Décision judiciaire de Raad van State, 20 mars 2006

Date de Résolution20 mars 2006
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 156.626 van 20 maart 2006 in de zaak A. 126.840/IX-3495.

In zake :

Jean DEWIT, wonende te STROMBEEK-BEVER,

J. Van Elewijckstraat 92, bus 5 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, die woonplaats kiest bij advocaat P. DEVERS, kantoor houdende te GENT,

Kouter 71-72.

tussenkomende partij :

Dirk VAN DEN BULCK, die woonplaats kiest bij advocaat D. DE MEYER, kantoor houdende te TIENEN,

Bostsestraat 49, bus 2.

D E R A A D V A N S T A T E, IXe K A M E R,

Gezien het verzoekschrift dat Jean DEWIT op 16 september 2002 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 waarbij Dirk VAN DEN BULCK wordt benoemd, voor een periode van vijf jaar, tot adjunct-commissaris voor de vluchtelingen en de staatlozen en waarbij zijn aanstelling tot bijzitter in de Vaste Beroepscommissie voor de Vluchtelingen wordt beëindigd.;

Gezien het verzoekschrift tot tussenkomst van 3 december 2002;

Gelet op de beschikking van 9 december 2002 die de tussenkomst van Dirk VAN DEN BULCK toelaat;

Gezien de regelmatig gewisselde memories van antwoord en van wederantwoord;Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur M. LEFEVER;

Gelet op de beschikking van 20 januari 2005 die de neerlegging ter griffie van het verslag en van het dossier gelast;

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen en gezien de regelmatig gewisselde laatste memories;

Gelet op de beschikking van 19 januari 2006 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 13 maart 2006;

Gehoord het verslag van de voorzitter van de Raad van State J. DE BRABANDERE;

Gehoord de opmerkingen van verzoeker, van advocaat H. VERMEIRE, die loco advocaat P. DEVERS verschijnt voor de verwerende partij, en van advocaat D. DE MEYER, die verschijnt voor de tussenkomende partij;

Gehoord het eensluidend advies van eerste auditeur-afdelingshoofd M. LEFEVER;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de verwerende partij in haar laatste memorie stelt dat verzoeker elk belang bij zijn annulatieberoep heeft verloren omdat aan de functie van de tussenkomende partij als adjunct-commissaris voor de vluchtelingen en de staatlozen sinds 16 december 2004 vervroegd een einde is gekomen, wijl hij bij koninklijk besluit van die datum benoemd is tot commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en hem ontslag werd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT