Décision judiciaire de Raad van State, 14 mai 1998
| Date de Résolution | 14 mai 1998 |
| Juridiction | Nietigverklaring |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.
A R R E S T nr. 73.651 van 14 mei 1998 in de zaak A. 69.869/VII-14.382.
In zake :
-
v.z.w. BETER-LEEFMILIEU BEVEREN-LEIE,
-
Camiel DEMEYER, die woonplaats kiezen bij Advocaat A. DECLERCK, kantoor houdende te HARELBEKE,
Kortrijksesteenweg 387 tegen : het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, dat woonplaats kiest bij Advocaat B. BRONDERS, kantoor houdende te OOSTENDE,
E. Beernaertstraat 106 tussenkomende partij : n.v. INTERLIN, die woonplaats kiest bij Advocaat M. FAURE, kantoor houdende te ANTWERPEN,
Mechelsesteenweg 210 A
D E
R A A D
V A N
S T A T E,
VIIe
K A M E R,
Gezien het verzoekschrift dat de v.z.w. BETER LEEFMILIEU BEVEREN-LEIE en Camiel DEMEYER op 15 juli 1996 ingediend hebben om de vernietiging te vorderen van het besluit van 20 mei 1996 van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling houdende bevestiging, mits enkele wijzigingen, van het besluit van 23 november 1995 van de bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen waarbij aan de n.v. INTERLIN een milieuvergunning wordt verleend om te Waregem (Beveren-Leie),
Koning Albertstraat 52, een leemplaten- en houtspaanderfabriek verder te exploiteren;Gezien het arrest nr.
66.409, van 27 mei 1997, waarbij de schorsing wordt bevolen van de tenuitvoerlegging van bovengenoemd besluit;
Gezien het verzoekschrift tot tussenkomst van 5 september 1997;
Gelet op de beschikking van 9 december 1997 die de tussenkomst van de n.v. INTERLIN toelaat;
Gezien de regelmatig gewisselde memories van antwoord en van wederantwoord;
Gezien het verslag over de zaak opgemaakt door Auditeur E. LANCKSWEERDT;
Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;
Gelet op de beschikking van 4 november 1997 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 11 december 1997, op welke datum de zaak sine die is uitgesteld;
Gelet op de beschikking van 16 januari 1998 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 5 maart 1998;
Gehoord het verslag van staatsraad R. STEVENS;
Gehoord de opmerkingen van Advocaat A. DECLERCK die verschijnt voor de verzoekende partijen, van Advocaat B.
ROELANDTS die, loco Advocaat B. BRONDERS, verschijnt voor de verwerende partij, en van Advocaat I.
LIETAER die verschijnt voor de tussenkomende partij;Gehoord het eensluidend advies van Adjunct- auditeur P. SOURBRON, daartoe gemachtigd bij beslissing van de Auditeur-generaal dd. 11 december 1997;
Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
-
Feiten
Overwegende dat de feitelijke toedracht van de zaak als volgt kan worden samengevat:
1.1.
In 1958 krijgt de n.v. INTERLIN -tussenkomende partij- een vergunning voor dertig jaar, tot 21 februari 1988, voor het uitbaten, op bovenvermeld perceel, van een leemplaten- en houtspaanderplatenfa- briek in de dorpskom van Beveren-Leie. Het perceel wordt door het gewestplan Kortrijk tot woongebied bestemd.
1.2.
In 1988 vraagt het bedrijf een nieuwe exploitatievergunning aan die eerst voor een termijn van 2 jaar op proef wordt toegestaan en later bij besluit van 16 januari 1992 door de bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen wordt omgezet in een vergunning tot 11 augustus 1996.
1.3.
In 1995 vraagt de n.v. INTERLIN opnieuw een milieuvergunning voor twintig jaar.
De bestendige deputatie verleent bij besluit van 23 november 1995 een vergunning tot het einde van het jaar 2002, maar weigert een...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI