de verzoekster ongegrond verklaard en wordt de beroepen beslissing bevestigd.

    3.6. Bij arrest nr. 193.594 van 28 mei 2009 wordt het ministerieel besluit van 7 juli 2006 vernietigd. De vernietigingsmotieven van dit arrest luiden als volgt :

    "3.3. Bij het verlenen van een milieuvergunning moet de overheid rekening houden met de voorschriften van de ter plaatse geldende plannen van aanleg. De vergunningsbeslissing moet er blijk van geven dat de ruimtelijke inplanting van de vergunningsplichtige inrichting getoetst is aan die plannen van aanleg.

    (…) 3.4. Reeds in de procedure voor de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen is het bestuur erop gewezen dat de inrichting ook gedeeltelijk in een woonzone en een agrarisch gebied gelegen is. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen heeft die kritiek afgewezen met het argument dat 'de inrichting (ligt) in een gebied (...) voor milieubelastende industrieën, grenzend aan een woongebied' en dat de exploitatie verenigbaar is

    VII-37.635-4/32

    met de ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften. Zij nam dus aan dat de gehele inrichting in een industriegebied gelegen was en zij beschikte daarvoor over het advies van AROHM van 19 september 2005 -'het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor milieubelastende industrie' -en van de Provinciale Milieuvergunningscommissie van 20 september 2005-'volgens het advies van de AROHM is de inrichting gelegen in gebied voor milieubelastende industrie. Meer specifiek situeert de aanvraag zich in het natuurlijk overstromingsgebied van de Bosbeek, waterloop van tweede categorie. Het betreft het laatste perceel industriegebied. Linksaanpalend bevindt zich het woongebied in functie van de Jozef De Blockstraat en dieperliggend agrarisch gebied'. Beide adviezen zijn zeer algemeen gesteld; de belanghebbenden kregen daarmee geen direct antwoord op hun grief dat de inrichting in hun visie ook in het agrarisch en het woongebied gelegen was. 3.5. In haar administratief beroep heeft verzoekster het bestuur onder meer gewezen op een mogelijke begripsverwarring omtrent de (kadastrale aanwijzing van de) percelen waarop de vergunningsaanvraag betrekking had -volgens haar beslaat de inrichting één perceel met nummer 342x²- en heeft zij opnieuw ingeroepen dat dit perceel voor de helft buiten de industriezone gelegen was en anderzijds dat de constructies in agrarisch gebied illegaal waren opgetrokken. 3.6. Het bestreden besluit neemt, wat de stedenbouwkundige situatie betreft, het advies van AROHM, van de afdeling Milieuvergunningen en van de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie over in de volgende overwegingen :

    'Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied voor milieubelastende industrieën volgens het gewestplan Mechelen, vastgesteld bij koninklijk besluit van 5 augustus 1976;

    Gelet op het feit dat de inrichting: - aan de linkerzijde rechtstreeks paalt aan een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter; - gelegen is op een afstand van ± 125 meter van een parkgebied; - gelegen is op een afstand van ± 500 meter van een recreatiegebied; Overwegende dat het betrokken perceel, overeenkomstig het gewestplan Mechelen, gelegen is op de grens van het industriegebied voor milieubelastende industrie, een 50 meter diep woongebied langsheen de Jozef De Blockstraat en een achterliggend agrarisch gebied;

    Overwegende dat de loods waarin de nieuwe activiteit zou worden opgestart, integraal in het gebied voor milieubelastende industrie ligt; dat de stedenbouwkundige vergunning voor deze loods door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Willebroek op 26 december 1996 werd afgeleverd; dat deze vergunning voorzag in een verplicht aan te leggen groenscherm aan de voorzijde en aan de rechterzijde van het perceel; dat de loods aan de linkerzijde aansluit bij reeds bestaande gebouwen; dat aan de achterzijde de korte afstand tot de Bosbeek de aanleg van een afdoend groenscherm onmogelijk maakt; dat er daarnaast ook voldoende ruimte moet behouden worden voor het ruimen van de Bosbeek;

    Overwegende dat vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en

    VII-37.635-5/32

    ruimtelijke aspecten gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met de toepasselijke ruimtelijke en stedenbouwkundige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT