Arrêt nº 59557 de Conseil du Contentieux des Etrangers - IVde Kamer, 12 avril 2011

ConférencierM. Bonte
Date de Résolution12 avril 2011
SourceConseil du Contentieux des Etrangers - IVde Kamer
PaysRussie

nr. 59 557 van 12 april 2011

in de zaak RvV X / IV In zake: X Gekozen woonplaats: X tegen: de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER, Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Russische nationaliteit te zijn, op

2 augustus 2010 heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voo de vluchtelingen en de staatlozen van 5 juli 2010.

Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot he grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier van de verwerende partij. Gelet op de beschikking van 8 november 2010 waarbij de terechtzitting wordt bepaald o 1 december 2010. Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. BONTE. Gehoord de opmerkingen van advocaat J. TIELEMAN, die loco advocaat E. SCHOUTE verschijnt voor de verzoekende partij, en van attaché E. DEWIL, die verschijnt voor d verwerende partij. WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST: 1. Over de gegevens van de zaak 1.1. Blijkens de bestreden beslissing luidt het asielrelaas als volgt: "U bent een Russisch staatsburger van Tsjetsjeense origine. U verliet Tsjetsjenië in 2005 samen met uw echtgenoot, M.(...) U.(...) (OV 6.217.816), e uw drie kinderen en vroeg op 23 augustus 2005 asiel aan in Polen. In april 2006 kregen jullie door de Poolse autoriteiten de vluchtelingenstatus toegekend. In de herfst van 2007 belde uw vorige huisbazin in Volomin u op. Toen uw man haa ontmoette, zei ze hem dat er na uw verhuis uit Volomin naar Novy Dvor in de zomer va 2007 twee mannen in uniform waren langsgekomen. Zij hadden vragen gesteld over u man en zijn verblijfplaats. Volgens uw huisbazin waren zij geen Poolse agenten. vermoedt dat het Kadyrovtsi of Russen waren die naar uw man op zoek waren. U besloot daarom Polen te verlaten. U was in Polen ook niet tevreden over de medische zorgen die uw zoon en dochte kregen toegediend nadat zij brandwonden hadden opgelopen met kokend water. Er wer bij uw zoontje in Polen een huidtransplantatie uitgevoerd, maar hij ondervond hier vee hinder door. Uw uitkering in Polen werd na één jaar stopgezet en uw man slaagde er niet meer in u gezin te onderhouden. U verliet Polen samen met uw gezin op 6 februari 2008 richting België, waar u op februari 2008 asiel aanvroeg bij de Belgische autoriteiten. U bent in het bezit van een Pools paspoort. 1.2. De motivering van de bestreden beslissing luidt als volgt: "Er moet worden benadrukt dat u op 5 april 2006 door Polen als vluchteling werd erkend. Dit blijkt uit uw verklaringen, uw documenten en de informatie van de Pools asielinstanties waarvan een kopij aan uw dossier is toegevoegd. Tot bewijs van het tegendeel wordt u bijgevolg geacht te genieten van de beschermin van Polen ten aanzien van uw land van herkomst, Rusland. Dat, bijgevolg, indien u

een nieuwe asielaanvraag in België heeft ingediend, u gehouden bent om te bewijzen da de bescherming die door Polen werd verleend, heeft opgehouden.

Welnu, in casu, heeft u niet aangetoond dat de bescherming die door Polen wer verleend, heeft opgehouden. Wat betreft de door u aangehaalde problemen in Polen (bedreiging Russische special eenheden en Kadyrovtsi, gebrekkige medische verzorging) dient opgemerkt te worden da u zich baseert op dezelfde motieven als diegene die werden aangehaald door u echtgenoot, M.(...) U.(...) (OV 6.217.816), en dat u zelf geen andere motieven aanhaalt. Aangezien in zijn hoofde een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus e weigering van de subsidiaire beschermingsstatus werd genomen, kan in uw hoofd evenmin een positief antwoord weerhouden worden. Voor de motivering van dez appreciatie wordt verwezen naar de beslissing van uw echtgenoot. Er dient tenslotte te worden opgemerkt dat de mogelijkheid bestaat een vraag o bevestiging van uw hoedanigheid van vluchteling in te dienen. Artikel 93 van het Koninklij Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, d vestiging en de verwijdering van vreemdelingen voorziet dat de bevestiging van d hoedanigheid van vluchteling "kan worden gevraagd op voorwaarde dat hij (d vreemdeling) regelmatig en zonder onderbreking gedurende achttien maanden in België

verbleven heeft en de duur van zijn verblijf niet om een welbepaalde reden beperkt werd."

De overige door u neergelegde documenten ter staving van uw asielrelaas, namelijk u huwelijksakte en de Poolse verblijfskaarten van jullie kinderen T.(...) en A.(...), bevatte enkel persoonsgegevens. Het rapport over de situatie van Tsjetsjeense vluchtelingen i Europa dat na het gehoor nog werd neergelegd door uw advocaat, handelt over d algemene situatie van de Tsjetsjeense vluchtelingen. Deze documenten kunne voorgaande conclusie met betrekking tot de appreciatie van uw statuut en problemen i Polen niet wijzigen. De feiten worden niet betwist door verzoekster. 1.3. De commissaris-generaal weigert van verzoekster de erkenning van de status va vluchteling en de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus. 2. Over de gegrondheid van het beroep 2.1. Uit de gegevens van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT