18 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel overgaan naar het Agentschap voor Buitenlandse Handel en naar de Gewesten

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de afschaffing of herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991, inzonderheid op artikel 26quater , ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002;

Gelet op het protocol nr. 424 van 22 juli 2002 van het Comité voor de nationale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juni 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 juni 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 28 juni 2002;

Gelet op het advies van de Vlaamse regering, gegeven op 21 juni 2002;

Gelet op het advies van de Waalse Regering, gegeven op 13 juni 2002;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, gegeven op 18 juni 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de artikelen 75, § 1ter , en 77, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten een overgangsperiode voorzien die verstrijkt eind 2002; dat de federale overheid bijgevolg niet meer gemachtigd is om uitgaven voor rekening van de Gewesten te doen vanaf die datum; dat de begrotingstoelage aan de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel verdeeld wordt door de bijzondere financieringswet tussen de federale overheid en de Gewesten; dat de werking van het Agentschap voor Buitenlandse Handel zo snel mogelijk moet verzekerd worden om de uitoefening toe te laten van de exclusieve bevoegdheden die aan dit Agentschap zijn toegewezen;

Gelet op het advies 34.503/4 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :

  1. de Dienst: de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel;

  2. het Agentschap: het Agentschap voor Buitenlandse Handel, opgericht door het samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 tussen de federale overheid en de Gewesten met betrekking tot de oprichting van een Agentschap voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT