Wet tot wijzing van de wet van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, de 19 juillet 2018

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen

Afdeling 1. - Wijziging van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht

Art. 2. Artikel 2 van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, gewijzigd bij de wet van 30 december 2008, wordt aangevuld met een paragraaf, luidende:

" § 4. Dienen in de hoedanigheid van reserveofficier van niveau A, de reserveofficieren bedoeld in § 2, 1°, die:

  1. aangeworven werden op basis van een master;

  2. overeenkomstig de bepalingen van artikel 71/1 werden toegelaten tot de categorie van de reserveofficieren van niveau A;

  3. als officieren van het actief kader, overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, werden toegelaten tot de categorie van de reserveofficierenvan niveau A.

    Dienen in de hoedanigheid van reserveofficier van niveau B, de reserveofficieren bedoeld in § 2, 1°, die, overeenkomstig de bepalingen van artikel 10bis, als officieren van het actief kader werden toegelaten tot de categorie van de reserveofficieren van niveau B.

    Dienen in de hoedanigheid van reserveonderofficier van niveau B, de reserveonderofficieren bedoeld in § 2, 2°, die:

  4. aangeworven werden op basis van een bachelor;

  5. overeenkomstig de bepalingen van artikel 71/2 werden toegelaten tot de categorie van de reserveonderofficieren van niveau B;

  6. als onderofficieren van het actief kader, overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, werden toegelaten tot de categorie van de reserveonderofficieren van niveau B.

    Dienen in de hoedanigheid van reserveonderofficier van niveau C, de reserveonderofficieren bedoeld in § 2, 2°, die:

  7. aangeworven werden op basis van een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, of een gelijkwaardig diploma of getuigschrift;

  8. als onderofficieren van het actief kader, overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis, werden toegelaten tot de categorie van de reserveonderofficieren van niveau C.".

    Art. 3. Artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 3. De graden van de reservemilitairen zijn dezelfde als deze van de beroepsmilitairen van het actief kader.

    Overeenkomstig artikel 27, § 3, derde lid, van de wet van 28 februari 2007, hebben de reserveofficieren van niveau B slechts toegang tot de graden van lager officier.

    Voor de toepassing van deze wet wordt, telkens als een graad wordt vermeld, ook de gelijkwaardige graad in aanmerking genomen.".

    Art. 4. In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in de bepaling onder 1°, vervangen bij de wet van 30 december 2008, worden de woorden "die aanvaard werd overeenkomstig artikel 7, die voldoet aan de voorwaarden," ingevoegd tussen de woorden "de persoon" en de woorden "die een dienstneming heeft aangegaan";

    2. de bepaling onder 2°, vervangen bij de wet van 30 december 2008, wordt vervangen als volgt:

      "2° de kandidaat-reserveonderofficier van niveau C: de persoon, reservemilitair of niet, die aanvaard werd overeenkomstig artikel 7, die voldoet aan de voorwaarden en die een dienstneming of wederdienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen teneinde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reserveonderofficieren van niveau C;";

    3. de bepaling onder 2° /1 wordt ingevoegd, luidende:

      "2° /1 de kandidaat-reserveonderofficier van niveau B:

    4. de persoon, reservemilitair of niet, die aanvaard werd overeenkomstig artikel 7, die voldoet aan de voorwaarden en die een dienstneming of wederdienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen teneinde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reserveonderofficieren van niveau B;

    5. de reservevrijwilliger of reserveonderofficier van niveau C bedoeld in artikel 71/2, die aanvaard werd om een basisvorming te volgen om opgenomen te kunnen worden, naargelang het geval, in een andere personeelscategorie of in een andere hoedanigheid in dezelfde personeelscategorie;";

    6. de bepaling onder 3°, vervangen bij de wet van 30 december 2008, wordt vervangen als volgt:

      "3° de kandidaat-reserveofficier van niveau A:

    7. de persoon, reservemilitair of niet, die aanvaard werd overeenkomstig artikel 7, die voldoet aan de voorwaarden en die een dienstneming of een wederdienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen teneinde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reserveofficieren van niveau A;

    8. de reserveofficier van niveau B bedoeld in artikel 71/1, die aanvaard werd om een basisvorming te volgen om opgenomen te kunnen worden in een andere hoedanigheid in dezelfde personeelscategorie;";

    9. de bepaling onder 4°, opgeheven bij de wet van 30 december 2008, wordt hersteld als volgt:

      "4° de reserveofficier van niveau A:

    10. de reservemilitair aangeworven op basis van een master;

    11. de reserveofficier van niveau B die de hoedanigheid van reserveofficier van niveau A heeft verworven;

    12. de officier van het actief kader die werd toegelaten tot de categorie van de reserveofficieren van niveau A op zijn verzoek of van rechtswege;";

    13. de bepalingen onder 4° /1, 4° /2 en 4° /3 worden ingevoegd, luidende:

      "4° /1 de reserveofficier van niveau B: de officier van het actief kader die werd toegelaten tot de categorie van de reserveofficieren van niveau B op zijn verzoek of van rechtswege;

  9. /2 de reserveonderofficier van niveau B:

    1. de reservemilitair aangeworven op basis van een bachelor;

    2. de reservevrijwilliger of de reserveonderofficier van niveau C die de hoedanigheid van reserveonderofficier van niveau B heeft verworven;

    3. de onderofficier van het actief kader die werd toegelaten tot de categorie van de reserveonderofficieren van niveau B op zijn verzoek of van rechtswege;

  10. /3 de reserveonderofficier van niveau C:

    1. de reservemilitair aangeworven op basis van een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, of een gelijkwaardig diploma of getuigschrift;

    2. de onderofficier van het actief kader die werd toegelaten tot de categorie van de reserveonderofficieren van niveau C op zijn verzoek of van rechtswege;";

    3. het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 12°, luidende:

    "12° de wet van 28 februari 2007: de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht.".

    Art. 5. In artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 december 2008, worden de woorden "artikelen 10, 2°, 11, 2°, 12, 2°, " vervangen door de woorden "artikelen 10, 2°, 10bis, 2°, 11, 2°, 11bis, 2°, 12, 2°, ".

    Art. 6. In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 2008, en het tweede lid, gewijzigd bij de wetten van 28 februari 2007 en 30 december 2008, worden de woorden "en voor zover de reglementaire bepalingen niet onverenigbaar zijn met de reglementaire bepalingen genomen in uitvoering van deze wet" ingevoegd tussen de woorden "van deze wet" en de woorden "zijn alle wettelijke en reglementaire bepalingen";

  12. het derde lid, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, wordt vervangen als volgt:

    "Zijn evenwel niet van toepassing op de reservemilitairen, de bepalingen van de wet van 28 februari 2007 inzake:

  13. de sociale promotie;

  14. de externe mobiliteit;

  15. de rendementsperiode;

  16. de tijdelijke ambtsontheffing op aanvraag.".

    Art. 7. In artikel 7 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 maart 2003, worden de woorden "zoals bedoeld in artikel 4, 1°, 2°, 2° /1, a) en 3°, a)," ingevoegd tussen de woorden "kandidaat-reservemilitair" en de woorden "te worden aanvaard" en worden de woorden "8 van de wet van 27 maart 2003 betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging" vervangen door de woorden "9 van de wet van 28 februari 2007".

    Art. 8. Artikel 9 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 27 maart 2003, wordt hersteld als volgt:

    "Art. 9. De bepalingen betreffende de leeftijdsvoorwaarden zijn niet van toepassing op de sollicitant kandidaat-reservemilitair die deel uitmaakt van het burgerpersoneel van het ministerie van Landsverdediging.".

    Art. 9. Artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 2003, 30 december 2008 en 10 januari 2010, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 10. Naast de officieren van niveau A die met toepassing van artikel 7 zijn aangeworven, worden tot de categorie van de reserveofficieren van niveau A van de Krijgsmacht toegelaten, met de graad die zij bezitten en met hun anciënniteit in die graad:

  17. op hun verzoek en voor zover de kaderbehoeften van de Krijgsmacht het toelaten: de beroepsofficieren van niveau A die voor een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid gepensioneerd zijn met toepassing van de gecoördineerde wetten op de militaire pensioenen;

  18. van rechtswege voor een duur van tien jaar, zonder evenwel de maximale leeftijdsgrens bepaald in artikel 73, te overschrijden:

    1. de beroepsofficieren van niveau A van wie het ontslag uit het ambt aanvaard is;

    2. de officieren van niveau A aangeworven voor een loopbaan van beperkte duur bedoeld in artikel 24 van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur;

    3. de officieren kapelmeesters van wie het ontslag uit het ambt aanvaard is.".

    Art. 10. In dezelfde wet wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende:

    "Art. 10bis. Tot de categorie van de reserveofficieren van niveau B van de Krijgsmacht worden toegelaten, met de graad die zij bezitten en met hun anciënniteit in die graad:

  19. op hun verzoek en voor zover de kaderbehoeften van de Krijgsmacht het toelaten: de beroepsofficieren van niveau B die voor een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid gepensioneerd zijn met toepassing van de gecoördineerde wetten op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT