Wet tot wijziging van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, de 20 mai 2019

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 30 van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, vervangen bij de wet van 30 december 2008 en gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het eerste lid wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt:

    "1° voor de graad van eerste soldaat, de leeftijd van veertig jaar niet overschreden hebben;";

  2. in het eerste lid wordt de bepaling onder 1/1° ingevoegd, luidende:

    "1/1° gedurende minstens 5 jaar kunnen dienen in het reservekader in de hoedanigheid van reservemilitair, rekening houdend met de datum waarop hij vanwege het bereiken van de leeftijdgrens in definitief verlof wordt geplaatst:

  3. voor de graad van onderluitenant van de reservemilitair van niveau A;

  4. voor de graad van majoor van de reservemilitair van niveau A van de laterale bijzondere werving;

  5. voor de graad van eerste sergeant-majoor van de reservemilitair van niveau B;

  6. voor de graad van sergeant van de reservemilitair van niveau C.";

  7. in het tweede lid worden de woorden "en 1/1° " ingevoegd tussen de woorden "eerste lid, 1° " en de woorden ", betreffende de leeftijdsvoorwaarden".

    Art. 3. In artikel 57, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, worden de woorden "eerste lid, 1°, en derde lid" vervangen door de woorden "eerste en derde lid".

    Art. 4. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2020.

    Han...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT