Wet tot wijziging van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie, de 11 octobre 2022

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 4 van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie, vervangen bij de wet van 18 december 2013 en gewijzigd bij de wet van 28 juni 2015, vernietigd bij arrest nr. 34/2020 van het Grondwettelijk Hof, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:

" § 1. De kerncentrales bestemd voor industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen, worden gedesactiveerd op de volgende data en mogen geen elektriciteit meer produceren vanaf deze data:

  1. Doel 3: 1 oktober 2022;

  2. Tihange 2: 1 februari 2023;

  3. Doel 4: 1 juli 2025;

  4. Tihange 3: 1 september 2025;

  5. Tihange 1: 1 oktober 2025;

  6. Doel 2: 1 december 2025;

  7. Doel 1: 15 februari 2025.".

    Art. 3. Artikel 4/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2015, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juni 2016, en vernietigd bij arrest nr. 34/2020 van het Grondwettelijk Hof, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 4/2. § 1. De eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 stort vanaf het jaar 2016 tot en met 2025 aan de Federale Staat een jaarlijkse vergoeding als tegenprestatie voor de verlenging van de duur betreffende de toelating tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen.

    Het globaal bedrag van de jaarlijkse vergoeding wordt vastgesteld op 20 miljoen euro voor de twee kerncentrales. Dit bedrag wordt uiterlijk op 30 juni van ieder jaar, bedoeld in het eerste lid, gestort aan het Energietransitiefonds, bedoeld in artikel 4ter van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.

    In geval van definitieve stillegging van één van de in het eerste lid bedoelde centrales, opgelegd door de overheid krachtens de wet van 15 april 1994 omwille van dwingende redenen van nucleaire veiligheid, of ter uitvoering van een bindende beslissing van elke bevoegde Europese of internationale instelling die de vroegtijdige definitieve stopzetting van Doel 1 of Doel 2 oplegt, wordt de jaarlijkse vergoeding verminderd naar evenredigheid met de periode van onbeschikbaarheid van de betrokken centrale voor het lopende jaar. De vermindering wordt vastgelegd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. In dat geval is de vergoeding niet meer verschuldigd voor de daaropvolgende jaren.

    § 2. De vergoeding, bedoeld in paragraaf 1, sluit alle andere heffingen ten voordele van de Federale Staat uit (met uitzondering van de belastingen van algemene toepassing en de jaarlijkse heffingen krachtens de wet van 15 april 1994) die zouden zijn verbonden aan de eigendom of de exploitatie van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, aan de inkomsten, de productie of productiecapaciteit van deze centrales, of aan het gebruik van kernbrandstof door deze centrales.

    § 3. De Federale Staat sluit een overeenkomst met de eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 in het bijzonder om:

  8. de betalingswijze van de vergoeding, bedoeld in paragraaf 1, te verduidelijken;

  9. de schadeloosstelling te regelen van de partijen in geval van niet-nakoming van de bepalingen van de overeenkomst, in geval van een tijdelijke of voortijdige definitieve stillegging van Doel 1 of Doel 2 of in geval van unilaterale handelingen van een contractpartij en, voor wat exclusief de Federale Staat betreft, unilaterale handelingen in het kader van zijn bevoegdheden, die de wijziging van de in de overeenkomst gedefinieerde economische parameters tot gevolg zouden hebben.".

    Art. 4. De gemotiveerde conclusie vereist door de Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, wordt als bijlage bij deze wet gevoegd om er integraal deel van uit te maken.

    Art. 5. Deze wet treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en ten laatste op 1 januari 2023.

    BIJLAGE.

    Art. N. BIJLAGE bij het wetsontwerp

    Milieueffectbeoordeling en gemotiveerde conclusie in het kader van de goedkeuring van een wet tot wijziging van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie

    1. Inleiding

      Dit document volgt op het arrest 34/2020 van het Grondwettelijk Hof verleend op 5 maart 2020 waarbij besloten werd tot vernietiging van de wet van 28 juni 2015. Die wet had tot doel de datum voor desactivering van de kernreactoren Doel 1 en Doel 2 uit te stellen tot 15 februari 2025 voor de eerste, en tot 1 december 2025 voor de tweede. Het Hof oordeelde dat de wet, alsook de daarbij horende werkzaamheden, diende te worden voorafgegaan door een impactstudie alsook een publieke raadpleging. Het Hof heeft de uitwerking van de wet van 28 juni 2015 echter tot 31 december 2022 aangehouden. Met andere woorden, de betrokken kernreactoren moeten gesloten worden op 31 december 2022 indien voor die datum geen herstelwet wordt aangenomen.

      Om redenen die betrekking hebben op de bevoorradingszekerheid heeft de regering ervoor gekozen een procedure tot herstel op te starten. Hiervoor heeft zij aan de AD Energie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie opdracht gegeven te zorgen voor de opvolging en de gedegen realisatie van de impactstudies enerzijds en alle raadplegingen uit te voeren die nodig zijn voor de milieuprocedure anderzijds. De AD Energie heeft ook de taak gekregen de milieueffectbeoordelingsrapporten alsook de relevante informatie die naar aanleiding van die raadplegingen bekend is geworden, te onderzoeken en tevens het ontwerp van gemotiveerd besluit uit te werken over mogelijke aanzienlijke effecten op het milieu.

      Dit document geeft toelichting bij alle fasen van de milieuprocedure en vermeldt het gemotiveerd besluit van de bevoegde overheid in de zin van de Europese richtlijnen inzake milieueffectbeoordeling. Het heeft als belangrijkste doel de milieueffectbeoordelingsrapporten betreffende de uitgestelde desactivering van de kernreactoren Doel 1 en 2 te onderzoeken en het mogelijk aanzienlijke effect op het milieu van dat project te identificeren.

    2. Procedure

      Bij gebrek aan federale wetgeving tot bepaling van de procedure die moet gevolgd worden voor alle federale projecten die een effect hebben op het milieu en aangezien de milieuprocedures die door bijzondere wetgeving zijn ingesteld enkel betrekking hebben op de specifieke projecten waarnaar zij verwijzen, diende de rechtsgrond van deze milieuprocedure gevonden te worden in de volgende Europese richtlijnen:

    3. de Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (hierna MEB-richtlijn);

    4. de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna Habitatrichtlijn);

    5. de Richtlijn 2009/147/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (hierna Vogel richtlijn).

      Voor de projecten waarop zij betrekking heeft voorziet de MEB-richtlijn een milieubeoordelingsprocedure die moet gevoerd worden alvorens de publieke overheid het project vergunt. De Habitat- en Vogelrichtlijnen hebben specifiek tot doel bepaalde soorten habitats of vogels te beschermen. De Habitatrichtlijn creëert ook verplichtingen inzake milieubeoordeling terwijl de Vogel-richtlijn voor de milieubeoordeling verwijst naar de Habitatrichtlijn en bijgevolg naar de adequate milieueffectbeoordeling die daarin voorzien is. Derhalve zal verder in dit document op het vlak van milieueffectbeoordeling enkel verwezen worden naar de MEB-richtlijn en Habitatrichtlijn.

      Hoewel beide afzonderlijke richtlijnen in milieuverplichtingen voorzien, is het mogelijk een enkele procedure te voeren met inachtneming van de voorschriften van beide richtlijnen (cf. artikel 2.3 van de MEB-richtlijn). In dat opzicht is het nuttig erop te wijzen dat de Habitatrichtlijn geen enkele beschrijving bevat van het proces waarmee die specifieke en adequate beoordeling kan gerealiseerd worden. Derhalve zal ter zake het proces worden gevolgd dat ingesteld is door de MEB-richtlijn.

      Dat proces bestaat uit de volgende fasen:

    6. de uitwerking door de opdrachtgever van een milieueffectbeoordeling zoals bedoeld in artikel 5, paragraaf 1 en 2;

    7. het uitvoeren van raadplegingen, zoals bedoeld in artikel 6 en desgevallend artikel 7;

    8. het onderzoek door de bevoegde overheid van de informatie die is toegelicht in het milieueffect- beoordelingsrapport en van eventuele bijkomende informatie die desnoods wordt aangeleverd door de opdrachtgever, overeenkomstig artikel 5, paragraaf 3, alsook van alle relevante informatie die ontvangen is in het kader van de publieke raadplegingen krachtens artikel 6 en 7;

    9. het gemotiveerd besluit over het aanzienlijk effect van het project op het milieu, rekening houdend met de resultaten van het onderzoek, bedoeld in punt 3, en, als daar reden toe is, van het eigen bijkomend onderzoek; en

    10. de integratie van het gemotiveerd besluit van de bevoegde overheid in de beslissingen, bedoeld in artikel 8bis.

      In wat hierna volgt gaan wij nauwkeuriger in op de procedure die door de MEB-richtlijn is ingesteld ten aanzien van de toepassing van het arrest van 5 maart 2020 van het Grondwettelijk Hof.

    11. Opmaak van een milieueffectbeoordelingsrapport

      Zoals duidelijk aangegeven door het Grondwettelijk Hof heeft het project twee dimensies: een strategische dimensie die bestaat uit een overheidsbeslissing om de productie van elektriciteit uit de kernreactoren Doel 1 en Doel 2 verder te zetten en een operationele dimensie die erin bestaat de nodige werkzaamheden te bepalen die nodig zijn om op een veilige manier de elektriciteitsproductie door die reactoren verder te zetten. De analyses voor elke dimensie werden gerealiseerd door specifiek hiervoor aangestelde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT