Décision judiciaire de Raad van State, 13 mai 1997
| Date de Résolution | 13 mai 1997 |
| Juridiction | Schorsing |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.
A R R E S T nr. 66.216 van 13 mei 1997 in de zaak A. 72.556/X-7141.
In zake :
-
Jan VERHAEGHE,
-
Tony BOURGUIGNON,
-
Eduard VAN DEN BOGAERT, die woonplaats kiezen bij Advocaat B. VAN CAILLIE, kantoor houdende te BRUSSEL, de Broquevillelaan 261 tegen : de gemeente KNOKKE-HEIST, die woonplaats kiest bij Advocaat A. LUST, kantoor houdende te SINT-ANDRIES-BRUGGE,
Burggraaf de Nieulantlaan 14.
tussenkomende partijen :
-
de n.v. IMMO NEIRYNCK,
-
Willy WOESTYN, die woonplaats kiezen bij Advocaat N. AERNOUDTS, kantoor houdende te WONDELGEM,
Pieters Cieterslaan 5.
D E
V O O R Z I T T E R
V A N
D E
Xe
K A M E R,
Gezien het verzoekschrift dat Jan VERHAEGHE,
Tony BOURGUIGNON en Eduard VAN DEN
BOGAERT op 19 december 1996 hebben ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van het besluit van 3 oktober 1996 van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Knokke-Heist houdende afgifte van de bouwvergunning aan de n.v. IMMO NEIRYNCK voor het optrekken van een "meergezinswoning na afbraak" aan de Kruindreef, 5, te Knokke-Heist;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op de ar- tikelen 17 en 18;Gezien de nota van de verwerende partij;
Gezien het verslag opgemaakt door Eerste Auditeur J. HUBREGTSEN;
Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;
Gelet op de beschikking van 28 februari 1997 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 22 april 1997, op welke datum de zaak is uitgesteld naar de terechtzitting van 23 april 1997 om 14.00 uur;
Gehoord het verslag van Kamervoorzitter M. VRINTS;
Gehoord de opmerkingen van Advocaat B. VAN CAILLIE, die verschijnt voor verzoekers, van Advocaat A. LUST, die verschijnt voor de verwerende partij, en van Advocaten N. AERNOUDTS en I. VAN HOOREBEKE, die verschijnen voor de tussenkomende partijen;
Gehoord het eensluidend advies van Eerste Auditeur J. HUBREGTSEN;
Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de n.v. IMMO
NEIRYNCK en Willy WOESTYN met een verzoekschrift van 20 januari 1997 hebben gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen;
Overwegende dat de nota van de tussenkomende partijen "waarin zij hun standpunt nopens hetauditoraatsverslag dd. 10.02.97 terzake ter kennis brengen" uit de debatten wordt geweerd;
Overwegende dat krachtens artikel 17, § 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State slechts tot schorsing van de tenuitvoerlegging kan worden besloten onder de dubbele voorwaarde dat ernstige middelen worden aangevoerd die de vernietiging van de aangevochten akte of verordening kunnen verantwoorden en dat de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de bestreden akte of verordening een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen;
Overwegende dat het derde middel is genomen uit de schending van : "de bepalingen m.b.t. zone 3 van dat BPA en van de Gemeenschappelijke bepalingen (afgekort G.B.)
15,
16.3 en 14, 5.1 en 2, doordat de bouwheer o.m. wordt toegelaten, - eerste onderdeel, een 'meergezinswoning' op te richten met 20 parkeerplaatsen waarvan 12 in overschot...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI