Wet tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, de 22 avril 2019

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 1. - De uitoefening van de klinische psychologie en van de klinische orthopedagogiek

Art. 2. In artikel 68/1 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, gewijzigd bij de wet van 10 juli 2016, worden volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 1 wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende:

    "In afwijking van het eerste lid, mag ook de houder van het diploma in het domein van de klinische psychologie die de in paragraaf 4 bedoelde professionele stage heeft aangevat, de klinische psychologie uitoefenen zonder voorafgaand te zijn erkend, met dien verstande dat de afwijking wordt beperkt in de tijd tot de duur van de professionele stage.";

  2. in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "autonome" opgeheven;

  3. in paragraaf 4, eerste lid, worden volgende wijzigingen aangebracht:

    1. de woorden "uitoefening van" worden vervangen door de woorden "erkenning in";

    2. de woorden "de erkend klinisch psycholoog" worden vervangen door de woorden "de houder van een diploma in het domein van de klinische psychologie als bedoeld in paragraaf 2, tweede lid".

    Art. 3. In artikel 68/2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 juli 2016, worden volgende wijzigingen aangebracht:

  4. paragraaf 1 wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende:

    "In afwijking van het eerste lid, mag ook de houder van het diploma in het domein van de klinische orthopedagogiek die de in paragraaf 4 bedoelde professionele stage heeft aangevat, de klinische orthopedagogiek uitoefenen zonder voorafgaand te zijn erkend, met dien verstande dat de afwijking wordt beperkt in de tijd tot de duur van de professionele stage.".

  5. in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "autonome" opgeheven;

  6. in paragraaf 4, eerste lid, worden volgende wijzigingen aangebracht:

    1. de woorden "uitoefening van" worden vervangen door de woorden "erkenning in";

    2. de woorden "de erkend klinisch orthopedagoog" worden vervangen door de woorden "de houder van een diploma in het domein van de klinische orthopedagogiek als bedoeld in paragraaf 2, tweede lid".

      HOOFDSTUK 2. - Toegang tot de uitoefening van de geneeskunde in België voor artsen afkomstig uit een niet-EU-land

      Art. 4. Artikel 145 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:

      "Art. 145. § 1. Andere buitenlanders dan Europese onderdanen, wier buitenlands diploma gelijkwaardig werd verklaard door de bevoegde autoriteiten van een gemeenschap en die in België beroepsactiviteiten wensen uit te oefenen vermeld in de artikelen 3, § 1, 4, 6, 23, § 2, 43, 45, 56, 63, 68/1 of 68/2 of die in aanmerking wensen te komen voor het uitoefenen van een paramedisch beroep in overeenstemming met hoofdstuk 7, kunnen pas hun beroep uitoefenen, nadat zij hiertoe door de Koning toegelaten werden en nadat zij bovendien de andere voorwaarden voor het uitoefenen van hun beroep, vermeld in deze gecoördineerde wet, vervuld hebben.

      § 2. De personen vermeld in paragraaf 1 moeten, conform onderstaande voorwaarden, een gedateerde, ondertekende en gemotiveerde aanvraag tot uitoefening van hun beroep indienen bij de minister bevoegd voor Volksgezondheid.

      De aanvraag moet vergezeld gaan van de bewijsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager de gelijkwaardigheid van diploma en, in voorkomend geval, de erkenning of de registratie heeft bekomen voor het beroep in kwestie.

      De aanvrager voegt bij zijn aanvraag ook een getuigschrift of, bij ontstentenis elk ander bewijsmiddel waarin wordt bevestigd dat op het moment van de aanvraag, tijdelijk of permanent geen beroepsbeperking of beroepsverbod werd opgelegd door de nationale autoriteiten of rechtbanken van de landen waar de aanvrager het beroep heeft uitgeoefend.

      De aanvraag wordt voorafgaandelijk voor advies voorgelegd aan de Raad voor het desbetreffende beroep.

      Voor de beroepen van arts en tandarts, kan de Koning, na advies van de Planningscommissie, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de procedure en de modaliteiten bepalen volgens dewelke het maximum aantal visa wordt vastgesteld die op basis van dit artikel afgeleverd kunnen worden.

      § 3. Niet-Europese vreemdelingen die houder zijn van een diploma afgegeven door een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig een van de in hoofdstuk 9 bedoelde Richtlijnen, vallen niet onder de toepassing van dit artikel. Voor de toepassing van deze gecoördineerde wet worden deze personen gelijkgesteld aan Europese onderdanen.".

      HOOFDSTUK 3. - Toegang tot de uitoefening van de geneeskunde in België voor uitzonderlijke medische verstrekkingen

      Art. 5. In dezelfde wet wordt een artikel 145/1 ingevoegd, luidende:

      "Art. 145/1. § 1. In geval van een uitzonderlijke medische verstrekking waarbij de artsen die de verantwoordelijkheid dragen voor dit geval in België niet beschikken over de nodige medisch-technische expertise om de voor de behandeling vereiste handelingen correct uit te voeren bij de patiënt die onmogelijk medisch verantwoord kan verplaatst worden, mag een buitenlandse arts, andere dan Europees onderdaan, die gekend is voor zijn kennis van de desbetreffende medisch-technische expertise, en die in België uitzonderlijk bepaalde geneeskundige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT