Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie, de 2 mai 2019

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In boek XI van het Wetboek van economisch recht, wordt het opschrift van Titel 7/1, ingevoegd bij de wet van 22 december 2016, vervangen als volgt:

"Titel 7/1. De vergoeding van de uitgevers voor reproducties op papier van hun uitgaven op papier en de vergoeding van de uitgevers voor reproducties voor eigen gebruik van hun uitgaven".

Art. 3. In Titel 7/1 van boek XI van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel XI.318/7 ingevoegd, luidende:

"Art. XI.318/7. Zonder afbreuk te doen aan het recht op vergoeding van de auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten, bepaald in artikel XI.229, hebben de uitgevers een recht op vergoeding voor de reproductie van hun uitgaven, met uitzondering van bladmuziek, door een natuurlijke persoon voor eigen gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk.

De duur van het recht op vergoeding bedoeld in het eerste lid bedraagt vijftig jaar vanaf de eerste uitgave. Deze termijn wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de eerste uitgave.

De vergoeding wordt betaald door de fabrikant, de invoerder of de intracommunautaire aankoper van dragers en apparaten die kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven, op de datum waarop die dragers en apparaten op het nationale grondgebied in de handel worden gebracht.

Overeenkomstig de in artikel XI.318/8 bepaalde nadere regels, stelt de Koning vast welke apparaten en dragers kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven.

Overeenkomstig de door Hem gestelde voorwaarden en nadere regels, belast de Koning een beheersvennootschap die representatief is voor alle beheersvennootschappen of collectieve beheerorganisaties die in België de in het eerste lid bedoelde vergoeding beheren, met de inning en de verdeling van de vergoeding."

Art. 4. In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/8 ingevoegd, luidende:

"Art. XI.318/8. De Koning bepaalt, per categorie van technisch soortgelijke apparaten en dragers die Hij definieert, of deze kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven en bepaalt de nadere regels met betrekking tot de inning en de verdeling van en de controle op de vergoeding, alsmede het tijdstip waarop ze verschuldigd is.

De Koning kan, op een specifieke lijst, de categorieën van technisch soortgelijke apparaten en dragers vaststellen die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT