Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek betreffende de maritieme beveiliging, de 13 octobre 2022

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 120ter van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, worden in de bepaling onder 1 ° de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de woorden "militaire, zeevaart- of luchtvaartoverheid" worden vervangen door de woorden "militaire of luchtvaartoverheid";

  2. de woorden "een militaire of zeevaartinrichting" wordt vervangen door de woorden "een militaire inrichting".

    Art. 3. In artikel 546/1 van hetzelfde wetboek, ingevoegd door de wet van 20 mei 2016 en gewijzigd door de wet van 8 mei 20219 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. de woorden "artikel 2.5.2.2, 3° en 4° van het Belgisch Scheepvaartwetboek" worden vervangen door de woorden "artikel 2.5.2.3, 4° en 5° van het Belgisch Scheepvaartwetboek";

  4. de woorden "artikel 2.5.2.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek" worden vervangen door de woorden "artikel 2.5.2.4, § 2, van het Belgisch Scheepvaartwetboek".

    Art. 4. Artikel 1.1.1.1, § 1, eerste lid, van het Belgisch Scheepvaartwetboek, gewijzigd door de wet van 16 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in de bepaling onder 29° worden de woorden "ISPS-Richtlijn" vervangen door het woord "Havenbeveiligingsrichtlijn";

  6. het lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 68°, 69° en 70°, luidende:

    "68° "Deel A van de ISPS-Code": deel A van de ISPS-Code bestaande uit de preambule en dwingende voorschriften opgenomen in bijlage II van de ISPS-Verordening;

  7. "Deel B van de ISPS-Code": deel B van de ISPS-Code bestaande uit de aanbevelingen opgenomen in bijlage III van de ISPS-Verordening;

  8. "AVG": Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.".

    Art. 5. Artikel 1.1.1.2 van hetzelfde wetboek wordt aangevuld met de bepalingen onder 8°, 9°, 10°, 11° en 12°, luidende:

    "8° "NCCN": het Nationaal Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;

  9. "OCAD": het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, opgericht door de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging;

  10. "NAMB": de Nationale Autoriteit voor Maritieme Beveiliging, zoals bedoeld in artikel 2.5.2.5;

  11. "LCMB": een Lokaal Comité voor Maritieme Beveiliging, zoals bedoeld in artikel 2.5.2.8;

  12. "Cel Maritieme Beveiliging": de afdeling van het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer die belast wordt met de taken bedoeld in artikel 4.2.1.44.".

    Art. 6. In artikel 2.4.3.1 van hetzelfde wetboek wordt de bepaling onder 1° opgeheven.

    Art. 7. In artikel 2.4.3.4 van hetzelfde wetboek worden de woorden "het ADCC" vervangen door de woorden "het NCCN".

    Art. 8. Artikel 2.5.1.2 van hetzelfde wetboek, gewijzigd door de wet van 16 juni 2021 wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Wanneer een activiteit of een geplande activiteit in de Belgische maritieme zones een impact heeft op de scheepvaart, kan de Scheepvaartcontrole een veiligheidsstudie uitvoeren overeenkomstig de vigerende normen van de IMO. Op basis van deze veiligheidsstudie kunnen scheepsrouteringsystemen of andere mitigerende maatregelen worden ingesteld overeenkomstig het eerste lid. Voor het opstellen van deze veiligheidsstudie is door de uitvoerder van de activiteit of de geplande activiteit in de Belgische maritieme zones een retributie verschuldigd aan de Scheepvaartcontrole. De Koning bepaalt het tarief van deze retributie en de nadere regels voor de toepassing en de inning ervan.".

    Art. 9. In het Belgisch Scheepvaartwetboek wordt hoofdstuk 2 van titel 5 van boek 2, dat de artikelen 2.5.2.1 tot en met 2.5.2.25 bevat, gewijzigd door de wet van 16 juni 2021, vervangen als volgt:

    "HOOFDSTUK 2 - BEVEILIGING

    Afdeling 1. - Algemene Bepalingen

    Art. 2.5.2.1. ISPS-Verordening en Havenbeveiligingsrichtlijn

    Dit hoofdstuk voorziet in de uitvoering van de ISPS-Verordening en in de omzetting van de Havenbeveiligingsrichtlijn.

    Art. 2.5.2.2. Doelstellingen

    De doelstellingen van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten zijn:

  13. het invoeren van maatregelen voor de verbetering van de beveiliging van in de internationale handel en voor binnenlands verkeer gebruikte zeeschepen en bijhorende havenfaciliteiten, tegen het gevaar van ongeoorloofde acties;

  14. het verhogen van de beveiliging ten aanzien van dreigingen van beveiligingsincidenten door het vaststellen van regels inzake beveiliging;

  15. het beschermen van de personen werkzaam in een haven of havenfaciliteit, op een bouw- of kunstwerk in de maritieme zones of aan boord van zeeschepen;

  16. het vaststellen van de maatregelen om de beveiliging van de zeeschepen en bouw- en kunstwerken, met inbegrip van kabels en pijpleidingen, in de Belgische maritieme zones te waarborgen;

  17. het vaststellen van mechanismes voor de naleving van dit hoofdstuk.

    Art. 2.5.2.3. Begrippen

    In dit hoofdstuk, in de erop betrekking hebbende bepalingen in boek 4 en, behoudens uitdrukkelijke afwijking, in de desbetreffende uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:

  18. "maritieme beveiliging": de combinatie van preventieve maatregelen en personele en materiële middelen die het zeevervoer, de havens en de havenfaciliteiten en de Belgische maritieme zones moeten beschermen tegen dreigingen van opzettelijk ongeoorloofde acties;

  19. "internationaal zeescheepvaartverkeer": iedere zeeverbinding per zeeschip tussen een Belgische havenfaciliteit en een havenfaciliteit buiten België;

  20. "binnenlands zeescheepvaartverkeer": iedere zeeverbinding per zeeschip tussen een Belgisch havenfaciliteit en diezelfde havenfaciliteit of een andere Belgische havenfaciliteit;

  21. "haven": elk uit land en water bestaande cluster met werken en voorzieningen ten behoeve van het commercieel vervoer over zee, en de omliggende gebieden die een invloed hebben op de beveiliging ;

  22. "havenfaciliteit": een locatie waar het schip/land raakvlak plaatsvindt waar ook, in voorkomend geval, ankergebieden, ligplaatsen en aanvaarroutes vanuit zee toe behoren;

  23. "schip/land raakvlak": een interactie die plaatsvindt wanneer het zeeschip rechtstreeks en onmiddellijk betrokken is bij acties die gepaard gaan met de verplaatsing van personen of goederen, dan wel verlening van havendiensten aan of vanuit het schip;

  24. "beveiligingsincident": iedere handeling of omstandigheid die bedreigend is voor de beveiliging van een zeeschip, een havenfaciliteit of een haven, met inbegrip van ongeoorloofde acties;

  25. "ISPS-platform": het door de federale overheid opgericht en onderhouden elektronisch platform voor het uitwisselen en bijhouden van alle beveiligingsinformatie die valt onder de toepassing van de ISPS-Code, de ISPS-Verordening, de Havenbeveiligingsrichtlijn, dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten;

  26. "erkende beveiligingsorganisatie": een onderneming die erkend is overeenkomstig artikel 2.5.2.71 om de in dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten toegewezen taken uit te voeren;

  27. "minister": de minister bevoegd voor maritieme mobiliteit;

  28. "PSO": de havenbeveiligingsfunctionaris bedoeld in artikel 9 van de Havenbeveiligingsrichtlijn;

  29. "PFSO": de beveiligingsbeambte van een havenfaciliteit;

  30. "CSO": de beveiligingsbeambte van de reder;

  31. "SSO": de beveiligingsbeambte aan boord van een zeeschip;

  32. "ongeoorloofde actie": elke opzettelijke actie die gezien de aard of context ervan schade kan toebrengen aan de bouw- of kunstwerken, kabels en pijpleidingen in de Belgische maritieme zones, aan zeeschepen in het internationale en binnenlands zeescheepvaartverkeer, aan bemanning, passagiers of lading, of aan de desbetreffende havens of havenfaciliteiten, met inbegrip van het gebruik van zeeschepen om via havens en havenfaciliteiten verboden voorwerpen of producten in- of uit België te brengen, personen of dieren zonder toelating te laten inschepen of ontschepen, of alle hiermee verband houdende activiteiten.".

    Art. 2.5.2.4. Toepassingsgebied

    § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op alle zeeschepen met uitzondering van:

  33. oorlogsschepen;

  34. vrachtschepen met een brutotonnenmaat van minder dan 500;

  35. zeeschepen zonder mechanische aandrijving of houten of op primitieve wijze gebouwde schepen;

  36. vissersschepen;

  37. schepen waarmee geen economische activiteit wordt bedreven.

    De Koning kan maatregelen nemen om de maritieme beveiliging te regelen voor de zeeschepen bedoeld in het eerste lid onder 2°, 3°, 4° en 5°.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt een schip dat zowel over certificaten voor de zeevaart als de binnenvaart beschikt, altijd beschouwd als een zeeschip.

    § 2. Dit hoofdstuk is van toepassing op alle Belgische havenfaciliteiten die onder de ISPS-Verordening vallen, en op elke cluster waar zich een dergelijke havenfaciliteit bevindt.

    De Koning stelt de coördinaten vast van elke havenfaciliteit rekening houdend met de bepalingen uit punt 15 in Deel A van de ISPS-Code.

    Op basis van de vaststelling van de havenfaciliteiten in het eerste lid en rekening houdend met de bepalingen uit de Havenbeveiligingsrichtlijn en de havenbeveiligingsbeoordeling, bepaalt de Koning op advies van de NAMB, de coördinaten van de havens.

    Indien uit het vorige lid blijkt dat de havenfaciliteit niet in een cluster overeenkomstig het derde lid moet worden opgenomen, dan hebben de bepalingen van de Verordening voorrang.

    § 3. Dit hoofdstuk is van toepassing op alle bouw- of kunstwerken en elke kabel of pijpleiding in de Belgische maritieme zones. Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan de bepalingen inzake onschuldige doorvaart in het VN-Zeerechtverdrag.

    § 4. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op militaire installaties.

    § 5. Een haven en een havenfaciliteit moeten beschikken over een geldig beveiligingsplan, behalve in de uitzonderingen voorzien in dit hoofdstuk, om de zeeschepen bedoeld in paragraaf 1 te mogen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT