Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, voor wat betreft de welvaartsaanpassingen, de 25 juin 2023

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Artikel 6, § 8, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2021, wordt vervangen als volgt:

" § 8. Het pensioen per kalenderjaar, berekend overeenkomstig de paragrafen 2 tot 6, wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt van:

  1. 1,017 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 juli 2021 en uiterlijk op 1 juni 2023;

  2. 1,034 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan vanaf 1 juli 2023.".

    Art. 3. Artikel 9, § 8, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2021, wordt vervangen als volgt:

    " § 8. Het pensioen per kalenderjaar, berekend overeenkomstig de paragrafen 2 tot 6, wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt van:

  3. 1,017 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 juli 2021 en uiterlijk op 1 juni 2023;

  4. 1,034 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan vanaf 1 juli 2023.".

    Art. 4. Artikel 9bis, § 8, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2021, wordt vervangen als volgt:

    " § 8. Het pensioen per kalenderjaar, berekend overeenkomstig de paragrafen 2 tot 6, wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt van:

  5. 1,017 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 juli 2021 en uiterlijk op 1 juni 2023;

  6. 1,034 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT